MET LENTE OP DE KALENDER NOG GEEN GARANTIE VOOR LENTE-WEER!
HET JAAR 2024 LOOPT NU AL BIJNA EEN MAAND ACHTER T.O.V. 2003 MET HET AANTAL ZONUREN!
DONDERDAG 21 MAART 2024 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: 5,4°C Gilze-Rijen tot 8,5°C Volkel – laagste temp. etmaal: 5,4°C Gilze-Rijen tot 8,3°C Eindhoven – aan de grond: 3,6°C Gilze-Rijen en 3,7°C Woensdrecht – hoogste temp. overdag: 13,7°C Westdorpe tot 8,5°C Lauwersoog, Leeuwarden – hoogste temp. etmaal: 13,7°C Westdorpe tot 9,7°C Terschelling – neerslag: nacht 2,7 mm Eelde, overdag droog – neerslag etmaal: 1,7 mm Nieuw Beerta en 1,6 mm Eelde – zon: 4,3 uur Maastricht tot zonloos o.a. Friesland – hoogste windstoot 51 km/uur Lauwersoog, 50 km/uur Vlieland – hoogste windkracht 6 krachtig Waddengebied WEERSTATION-BORCULO |
EEN JAAR GELEDEN 21 MAART 2023 KNMI-STATIONS – laagste temperatuur: 7,7°C o.a. Twente tot 9,2°C Westdorpe – hoogste temperatuur: 15,3°C Eindhoven tot 10,8°C Terschelling – neerslag: nacht 2 mm o.a. De Bilt, overdag 4,1 mm Nieuw Beerta – zon: 2 uur Wilhelminadorp tot 0,4 uur Leeuwarden – hoogste windstoot 66 km/uur Vlieland – hoogste windkracht 7 westelijk Waddengebied WEERSTATION-BORCULO |
DATUMRECORDS 21 MAART BORCULO
maximum-temperatuur: 17,4°C in 2022 tot 1,6°C in 2001
minimum-temperatuur: -3,6°C in 2018 tot 8°C in 2010
natste dag: 23,6 mm in 2008
zonnigste dag: 11,8 uur in 2012
DATUMRECORDS 21 MAART KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 20,8°C Maastricht in 1927 tot 0,5°C Eelde in 1917
minimum-temperatuur: -6,4°C Eelde in 1976 tot 11,6°C Wilhelminadorp in 1990
natste dag: 24,8 mm Lelystad in 2014
BIJZONDERHEDEN (DONDERDAG) 21 MAART
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Donderdag geen lentetemperaturen meer, want de 15°C werd nergens bereikt. Landelijk de hoogste temperaturen werden bereikt in Zeeland en Limburg met 13,7°C op het KNMI-station Westdorpe en 13,2°C op het KNMI-station Ell. Daarentegen onder de 10°C in het noordwesten van het land tot 9,7°C als hekkesluiter op het KNMI-station Terschelling. De hoogste temperatuur op het KNMI-station Terschelling van 9,7°C werd bereikt eind donderdagavond net voor middernacht.
De uiterste minimum-temperaturen in het etmaal van donderdag werden bereikt op onderling vrij korte afstand, van 5,4°C op het KNMI-station Gilze-Rijen tot wat verder oostwaarts op het KNMI-station Eindhoven 8,3°C.
Neerslag viel er alleen in de provincies Noord-Holland, Friesland, Groningen en Drenthe en verder in het Waddengebied, met daar ook de minste ruimte voor de zon tot zonloos. De meeste zon was voor het zuiden en oosten van het land.
Borculo passeerde donderdag 21 maart met 0,7 uur zon de grens van 175 uur zon in 2024. Daarmee staat 2024 in Borculo op plaats 20 in de lijst van meest zonnige jaren tot nu toe. De grens van 175 uur zon loopt voor Borculo uiteen van de meest vroege datum in 2003 op 22 februari tot 1 april in 2013, m.a.w. nu al bijna een maand achter op 2003. Het zonnigste jaar over het hele jaar voor Borculo is 2022 en in dat jaar de eerste 175 uur zon op 7 maart.
