2024 NOG NIET ECHT POSITIEF MET ZONUREN EN NEERSLAG!
IN 1996 OP 1 APRIL DE KOUDSTE 1 APRIL VOOR NEDERLAND!
MAANDAG 1 APRIL 2024 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: 5,6°C Eelde tot 8,8°C Wijk aan zee – laagste temp. etmaal: 4,5°C Eelde tot 8,8°C Wijk aan Zee – aan de grond: 2,1°C Eelde en 2,5°C Voorschoten – hoogste temp. overdag: 15,4°C Gilze-Rijen tot 10,5°C Terschelling – hoogste temp. etmaal: 15,4°C Gilze-Rijen tot 10,5°C Terschelling – neerslag: nacht 6,6 mm Terschelling, overdag 7,4 mm Nieuw Beerta – neerslag etmaal: 7,4 mm Nieuw Beerta en 7 mm Twente – zon: 6,1 uur Hoek van Holland tot zonloos prov. Groningen – hoogste windstoot 53 km/uur Berkhout, Vlissingen – hoogste windkracht 6 krachtig W-kustgebied WEERSTATION-BORCULO |
EEN JAAR GELEDEN 1 APRIL 2023 KNMI-STATIONS – laagste temperatuur nacht: 8,2°C Hoek van Holland tot 9,6°C Marknesse – laagste temperatuur etmaal: 2,0°C Nieuw Beerta tot 8,3°C Westdorpe – hoogste temperatuur nacht: 10°C Herwijnen tot 8,5°C Hoek van Holland – hoogste temperatuur etmaal: 12,3°C Twente tot 9,0°C Hoek van Holland – neerslag: nacht 17,9 mm Woensdrecht, overdag 11,4 mm De Bilt – neerslag etmaal: 18,8 mm Maastricht, 15,6 mm Deelen – zon: 0,2 uur Den Helder, Eelde, Voorschoten, Wijk aan Zee tot overige zonloos – hoogste windstoot 66 km/uur Lauwersoog – hoogste windkracht 7 hard N-kustgebied WEERSTATION-BORCULO |
DATUMRECORDS 1 APRIL BORCULO
maximum-temperatuur: 21,2°C in 2014 tot 3,7°C in 2022
minimum-temperatuur: -6,1°C in 1996 tot 10,5°C in 2011
natste dag: 14,4 mm in 2023
zonnigste dag: 12,5 uur in 2005, 2007
DATUMRECORDS 1 APRIL KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 22,4°C Ell in 2014 tot 1,8°C Maastricht in 2022
minimum-temperatuur: -8,8°C Twente in 1996 tot 11,5°C Eindhoven in 2011
natste dag: 26,3 mm De Bilt in 1980
BIJZONDERHEDEN (MAANDAG) 1 APRIL
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Maandag op drie KNMI-stations tot 18 uur een maximum-temperatuur van boven de 15°C en dat waren Gilze-Rijen, Wilhelminadorp en Woensdrecht tot 15,4°C op het KNMI-station Gilze-Rijen. De meeste neerslag viel in Twente en het oosten van Groningen met respectievelijk 7- en 7,4-millimeter. In de westelijke helft van het land meest droog. De meeste zon was voor de provincies Zeeland en Zuid-Holland.
Borculo passeerde zondag 31 maart de grens van 200 uur zon in 2024 en daarmee staat 2024 voor Borculo op een vijfde plaats in de lijst van meest sombere jaren. De data van de grens van 200 uur zon loopt voor Borculo uiteen van de meest vroege datum 25 februari 2003 tot de meest late datum 7 april 2000.
Verder passeerde Borculo maandag 1 april met de neerslag de grens van 250 millimeter in 2024 en daarmee staat 2024 op een elfde plaats in de lijst van meest natte jaren. De data van de grens van 250 millimeter loopt voor Borculo uiteen van de meest vroege datum 20 februari 1995 tot de meest late datum 23 juli 1996.
