HomeHomepagezondag 26 mei

zondag 26 mei

DE WITTE NACHTEN KOMEN ER WEER AAN!

BIJZONDERHEDEN 26 MEI

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI     WEERPLAZA     WEERONLINE    KMI-BELGIE     WEER.NL     WEERNIEUWS-VERWACHTING

In 2023 op 26 mei landelijk de zevende nacht van mei 2023 met grondvorst op een KNMI-station. De laagste temperaturen op waarnemingshooogte aan de grond op drie KNMI-stations met grondvorst en dat waren Hoogeveen met -1,2°C en Twente en Wijk aan Zee met -0,3°C.
In 2023 op 26 mei met 14,5 uur zon in Borculo de zonnigste dag van 2023 tot dan. Dit jaar is tot nu toe de zonnigste dag in Borculo 12 mei met 15,2 uur zon.
Borculo passeerde in 2023 op 26 mei de grens van 600 uur zon in 2023 en daarmee stond 2023 voor Borculo op een 15e plaats in de lijst van meest zonnige jaren. De uiterste data voor de eerste 600 uur zon loopt voor Borculo uiteen van 24 april 2003 tot 30 juni 1998. In 2022 het 600e uur zon op 4 mei. Nu in 2024 zijn we nog lang niet aan 600 uur zon in Borculo, zaterdag 25 mei werd net de 500 uur bereikt.

Eind mei soms nog grote verschillen in de temperatuur, in 2020, 2015 en 2004 op 26 mei nog de IJsheiligen op bezoek en in 2018 landelijk de eerste tropische dag.

In 2020 in de nacht naar 26 mei kwamen in Twente de IJsheiligen nog op bezoek getuige de -0,1°C op het KNMI-station Twente aan de grond. De laagste minima aan de grond op de KNMI-stations Hupsel en Twente met respectievelijk 1,6°C en -0,1°C. Het KNMI-station Heino had aan de grond 0,6°C. De laagste temperaturen aan de grond werden bereikt in een strook vanaf Twente-Salland via de Achterhoek naar het oosten van Brabant. Het KNMI-station Volkel had aan de grond nog 1,0°C.

In de nacht naar 26 mei 2015 kwam het opnieuw tot grondvorst en wel op drie KNMI-stations en dat waren Hupsel, Twente en Woensdrecht. De IJsheiligen waren in mei 2015 dan ook behoorlijk actief. In de nacht naar 26 mei 2015 de laagste temperatuur op het KNMI-station Woensdrecht met 3°C. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -1,6°C, verder ook grondvorst op de KNMI-stations Woensdrecht met -1,1°C en Hupsel met -0,3°C.

De IJsheiligen waren in mei 2010 en mei 2004 op 26 mei ook nog actief, in mei 2010 zelfs nog zeer koppig. In de nacht naar 26 mei 2010 bleef de laagste temperatuur van de KNMI-stations met 0,4°C in de weerhut nog wel boven het vriespunt, aan de grond op de KNMI-stations Heino en Twente nog -3°C.
In 2004 op 26 mei ook nog de IJsheiligen op bezoek met op het KNMI-station Twente 0,0°C in de weerhut en aan de grond -4,4°C. Op diverse plaatsen langs de IJssel en op de Veluwe hadden aardappels schade opgelopen door nachtvorst.
Ook in 2001 sloegen de IJsheiligen toe op 26 mei met op het KNMI-station Eelde -0,4°C aan de grond.

Onderstaande foto maakte Leen de Koning.

In 2018 in Borculo op 26 mei de eerste tropische dag van 2018 met precies 30,0°C en landelijk op de KNMI-stations twee dagen later op 28 mei op het KNMI-station Hupsel. In 2017 werd de eerste tropische dag op 17 mei bereikt op de KNMI-stations Ell en Hoek van Holland en in Borculo op 27 mei. Voor het KNMI-station De Bilt in 2017 op 27 mei de eerste tropische dag en in 2018 op 29 mei. Voor Borculo is de vroegste eerste tropische dag altijd nog 11 mei 1998 en de meest late 19 augustus 2012. Maar in 1988 kwam het niet tot een tropische dag!
De 29,7°C op het KNMI-station Lelystad in 2018 op 26 mei was tot dan ook de hoogste temperatuur van 2018, dat was nog 29,6°C ook op het KNMI-station Lelystad op 19 april. Met de 30°C in Borculo op 26 mei 2018 ook de warmste 26 mei voor Borculo sinds 1981. Het oude record voor Borculo was 29,8°C van 26 mei 2005.

In 2021 in de nachtelijke uren de meeste neerslag op de KNMI-stations Rotterdam en Cabauw met respectievelijk 17- en 4,2 millimeter. In de regio Rotterdam had Nieuwerkerk a/d IJssel zelfs 23 millimeter.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries nabij Wilhelminaoord in Drenthe, daar zat men te wachten op een droge periode in 2021 rond deze tijd.