In 2020 op 21 maart passeerde Borculo de grens van 150 uur zon in 2020, daarmee alleen in 2013 nog wat later het 150e uur zon en wel op 27 maart. De meest vroege datum van het 150e uur zon had Borculo in 2003 op 19 februari en in 2019 op 26 februari. In 2021 in Borculo het 150e uur zon op 27 februari, in 2022 op 4 maart, in 2023 op 2 maart en dit jaar op 10 maart.
Als we over lente-temperaturen hebben wordt in de wandelgangen gesproken over een temperatuur van 15°C en hoger. In 2023 op 21 maart werd dat bereikt op drie KNMI-stations en wel Eindhoven, Maastricht en Volkel met respectievelijk 15,3°C , 15,0°C en 15,1°C. In Borculo lukte dat niet met 14,5°C als maximum-temperatuur.
In 2022 op 21 maart in Borculo met 17,4°C als maximum-temperatuur een nieuw datumrecord voor 21 maart. Met andere woorden, Borculo had in 2022 op 21 maart het warmste eerste astronomische-etmaal van de lente sinds 1981, want de lente ging in 2022 van start in de loop van 20 maart. In 2023 de start van de lente in de avond van 20 maart en daarmee op 21 maart het eerste astronomische-etmaal van de lente van 2023, maar geen datumrecord met een maximum-temperatuur van 14,5°C in Borculo. Nu in 2024 de start van de lente in de nachtelijke uren van 20 maart en daarmee op donderdag 21 maart het eerste volledige astronomische lente-etmaal van 2024.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries, lente op de kalender en de eerste lammetjes zijn ook al geboren. Alleen het weer wil nog niet meewerken voorlopig, met name in het komend weekend wel een thermisch dipje!
– In 2022 in de nacht naar 21 maart lichte vorst in het grootste deel van het land, m.u.v. de oostelijke delen van het land in het grensgebied met Duitsland en nagenoeg het hele kustgebied en in de provincies Groningen en Friesland geen vorst. In het binnenland had alleen het KNMI-station Cabauw geen vorst en in het kustgebied had alleen het KNMI-station Voorschoten nog wel vorst. De laagste temperaturen van -3,9°C op het KNMI-station Woensdrecht en -3,3°C op de KNMI-stations Deelen en Volkel. Aan de grond de laagste temperaturen op de KNMI-stations Woensdrecht en Volkel met respectievelijk -7,4°C en -7,3°C.
– In 2020 op 21 maart kwam het op uitgebreide schaal tot lichte vorst met de laagste temperatuur op het KNMI-station Deelen met -2,4°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden op waarnemingshoogte respectievelijk -0,2°C en -0,9°C en aan de grond -1,3°C en -2,0°C. In Borculo -1,1°C op waarnemingshoogte en -1,8°C aan de grond.
– In 2018 op 21 maart gemeeteraads-verkiezingen die koud van start ging met -5,1°C op het KNMI-station Arcen en aan de grond -9,8°C op het KNMI-station Twente. In Borculo met -3,6°C op 21 maart 2018 goed voor een datumrecord voor het minimum, het oude record voor 21 maart was -3,5°C van 21 maart 1984. Voor Borculo was het de vijfde nacht op rij met een datumrecord voor het minimum! Met andere woorden, vanaf 17- t/m 21 maart waren de nachten in Borculo sinds 1981 niet eerder zo koud als in 2018!
Onderstaande foto maakte Leen de Koning, de ooievaars zijn op veel plekken ook al druk aan het nestelen. Hetzelfde beeld ook langs de Gelderse IJssel, o.a. bij Zuthpen.
IJZIG KOUDE START LENTEPERIODE
Op woensdag 20 maart is de astronomische lente van start gegaan, de lente mag dan nu officieel op de kalender staan, maar dat wil nog niet zeggen dat het weerbeeld zich daar aan houdt! Een goed voorbeeld daarvan hadden we helemaal in maart 2013!