In 2007 ging april kurkdroog van start en die droge periode hield aan tot in mei, maar liefst 46 dagen zonder noemenswaardige neerslag! Dat was in 2023 een jaar geleden wel anders. In het etmaal van 31 maart 2023 viel op de KNMI-stations de meeste neerslag in Wilhelminadorp en Woensdrecht met respectievelijk 24,5- en 22,5-millimeter. Op de KNMI-stations Hupsel en Twente viel respectievelijk 9,4- en 10,6-millimeter. In Borculo viel over het hele etmaal van 31 maart 2023 10,6 millimeter.
Wat op 31 maart 2023 in Borculo niet lukte, dat lukte met de start van april 2023 wel en dan hebben we het over een datumrecord met de neerslag. Totaal viel in het etmaal van 1 april 2023 in Borculo 14,4 millimeter en daarmee een nieuw datumrecord, het oude datumrecord stond op 10,5 millimeter van 1 april 1994.
In de nachtelijke uren van 31 maart op 1 april 2023 viel op het KNMI-station Woensdrecht 17,9 millimeter, overdag op 1 april 2023 op het KNMI-station Gilze Rijen 14,6 millimeter.
Nu in 2024 over de eerste drie maanden een etmaalgemiddelde van het jaar van 6,7°C, over dezelfde periode in 2023 6,0°C, in 2022 6,1°C, in 2021 4,3°C, in 2020 6,0°C, in 2019 5,3°C, in 2018 over dezelfde periode 3,2°C en in 2017 4,6°C in Borculo. In 2014 over de eerste drie maanden een etmaalgemiddelde ook van 6,7°C en dat is nu met 2024 het hoogste voor Borculo sinds 1981. Het etmaalgemiddelde van 2013 over de eerste drie maanden was in Borculo 1,7°C.
Het jaar 2013 is over de eerste drie maanden in Borculo het koudste jaar sinds 1996. In Borculo stond het etmaalgemiddelde van 1996 op 1 april nog maar op 0,6°C en dat is het laagste over de eerste drie maanden voor Borculo sinds 1981. Het warmste jaar over de eerste drie maanden tot 2014 was 2007 met een etmaalgemiddelde van 6,6°C in Borculo.
In 1996 op 1 april op het KNMI-station Twente -8,8°C als minimum-temperatuur en daarmee de laagste temperatuur voor de eerste decade van april voor Nederland sinds 1901 en de laagste temperatuur van april 1996.
Onderstaande foto’s maakte Peter de Vries. Met april op de kalender de spreuk waar de Volksweerkunde vaak voor waarschuwt, teweten: “Met fraai weer dansende lammetjes in maart, pakt april de lammetjes nog wel eens bij hun staart!” Dat was echt van toepassing in 2022 met een prachtige maand maart met een record aan zonuren en overdag lente-temperaturen begon april 2022 met winterse sferen met regionaal een pak sneeuw. In 2023 was voor de lammetjes ook niet bepaald weer om te dansen, april ging van start zo maart eindigde en wel kletsnat! Nu in 2024 is voor de lammetjes ook nog niet bepaald weer om voor te dansen, het is al geruime tijd wisselvallig weer en daar komt voorlopig geen verandering in.
– In 2021 op 1 april grote temperatuurverschillen van noord naar zuid van 12°C. Het KNMI-station Maastricht kwam als enige nog boven de 20°C uit met 20,6°C. Daarentegen de KNMI-stations in het noordwesten van het land en Nieuw Beerta onder de 10°C met als laagste maximum-temperatuur 8,6°C op het KNMI-station Terschelling. Het temperatuur-verschil van noord naar zuid kwam doordat de subtropische lucht van de dag daarvoor door de veel koudere polaire lucht uit het land werd gezet.