De lucht was op 26 mei 2017 kraakhelder en zeer schoon en dat kwam ook tot uiting in de UV-index, deze was landelijk in Bilthoven 6,7. Borculo kwam tot een UV-index van 6.

In 2009 op 26 mei kwam het op diverse plaatsen tot onweer, lokaal zwaar onweer met 69000 ontladingen o.a. in Woensdrecht met hagel met een doorsnede van 5 centimeter. Op het KNMI-station Schiphol viel in de nachtelijke uren 50 millimeter aan neerslag.

In 2006 op 26 mei viel in Borculo 8,4 millimeter regen en daarmee was het de negende dag op rij dat er elke dag meer dan vier millimeter regen viel. Dit was in Borculo nog nooit eerder voorgekomen sinds 1981 en ook daarna niet meer. Eind oktober 1998 kwam Borculo nog wel op acht dagen op rij met elke dag meer dan vier millimeter regen. In Borculo viel vanaf 18 mei t/m 26 mei 2006 ruim 96 millimeter regen.

RUIM 15 UUR ZON PER DAG

Deze dagen kunnen we voor de tijd van het jaar tot het maximale aantal uren zon per dag komen van ruim 15 uur. Dat lukte dit jaar al eerder en wel op 12 mei met 15,2 uur zon in Borculo, in 2023 lukte dat pas op 27 mei met 15,5 uur zon. In 2022 t/m 26 mei de zonnigste dag 14,9 uur zon op 8 mei, in 2021 over dezelfde periode op 27 april met 14 uur zon. In 2020 t/m 26 mei de zonnigste dag 21 mei met 15,5 uur zon en over het hele jaar was dat 24 juni met 16,1 uur zon. In 2019 was de zonnigste dag in Borculo 29 juni met 16,2 uur, in mei was dat precies 15 uur op 13 mei. In mei 2018 lukte dat niet in Borculo, toen kwam de zonnigste dag in mei tot 14,7 uur zon en de zonnigste dag van het jaar was 1 juli met 16,3 uur zon. In 2017 lukte dat ruimschoots in mei met op 26- en 27 mei met respectievelijk 15,7- en 15,5 uur zon en over het hele jaar 19 juni met 16 uur zon. De zonnigste dag in de jaren 2021 t/m 2023 kwamen respectievelijk in Borculo tot 15,6 uur, 15,4 uur en 16,2 uur.
In 2012 vanaf 24- t/m 26 mei drie dagen op rij met meer dan 15 uur zon, dat hadden we in Borculo sinds begin juni 2011 niet meer gehad. Drie dagen op rij met meer dan 15 uur zon in mei hebben we voor 2012 in mei 2001 gehad, toen zelfs vier etmalen op rij met meer dan 15 uur zon. De laatste keer met drie dagen op rij 15 uur zon of meer had Borculo in 2018 eind juni/begin juli met zelfs vijf dagen op rij. Daarvoor in juli 2013 met drie dagen op rij 15 uur en meer zon. De langste periode met elke dag meer dan 15 uur zon had Borculo in juli 2006 met zeven dagen op rij.

REEKS WARME DAGEN

In 2018 op 26 mei de zevende warme dag op rij en daar kwam pas een eind aan op 12 juni met 18,8°C in Borculo. Daarmee in 2018 in Borculo een reeks warme dagen op rij van 23 dagen, voor Borculo een record zo vroeg in het jaar. Het oude record was 25 dagen op rij uit het jaar 2003 die begon op 26 mei. In 2019 was de langste reeks warme dagen op rij in Borculo 15 dagen en wel van 19 augustus t/m 2 september, in 2020 elf warme dagen van 13- t/m 23 september, in 2021 32 warme dagen op rij van 2 juli t/m 2 augustus. In 2022 de langste periode van 68 warme dagen op rij van 8 juli t/m 13 september en dat is een record voor Borculo. Hiervoor de langste reeks warme dagen op rij had Borculo in 2018 met vanaf 25 juni t/m 24 augustus 61 dagen op rij. In 2023 kwam Borculo tot de langste reeks van 31 warme dagen op rij.
In 2003 vanaf 26 mei een opmerkelijke start van een reeks warme dagen van boven de 20°C en die duurde t/m 19 juni en dat bracht het totaal op een reeks van 25 warme dagen voor het KNMI-station De Bilt. Nooit eerder begon een zo lange reeks warme dagen zo vroeg.
Sinds het jaar 1901 is het drie keer gebeurd dat een reeks van tenminste 25 warme dagen van boven de 20°C voor de langste dag begon op het KNMI-station De Bilt. De vroegste warme reeks begon op 9 juni in 1930. In 2017 kwam Borculo vanaf 21 mei tot een reeks van 16 warme dagen op rij t/m 5 juni. Een vroege lange reeks warme dagen had Borculo ook in 1992 met vanaf 13 mei t/m 2 juni 21 dagen op rij van 20°C en hoger.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons van een wilde roos in de omgeving Klausheide.