In 2013 in de nacht naar 21 maart minimum-temperaturen van -4,4°C op het KNMI-station Gilze-Rijen tot 1,3°C op het KNMI-station Vlissingen. Aan de grond had het KNMI-station Gilze-Rijen -6,9°C. In Borculo was de laagste temperatuur -0,7°C in de weerhut en aan de grond -2°C. In het noordoosten in de nacht naar 21 maart 2013 door een zwakke storing lokaal nog wat sneeuw. Zo werd het wit op Ameland en Terschelling.
Op 21 maart 2013 stond Nederland aan het begin van een ijzig koude derde decade van maart 2013 met een doordringende koude oostenwind. Maart 2013 belandde daarmee in een omgekeerde wereld. Normaal loopt de gemiddelde temperatuur van begin maart naar eind maart op. Op het KNMI-station De Bilt bedraagt het decadegemiddelde normaal van de eerste maartdecade 5,0°C, van de tweede decade 6,2°C en van de derde decade 7,2ºC. Maar in maart 2013 had de eerste decade een etmaalgemiddelde van 5,7ºC en daarmee iets te zacht. De tweede decade kwam uit op 1,6ºC en dat is ruimschoots te koud en de laatste decade kwam uit op 0,3°C en daarmee de koudste derde maartdecade. Het record voor de laatste decade van maart stond nog op 1,2ºC van 1922.
De laatste decade van maart 2013 kende voor het KNMI-station De Bilt een etmaalgemiddelde van 0,3°C en werd de koudste sinds 1901! Het oude record was 1,2°C in 1922. Door een snijdende koude oostenwind lag de gevoelstemperatuur van 22- t/m 26 maart 2013 regelmatig tussen de -10°C en -15°C! De hoogste temperatuur in de laatste decade van maart 2013 was in Borculo slechts 6,2°C op 27 maart! Ja ja, U leest het goed, 6,2°C!
Onderstaande foto is van 29 maart 2013 in Neede, sneeuw!
Maart telt inmiddels t/m 21 maart in Borculo 75 uur zon, over dezelfde periode in 2023 72 uur, in maart 2022 176 uur zon, in maart 2020 t/m 21 maart had de zon in Borculo 70 uur geschenen en in 2021 over dezelfde periode 69 uur. In 2017 scheen de zon vanaf 1- t/m 21 maart in Borculo ook 69 uur, in 2018 over dezelfde periode in Borculo 92 uur en in 2019 t/m 21 maart slechts 44 uur. In de laatste maart-decade in 2017 maar liefst 87 uur zon en dat was ruim meer dan in de eerste twee decades samen.
Voor het KNMI-station De Bilt zagen we in 2017 een vergelijkbaar weerbeeld! Op het KNMI-station De Bilt in 2017 ook een stralende derde maart-decade met 93 uur zon. Sinds het begin van de 20e eeuw was deze periode alleen in 2003 en in 1933 met respectievelijk 96- en 98 uur nog zonniger. Totaal kwam het KNMI-station De Bilt in 2017 in maart tot 176 uur zon tegen normaal 122 uur. Daarmee kwam maart 2017 net in de top tien van zonnigste maartmaanden. De top tien van zonnigste maartmaanden wordt voor het KNMI-station De Bilt aangevoerd door de maartmaanden van 2003 en 2014 met respectievelijk 199- en 203 uren zonneschijn. In maart 2022 op het KNMI-station De Bilt t/m 21 maart 173 uur zon en over de hele maand met 259,2 uur de zonnigste maart sinds 1901.
In Borculo in maart 2022 over de eerste 21 etmalen met 176 uur zon toen al de zonnigste maart voor Borculo. De zonnigste maart was voor Borculo nog maart 2014 met 194 uur over de hele maand. Uiteindelijk kwam maart 2022 tot 260 uur zon.