– In 2020 op 1 april op het KNMI-station Deelen met -5,6°C de laagste temperatuur van april 2020. In 2012 en 2013 had Nederland de laagste temperatuur van april ook op 1 april. In 2012 met -5,1°C op het KNMI-station Deelen en in 2013 met -6,6°C op het KNMI-station Leeuwarden. In de nacht naar 1 april 2020 voor de derde nacht op rij matige vorst en daarvan spreken we bij een minimum-temperatuur vanaf -5,1°C. In de nacht naar 1 april 2020 op de KNMI-stations Deelen en Hupsel matige vorst met respectievelijk -5,6°C en -5,2°C. Alleen in het uiterste zuidwesten en noord/noordwesten kwam het niet tot vorst. Aan de grond ook geen grondvorst in het zuidwesten van Zeeland, de regio Lauwersmeer en op de Waddeneilanden. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Volkel met -9,2°C en verder o.a. op de KNMI-stations Twente -8,0°C , Deelen -7,9°C en Hupsel -7,6°C.
– In 2019 in de nacht naar 1 april de laagste temperatuur van -3,0°C op het KNMI-station Nieuw Beerta en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eelde met -5,3°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minima van respectievelijk -0,7°C en -0,6°C en aan de grond op beide stations -1,9°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -0,8°C en aan de grond tot -2,2°C.
– Op het KNMI-station De Bilt op 1 april 2018 op eerste paasdag met een maximum-temperatuur van 7,7°C was het kouder dan op eerste kerstdag daarvoor van 2017 met 9,1°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons in Klausheide, daar op 1 april 2018 grote sneeuwvlokken! Iets zuidelijker in Twente viel naast natte sneeuw ook ijsregen.
SNEEUW OP 1 APRIL 2022, GEEN 1 APRILGRAP
In 2022 op 1 april was het opvallend het bijzonder kleine verschil tussen de laagste- en hoogste minimum-temperatuur van nog geen 2°C. Namelijk -0,8°C op het KNMI-station Deelen tot +0,8°C op het KNMI-station Lauwersoog. Aan de grond waren de verschillen ook vrij klein van -0,7°C op de KNMI-stations Hoogeveen en Twente tot +3,2°C op het KNMI-station Lauwersoog. Merkbaar gevoeliger was de gevoelstemperatuur in de ochtend van 1 april 2022 door de matige tot vrij krachtige noordoostelijke wind landinwaarts met windkracht 4 tot 5 gevoelstemperaturen van rond -7°C. De hoogste windsnelheid werd bereikt in de regio Hoek van Holland en op het IJsselmeer met windkracht 8 een stormachtige wind.
Overdag op 1 april 2022 lagen de hoogste temperaturen aanzienlijk verder uit elkaar dan de nachtelijke minima, zowel in getal als ligging en wel met 7,2°C op het KNMI-station Vlieland tot 1,8°C op het KNMI-station Maastricht. Voor het KNMI-station Maastricht met 1,8°C een nieuw datumrecord en ook een nieuw landelijk datumrecord. Het oude datumrecord voor het KNMI-station Maastricht was 3,4°C van 1 april 1963 en het oude landelijk datumrecord was 2,5°C van 1 april 1963 op het KNMI-station Eelde.
Borculo kwam op 1 april 2022 niet hoger dan 3,7°C en dat betekende ook een nieuw datumrecord, het oude datumrecord stond op 4,2°C van 1 april 1996.
Neerslag viel op 1 april 2022 in de nachtelijke uren 14,4 millimeter op het KNMI-station Schiphol. Over het etmaal van 1 april 2022 viel in Siebengewald in het noorden van Limburg 31 millimeter aan neerslag.
Onderstaande foto maakte ondergetekende op 1 april 2022 van sneeuw, op veel plaatsen in het oosten van het land lag op 1 april 2022 wat sneeuw op de landerijen. De hoeveelheid sneeuw in het oosten van het land was duidelijk minder dan volgens de verwachting. De verklaring hiervoor was dat in de avond en nacht naar 1 april 2022 vanuit Duitsland een gebied met zachtere lucht in de hogere luchtlagen tijdelijk het oosten van het land introk en daarmee viel de meeste neerslag een groot deel van de avond/nacht in (natte) sneeuw/regen. Veel meer sneeuw elders in het land, zo lag er in de regio Arnhem/Nijmegen, de Veluwe en in het noorden van het land op veel plaatsen rond 10 centimeter, op de Posbank bij Arnhem rond 15 centimeter en Rheden spande de kroon met 17 centimeter.