WITTE NACHTEN

De tijd van de witte nachten komt er weer aan! Een witte nacht is een nacht waarin het niet volledig donker wordt. Zulke nachten komt men tegen op plaatsen die 60° of meer boven de evenaar liggen, zodat de zon niet volledig achter de horizon kan wegzakken en ook ’s nachts blijft schijnen. Men kan de dagelijkse activiteiten zoals lezen voortzetten zonder een kunstmatige lichtbron te moeten gebruiken. De stad Sint-Petersburg staat bekend om haar witte nachten. De periode van mei en juni heeft heldere nachten, maar de echte witte nachten duren van 11 juni tot 2 juli. Sint-Petersburg bevindt zich in de noordwestelijke hoek van Rusland. De dichtstbijzijnde buurlanden zijn Finland en Estland. De oppervlakte is 606 vierkante kilometer. Sint-Petersburg is de noordelijkste grote stad ter wereld. De hoogtebreedte positie van de stad legt het verschijnsel van de witte nachten uit. De witte nachten beginnen vanaf rond 26 mei en duren gewoonlijk 50 dagen. Tijdens deze periode gaat de zon maar tot 9° naar beneden, dus de avondschemering verenigd zich met de ochtend. Het klimaat is nat, een zeeklimaat, met een gematigde warme zomer, met een gemiddelde temperatuur van +18°C en een gematigde koude lange winter met een gemiddelde temperatuur van -8°C. Af en toe komt het tot watersnood, meestal in de herfst met de sterke westenwind. De stad had in het verleden al meer dan 300 watersnoden. De grootste watersnood vond plaats op 7 november 1824, toen kwam het water op 4,1 meter hoger dan het normale.
Onderstaande foto is gemaakt in de witte nacht in Sint Petersburg, echt donker is het niet.

De witte nachten moeten we niet verwarren met de middernachtzon. De middernachtzon die ook wel de pooldag wordt genoemd is het verschijnsel waarbij de zon ’s nachts niet onder de horizon komt. Deze middernachtzon is alleen te zien ten noorden van de noordpoolcirkel, o.a. in Alaska en het noorden van Canada, Rusland en van de Scandinavische landen Noorwegen, Zweden en Finland, of ten zuiden van de Zuidpoolcirkel, waar Antarctica ligt.
Sint-Petersburg ligt nog ruimschoots beneden de noordpoolcirkel. De middernachtzon is in zijn geheel te zien van midden mei tot eind juli. Daarvoor en daarna gedeeltelijk.
Hieronder een foto van de middernachtzon vanaf de Lofoten in het noorden van Scandinavië, de zon op zijn laagste stand.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

De laagste temperatuur voor het KNMI-station De Bilt voor 26 mei is 1,5°C in 1990, aan de grond toen -2,3°C.

 In 1988 op 26 mei op het KNMI-station Eelde met 30,2°C de eerste tropische dag van 1988.

Op 26 mei 1985 was het tweede pinksterdag, op het KNMI-station Eelde werd het toen 31°C.

Op 26 mei 1983 op het KNMI-station Maastricht (Beek) een maximum temperatuur van 8,4°C en daarmee landelijk het laagste maximum zo laat in het seizoen. In de ochtend van 26 mei een 24-uursaftapping van 45 millimeter in Megen en Valkenburg, 42 millimeter in Noorbeek en 28 millimeter in Hoensbroek. Op het KNMI-station Maastricht (Beek) regende het 19 uur.

Op 26 mei 1972 stond er een storm met windkracht 10 langs de kust.

Op 26 mei 1946 op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 12,5°C.

Op 26 mei 1922 kwam er een einde aan de vroegste hittegolf voor Nederland sinds 1901.

Op 26 mei 1920 werd tijdens een bui met onweer te Wapenveld 94 millimeter neerslag afgetapt.

ONWEER IN MEI

Op 26 mei 2009 kreeg Nederland één van de zwaarste mei-onweer sinds zeker 30 jaar voor de kiezen. Enorme onweerscomplexen trokken vooral over het westen en noorden en veroorzaakten veel schade. Gepaard gaande met zware windstoten, o.a. Schiphol had een windstoot van 104 kilometer per uur en in Amersfoort een windstoot van 115 kilometer per uur. Veel bomen moesten het ontgelden en autosnelwegen en secundaire wegen moesten vanwege zware regenval worden afgesloten. Door het zware onweer kon men met gemak de krant in de nachtelijke uren buiten lezen. In totaal registreerde het Belgisch-Nederlands bliksemmeetnet 75.000 ontladingen en de supercel die over de Benelux trok leverde maar liefst 15.000 blikseminslagen op. Op sommige plekken was er iedere seconde een ontlading! Ook op diverse plaatsen hagel met een doorsnede van rond vijf centimeter. Ook grote verschillen in neerslag met o.a. in Zwanenburg 76 millimeter tegen slechts één millimeter in Arnhem.
Zware onweersbuien kunnen soms bakken met water achterlaten, zo viel er op 26 mei 1920 in Wapenveld uit één bui 94 millimeter.

Onweer mag dan een mooi schouwspel geven, wel is en blijft het levensgevaarlijk!

error: Content Protected