NATUURBRANDEN
In 2018 rond deze tijd was er o.a. in Overijssel en Gelderland al regelmatig gewaarschuwd voor bos- en heidebranden toen het al enige tijd behoorlijk droog was. In 2016 hadden we dat ook ondervonden, toen op 19 maart was er een gebied van 300 vierkante meter natuurgebied in vlammen opgegaan langs de Zwemmer onder De Westereen. Men vermoedt dat de oorzaak brandstichting was. De volgende dag op 20 maart 2016 wederom een natuurbrand en wel in het natuurgebied aan de Rinewâl in Zwaagwesteinde.
Onderstaande foto’s zijn van de natuurbranden in het weekend van 19- en 20 maart 2016. De foto linksonder maakte Henk Koster van de brand langs de Zwemmer onder de Westereen en de foto rechtsonder maakte Pieter de Vries van de brand in het natuurgebied de Rinewal.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2018 in de nacht naar 21 maart een koude nacht met lokaal matige vorst voor de tweede nacht op rij in het zuiden van het land. De laagste temperatuur van -5,1°C op het KNMI-station Arcen en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -9,8°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minimum-temperaturen van respectievelijk -3,9°C en -4,9°C, daarbij aan de grond op het KNMI-station Hupsel -8,3°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -3,6°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -5,2°C.
In 2014 t/m 21 maart was het opvallend dat het aanhoudend veel te zacht weer was. Op het KNMI-station De Bilt waren alle etmaalgemiddelden in 2014 vanaf 1 februari t/m 21 maart boven normaal. Een periode van 49 dagen. Nooit eerder was er een zo lange te warme periode. Hiervoor was dat van 15 januari t/m 1 maart 1990 met een lengte van 46 dagen.
Met de 11,4 millimeter op 21 maart 2014 passeerde Borculo de grens van 150 millimeter neerslag in 2014. In 1986 had Borculo de 150 millimeter neerslag al op 24 januari te pakken en in 1996 pas op 8 juni.
In 2013 werd op 21 maart om 7.25 uur het eerste kievitsei gevonden in Ede.
In 2012 werd op het KNMI-station De Bilt van 21 t/m 28 maart dagelijks meer dan 15°C gemeten. Verder scheen de zon bijna iedere dag meer dan 10 uur. Maart 2012 werd met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 8,3ºC de op twee na warmste lentemaand samen met 1957 sinds 1901.
Onderstaande foto links maakte Leen de Koning in Nieuwerkerk a/d IJssel en rechtsonder Frans Sijmons in Klausheide. De natuur was klaar voor de lente van 2012, de pimpelmees was nog wel druk met het bouwen van een nest.
In 2011 in de nacht naar 21 maart lage temperaturen voor de tijd van het jaar. Het KNMI-station Twente was voor de tweede nacht op rij het koudste KNMI-station, toen met -5°C. Aan de grond nog kouder met -8,1°C op het KNMI-station Twente. In Borculo in de nacht naar 21 maart 2011 lichte vorst met -2,3°C en aan de grond -5,5°C.
Het gebeurt niet vaak dat in de nachtelijke uren het KNMI-station Twente de warmste plek is geweest. In de nacht naar 21 maart 2010 was dat wel het geval met 10,7°C als minimum op het KNMI-station Twente.
Ook in 2009 had Nederland een koude nacht naar 21 maart. Toen werd de laagste temperatuur van maart 2009 en van de hele lente van 2009 gemeten met in de weerhut op het KNMI-station Wijk aan Zee -5,3°C. In Borculo was het met -2,9°C ook de koudste nacht van maart 2009. Aan de grond nog veel lager, het KNMI-station Heino had aan de grond -9°C en de oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden -8°C aan de grond. In Borculo nog -5,5°C op 10 centimeter boven het maaiveld in de nacht naar 21 maart 2009.