Op het KNMI-station De Bilt lag op 1 april 2022 twee centimeter sneeuw en daarmee was sinds 11 april 1978 niet zoveel sneeuw gevallen op het meetveld van het KNMI-station De Bilt. Op 11 april 1978 lag op het meetveld van het KNMI-station De Bilt acht centimeter sneeuw en op 12 april 1978 lag er nog twee centimeter sneeuw. Daarna op het meetveld van het KNMI-station De Bilt alleen sprake van een gebroken sneeuwdek in april in 1998, 1999 en 2021. Op 4 april 1935 lag er nog zeven centimeter sneeuw op het meetveld van het KNMI-station De Bilt.
ETMAALGEMIDDELDE EERSTE DRIE MAANDEN
Nu in 2024 over de eerste drie maanden een etmaalgemiddelde van het jaar van 6,7°C, over dezelfde periode in 2023 6,0°C, in 2022 6,1°C, in 2021 4,3°C, in 2020 6,0°C, in 2019 5,3°C, in 2018 over dezelfde periode 3,2°C en in 2017 4,6°C in Borculo. In 2014 over de eerste drie maanden een etmaalgemiddelde ook van 6,7°C en dat is nu met 2024 het hoogste voor Borculo sinds 1981. Het etmaalgemiddelde van 2013 over de eerste drie maanden was in Borculo 1,7°C.
Het jaar 2013 is over de eerste drie maanden in Borculo het koudste jaar sinds 1996. In 1996 over de eerste drie maanden een etmaalgemiddelde van 0,6°C. Het warmste jaar over de eerste drie maanden tot 2014 was 2007 met een etmaalgemiddelde van 6,6°C in Borculo.
Het etmaalgemiddelde van 2024 is in Borculo in de loop van maart gestegen van 5,6°C op 1 maart tot 6,7°C op 31 maart, in maart 2023 van 5,3°C op 1 maart tot 6,0°C op 31 maart, in maart 2022 was dat van 5,5°C op 1 maart tot 6,1°C op 31 maart, in maart 2021 van 3,3°C op 1 maart tot 4,3°C op 31 maart, in maart 2020 van 5,7°C op 1 maart tot 6,0°C op 31 maart, in maart 2019 van 4,1°C op 1 maart tot 5,3°C op 31 maart, in maart 2018 van 2,4°C op 1 maart naar 3,2°C op 31 maart en in maart 2017 van 2,5°C op 1 maart tot 4,6°C op 31 maart. Daar zit jaarlijks nog wel verschil in en soms ook hele opmerkelijke verschillen!
Het etmaalgemiddelde van 2014 was in Borculo in de loop van maart gestegen van 5,7°C op 1 maart tot 6,7°C op 31 maart. In 2013 maar een stijging van slechts 0,1°C van het lopende etmaalgemiddelde van het jaar en wel van 1,6°C op 1 maart en op 31 maart 1,7°C. Het was de meest geringe stijging voor maart sinds 2004 in Borculo. Ook in maart 2008 maar een geringe stijging van 5,5°C op 1 maart en op 31 maart was het 5,7°C. In 2004 zelfs een daling van het etmaalgemiddelde van het lopende jaar van 3,5°C op 1 maart en 3,3°C op 31 maart. De grootste stijging van het jaargemiddelde in maart hadden we in Borculo in 2010 met op 1 maart 0,2°C en op 31 maart 2,4°C, een stijging van 2,2°C. Ook in 2003 een flinke stijging met op 1 maart 1,5°C en op 31 maart 3,6°C. In 2011 in maart een stijging van het etmaalgemiddelde van 2011 van 3,4°C op 1 maart tot op 31 maart 4,5°C. In 2012 een stijging van het etmaalgemiddelde van 2012 van 2,4°C op 1 maart tot 4,4°C op 31 maart.
Onderstaande foto’s maakte Peter de Vries, linksonder is van 30 maart 2018 en rechtsonder van 22 maart 2017. In 2018 liep de natuur duidelijk achter.