In 2011 in het Duitse middelgebergte nog aardig wat sneeuw, enkele sneeuwhoogtes in de ochtend van 21 maart 2011 waren: Großer Arber 57 centimeter, Wendelstein 31 centimeter, Feldberg 16 centimeter.
Op 21 maart 1965 viel in Kerkwerve nog 19 millimeter regen en op het KNMI-station De Bilt bleef de temperatuur overdag al steken bij 4,3°C.
Op 21 maart 1926 in Akkrum een minimum-temperatuur van -5,1°C. Op het KNMI-station De Bilt scheen de zon toen 10,6 uur en daarmee de zonnigste 21 maart voor De Bilt.
In 1916 op 21 maart viel op het KNMI-station De Bilt 15,4 millimeter aan neerslag en dat was voor het KNMI-station De Bilt tot 2014 het datum-record voor de neerslag. het nieuwe datum-record werd bereikt in 2014 op 21 maart met 18,6 millimeter. In de ochtend van 21 maart 1916 om 7 uur een ochtendaftapping over 24 uur in Wassenaar van 33 millimeter, in Bussum en Ijsselmonde 27 millimeter en in Amsterdam 26 millimeter.
START LENTE
Dit jaar is op 20 maart de astronomische lente van start gegaan. Het is bekend dat de Britten van een mooie groene bloeiende tuin houden. Op basis van de bloeitijd hebben Britse wetenschappers geprobeerd om de start van de lente vast te stellen in de loop der jaren. Uit hun gegevens blijkt dat de Britse tuinen tegenwoordig twaalf dagen eerder in bloei staan dan in het midden van de jaren tachtig. Dit is vastgesteld op basis van de afgelopen 250 jaar. Deze cijfers werden met een computer vergeleken met alle Britse temperatuurgegevens, U moet daarbij weten dat de Britse weerdienst de oudste weerkundige databank heeft ter wereld. De meeste planten stonden tussen 1985 en 2009 gemiddeld op 20 mei in bloei en dat was sinds 1760 niet zo vroeg. Ruim 100 jaar geleden begon de lente 12,7 dagen later. Grofweg kan men de conclusie trekken dat per graad opwarming de bloei rond vijf dagen vroeger plaats vond.
Hieronder een foto van een bloeiende Engelse tuin, maar het had evengoed een foto vanuit Nederland kunnen zijn.
Maar de wereldwijde klimaatverandering zorgt in sommige delen van de wereld er nog wel voor dat de lente later begint. Dat is gebleken uit een Amerikaans onderzoek. Veel deskundigen gingen er tot nu toe van uit dat de opwarming van de aarde het begin van de lente juist versnelt. Door onderzoeken kwam men er achter dat in het zuiden van de Verenigde Staten de blaadjes elk jaar weer later aan de bomen verschenen. Uit studies blijkt meestal het tegenovergestelde, namelijk dat planten door de opwarming van de aarde eerder tot bloei komen. Het is niemand opgevallen dat het ook anders kan zijn. Men ontdekte deze tegenstelling nadat talloze satellietbeelden van de verandering der seizoenen waren bestudeerd. Deze foto’s, over een periode van 1982 tot 2005, tonen de verschillende herfst- en lentekleuren van bloemen en planten.
In gebieden boven de 40° noorderbreedte kregen de bloemen en planten over de gehele periode gezien gemiddeld 0,32 dagen eerder knoppen. Maar de planten en bloemen onder de 31° noorderbreedte kwamen juist 0,15 dagen later tot bloei. Het punt waar de klimaatverandering geen zichtbaar effect te zien gaf, ligt op 35° noorderbreedte.
De verklaring hiervoor is dat sommige bomen en planten juist een korte koude periode nodig hebben om tot bloei te kunnen komen. De noordelijke gedeeltes van het onderzochte gebied krijgen hiermee wel te maken, de zuidelijke gebieden niet en daardoor komen de knoppen ook wat later uit.
Hieronder een afbeelding die de verdeling van de breedtegraden laat zien.