We hebben een zachte maand maart achter de rug, maar dat zegt nog niets over de rest van de lenteperiode! Een goed voorbeeld hiervan hadden we in 1991. De maand maart 1991 verliep met een etmaalgemiddelde van 8,8°C nog 0,2°C warmer dan maart 2017. Daarna sloeg het weer half april 1991 genadeloos om. Er volgde een zeer lange periode van kou. Mei 1991 had zelfs maar één warme dag van net boven de 20°C, juni daarna kwam ook maar tot twee warme dagen. In de natuur werden de platanen, die van warmte houden, pas in de loop van juni groen. Pas begin juli 1991 was het tijd voor zomerse dagen van 25°C en meer. Uiteindelijk heeft de zomer van 1991 de koude lente toch nog goedgemaakt.
Wat in maart 2018 opviel was de lage stand van de barometer. Het KNMI-station De Bilt kwam uit op een gemiddelde barometerstand van 1004,2 hectopascal (hPa) tegen normaal 1015,1 hPa. Sinds het begin van de 20ste eeuw werd alleen in maart 1909 een lagere barometerstand gemeten met 1001,7 hPa.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
Op onderstaande foto’s zijn van 1 april 2017, linksonder een bloeiende krentenboom in de regio Kudelstaart, foto is gemaakt door Peter de Vries. Rechtsonder een bloeiende pirus in de regio Breda, foto is gemaakt door Corry van Hoogenloon. Een groot verschil met 1 april 2018, toen stond er nog maar heel weinig in bloei!
In 2016 in de nacht naar 1 april de laagste temperatuur van -2,2°C op het KNMI-station Eelde en aan de grond daar -5,5°C. In het oosten had het KNMI-station Twente nog wel lichte vorst op waarnemingshoogte met -0,5°C, het KNMI-station Hupsel bleef net boven het vriespunt met 0,3°C. Aan de grond op beide KNMI-stations wel grondvorst, het KNMI-station Twente met -3,9°C en het KNMI-station Hupsel met -1,1°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,8°C in de weerhut en aan de grond tot -0,7°C.
Opmerkelijke verschillen in Duitsland in 2016 rond deze tijd! Op 30 maart 2016 in het zuiden van Duitsland in Wielenbach 24,7°C! Maar in de ochtend van 1 april 2016 in het midden van Duitsland sneeuw met in Neuastenberg 20 centimeter sneeuw en in Erfurt een sneeuwdek van 13 centimeter, in de winterperiode daarvoor was er niet zoveel sneeuw gevallen. Voor Erfurt overigens geen record, want op 3 april 1984 lag daar 24 centimeter sneeuw. Ook in de Ardennen en de Eifel viel sneeuw, in de Eifel ook nog rond tien centimeter. Onderstaande foto is van Neuastenberg, daar lag lokaal zelfs 20 centimeter sneeuw.
Op 1 april 2013 schaatsten twee waaghalzen over de randen van het deels bevroren Schildmeer. Natuurijs op 1 april en dat was geen 1 aprilgrap.
April 2011 opende op 1 april met de eerste tropische temperaturen van 2011 in het zuiden van Europa. Zo noteerde in Spanje Sevilla 30,3ºC en Santander 30,4ºC. In Portugal in Ovar 30,6ºC en in Bilbao 30,7ºC.
In 2009 op 1 april daalde de temperatuur op het KNMI-station Twente naar -1,7°C en dat was tevens de laagste temperatuur van april 2009.
Op 1 april 2001 in Soerendonk een maximum-temperatuur van 19°C en een dag later zelfs 24,2°C! De rest van april 2001 stelde niet veel voor. Het gezegde “Eén zwaluw maakt nog geen zomer, kwam weer eens uit”.
In 1996 op 1 april op het KNMI-station Twente -8,8°C als minimum-temperatuur en daarmee de laagste temperatuur voor de eerste decade van april voor Nederland sinds 1901 en de laagste temperatuur van april 1996. Verder stond in Borculo het etmaalgemiddelde van 1996 op 1 april nog maar op 0,6°C en dat is het laagste over de eerste drie maanden voor Borculo sinds 1981.
Op onderstaande foto zon dat werd gezien vanuit het ISS-ruimtestation. Foto is afkomstig van de NASA.
In 1975 vanaf 1 april tot 11 april op het KNMI-station Deelen nog negen sneeuwdekdagen, dat is nog steeds een record voor Deelen.
Op 1 april 1965 daalde de luchtvochtigheid op het KNMI-station De Bilt tot 6%. Dat is nog steeds het absolute record voor de Bilt. Venlo noteerde die dag een luchtvochtigheid van slechts 4%.
Op 1 april 1960 werd de eerste weersatelliet gelanceerd. De TIROS-1 had als opdracht de aarde te bekijken en de wolkenformaties zichtbaar te maken.
Op 1 april 1942 in Hatert met 18 millimeter de grootste neerslagaftapping van de maand.
In 1922 op 1 april op het KNMI-station De Bilt een minimum-temperatuur van -5,8°C en dat werd door de homogenisatie van data door het KNMI sinds 2016 herleid tot -6,1°C. Op de inmiddels opgeheven KNMI-stations Winterswijk en Warnsveld minimum-temperaturen van respectievelijk -5,7°C en -7,4°C. De -7,4°C op het opgeheven KNMI-station Warmsveld werd de laagste temperatuur van de maand.
Op 1 april 1674 wandelden nog 50 mensen van het eiland Wieringen over het ijs naar Medemblik en zelfs op 3 april trokken nog zes mannen van Uitdam over het ijs van de Gouwzee naar Marken.
STOFDEELTJES ALS NEERSLAGMAKER
Wist U dat stofdeeltjes en neerslag wat met elkaar te maken hebben?
Een wolk is een verzameling uiterst kleine waterdruppeltjes, ijskristallen of een mengsel van beide. Wolken veranderen voortdurend onder invloed van luchtstromingen en natuurkundige processen. In de meteorologie worden verschillende wolkentypes onderscheiden, bijvoorbeeld naar hoogte, vorm, structuur en verticale luchtstromingen.
Onder natuurlijke omstandigheden zullen wolkendruppels alleen ontstaan als er voldoende stofdeeltjes (aërosolen) in de lucht zweven. Deze aërosolen werken als condensatiekernen.
Rook kan ook dienen als condensatiekernen voor het ontstaan van wolken.
Als er veel stofdeeltjes zijn, zullen er veel wolkendruppels kunnen ontstaan, in schone lucht zullen dat er veel minder zijn. In het laatste geval zijn de druppels wel groter en kan de wolk makkelijker leeg regenen. Een wolk die bestaat uit veel kleine druppels weerkaatst meer zonlicht dan een wolk met dezelfde hoeveelheid water verdeeld over een kleiner aantal grotere druppels. Er is dus een verband tussen de hoeveelheid stof in de lucht en afkoeling van de aarde. Als er veel stof in de lucht zit en de wolkendruppels klein zijn, zal er minder snel regen kunnen ontstaan. De druppels hebben meer tijd nodig om uit te groeien tot volwaardige regendruppels. Dit heeft twee gevolgen:
– De wolk blijft langer bestaan, waardoor de afkoelende werking wordt verlengd.
– Omdat de wolkendruppels langer in de atmosfeer verblijven, zullen ze onder de juiste condities (wind, temperatuur, luchtvochtigheid) naar een grotere hoogte kunnen stijgen en daar samengaan met ijskristallen. Uiteindelijk zal dit kunnen leiden tot meer intensieve regenbuien.
De benodigde aërosolen kunnen een natuurlijke oorsprong hebben (zoals zeezout) of door menselijk handelen veroorzaakt worden, bijvoorbeeld door de industrie. Het aantal druppels en hun grootte in een wolk bepaalt hoeveel zonnestraling er weerkaatst. Als een wolk minder snel leegregent omdat bijvoorbeeld de lucht veel stof bevat, zal de afkoelende werking langer in stand blijven. De kennis van deze effecten is nog met veel onzekerheid omgeven en leidt tot onzekerheid in klimaatmodellen.