HomeHomepagezaterdag 19 oktober

zaterdag 19 oktober

VAN NOORD NAAR ZUID RUIM 10°C VERSCHIL!
DE TIJD VOOR DE WINTERSTALLING IS WEER AANGEBROKEN!

BIJZONDERHEDEN 19 OKTOBER

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI     WEERPLAZA     WEERONLINE    KMI-BELGIE     WEER.NL     WEERNIEUWS-VERWACHTING

De hoogste en laagste temperatuur voor de tweede decade van oktober liggen voor de locaties vrij dicht bij elkaar in Zuid-Limburg. Op 18 oktober 1921 werd op het KNMI-station Maastricht het decaderecord gemeten met 28,2°C, door de homogenisatie van data door het KNMI is deze temperatuur sinds 2016 herleid tot 27,2°C. Het koude-decaderecord is in handen van het KNMI-station Echt in Limburg die inmiddels is opgeheven, dat werd gemeten in de nacht van 18 op 19 oktober 1972 met -6,3°C.
Voor dit jaar op zaterdag 19 oktober zaten we daar tussenin met 10,3°C als landelijk de laagste temperatuur op het KNMI-station Terschelling en 17,3°C als landelijk de hoogste temperatuur op het KNMI-station Ell. In 2023 op 19 oktober 7,4°C als landelijk de laagste temperatuur op het KNMI-station Nieuw Beerta en 19,3°C als landelijk de hoogste temperatuur op het KNMI-station Maastricht.
In 2023 op 19 oktober vrij grote temperatuurverschillen tussen het noorden en zuiden van het land. Werd het nog 19,3°C op het KNMI-station Maastricht, in het noorden kwam het KNMI-station Nieuw Beerta niet hoger dan 8,7°C. Daarmee een temperatuurverschil van 10,6°C. Het temperatuurverschil werd zeker voor het gevoel nog eens versterkt door de wind, in het noorden een windkracht 6 en in het zuiden windkracht 3 tot 4. Dit jaar was het temperatuurverschil veel kleiner met de hoogste temperatuur van 17,3°C op het KNMI-station Ell tot het laagste maximum van 14°C op de KNMI-stations Lauwersoog en Terschelling en daarmee een verschil van 3,3°C.

Evenals in 2023 op 19 oktober ook dit jaar op zaterdag 19 oktober geen droge dag. In 2023 op 19 oktober over het etmaal op de KNMI-stations Lauwersoog en Terschelling respectievelijk 20- en 18-millimeter, maar lokaal meer met 22 millimeter in Heiloo. Nu op zaterdag 19 oktober tot 18 uur de hoogste aftapping 27,3 millimeter op het KNMI-station Volkel.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons, naarmate we verder in de herfstperiode komen hoe mooier en feller de kleuren.

In 2022 in de nacht naar 19 oktober de laagste minimum-temperaturen van 1,3°C op de KNMI-stations Deelen en Twente en 1,5°C op het KNMI-station Hupsel. Aan de grond de laagste temperaturen van -1,5°C en -1,3°C op respectievelijk de KNMI-stations Deelen en Twente. Daarmee was het de vierde nacht van oktober 2022 met grondvorst, de overige nachten met grondvorst waren de nachten naar 9-, 11- en 12-oktober.
De laagste temperatuur op het KNMI-station Twente van 1,3°C werd bereikt even na 8 uur in de ochtend. De KNMI-stations Deelen, Twente en De Bilt waren de enige KNMI-stations met grondvorst, het KNMI-station Voorschoten bleef precies op 0,0°C steken aan de grond en het KNMI-station Hupsel had 0,5°C aan de grond.

Enkele jaren met op 19 oktober al lichte vorst op waarnemingshoogte zijn:
In 2003 op 19 oktober lichte vorst op het KNMI-station Leeuwarden met -3,4°C. Aan de grond in die nacht op het KNMI-station Eelde -6,6°C.
Op 19 oktober 1998 daalde de temperatuur op het KNMI-station Eindhoven tot -2,6°C en aan de grond tot -6,4°C. Dit was tevens de laagste temperatuur van oktober 1998. Het KNMI-station Woensdrecht had toen -2,4°C. In De Bilt daalde de temperatuur toen tot -1,1°C en dat was de eerste vorstdag van het naseizoen van 1998 voor het KNMI-station De Bilt.
In 1983 had Borculo op 19 oktober de eerste vorstdag van het seizoen met -1,5°C.
In 1972 op 19 oktober daalde de temperatuur op het inmiddels opgeheven KNMI-station Echt tot -6,3°C en dat is voor Nederland nog de laagste temperatuur voor de tweede decade van oktober.
Op 19 oktober 1967 op het inmiddels opgeheven KNMI-station Epen lichte vorst met -0,7°C.

Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit het Groningse Zuidhorn, ook voor de watersport komt het eind van het seizoen in zicht en de winterstalling kan worden opgezocht.

– In 2021 op 19 oktober werd de warme grens van 20°C bereikt op de KNMI-stations Rotterdam, Wilhelminadorp en Westdorpe met 20,2°C als hoogste temperatuur op het KNMI-station Westdorpe. De 20,2°C op het KNMI-station Westdorpe was landelijk de hoogste temperatuur sinds 27 september daarvoor toen het KNMI-station Nieuw Beerta tot 21,5°C kwam. Verder werd de 20,2°C op het KNMI-station Westdorpe de hoogste temperatuur van oktober 2021.

– In 2018 in de nacht naar 19 oktober tijdens brede opklaringen de laagste temperatuur van -0,7°C op het KNMI-station Eelde en aan de grond -4,7°C en dat is bijna matige vorst aan de grond. Het KNMI-station Heino had ook grondvorst met -2,2°C. Verder nog grondvorst in Noord-Holland op de KNMI-stations Berkhout en Wijk aan Zee met respectievelijk -0,7°C en -0,5°C. In het Drenthse Wijster op waarnemingshoogte +0,7°C en aan de grond -2,7°C.

– Op 19 oktober 2016 om 13.30 uur was het in Borculo nog geen 8°C! In 2016 nog niet eens de koudste 19 oktober, want in 1991 bleef de temperatuur in Borculo al steken bij 7°C.

Onderstaande foto maakte Peter Visser aan het strand bij Kijkduin. Daar is men volop bezig om de strandpaviljoens weer af te breken, het seizoen zit er weer op.

HOGE OKTOBER-MINIMA

   Evenals in de oktobermaanden van 2018, 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023 zijn ook nu in oktober 2024 nog geen temperatuur-records gemeten. In de nacht naar 19 oktober 2014 bijzonder hoge minimum-temperaturen van 13,3°C op het KNMI-station Arcen tot 18,7°C op het KNMI-station Wijk aan Zee. In Borculo daalde de temperatuur toen tot 14,3°C in de nacht naar 19 oktober 2014 en dat is voor Borculo het hoogste minimum voor 19 oktober sinds 1981. Voor Borculo is het minimum record voor de tweede decade van oktober tot 2018 14,7°C van 20 oktober 2012 en de hoogste minimum-temperatuur voor oktober tot 2018 is 15°C van 23 oktober 2013. Beide records zijn gesneuveld in oktober 2018 met 15,8°C van 13 oktober. De hoogste minimum-temperatuur in Borculo van oktober 2019 was 13,6°C van 15 oktober, van oktober 2020 is dat 12,0°C van 31 oktober, van oktober 2021 14,4°C van 20 oktober, van oktober 2022 is dat 13,2°C van 5 oktober en van oktober 2023 16,4°C van 13 oktober.

Het KNMI-station De Bilt had in de nacht naar 19 oktober 2014 een minimum-temperatuur van 15,1°C. Het record voor de laagste minimum-temperatuur voor 19 oktober stond voor het KNMI-station De Bilt nog op 14,1°C van 19 oktober 2001. Als de temperatuur tot 2 uur in de nacht naar 20 oktober 2014 boven de 14,1°C zou blijven dan was het voor De Bilt een nieuw datumrecord. Voor het etmaal wordt altijd met de Greenwich Time gerekend en die loopt van 00- tot 00 uur GMT. Voor de wintertijd is dat van 1 uur tot 1 uur en voor de zomertijd van 2 uur tot 2 uur in de nacht. En dat lukte want het minimum van het etmaal van 19 oktober 2014 voor het KNMI-station De Bilt werd 14,8°C.
Op het KNMI-station De Bilt is een minimum-temperatuur van 15,0°C of hoger tot 2018 na 10 oktober nog nooit gemeten sinds 1901. Op 10 oktober 2011 werd op het KNMI-station De Bilt 16,3°C gemeten en dat is het record tot 2018 voor de minimum-temperatuur voor oktober. Na 10 oktober staat het minimum-record voor het KNMI-station De Bilt tot 2018 op 14,9°C van 24 oktober 2004. In 2018 werd na 10 oktober op 13 oktober het nieuwe minimum-record van het hoogste minimum na 10 oktober bereikt met 15,4°C.

Onderstaande foto maakte Dick Scheer op de Posbank bij Arnhem, een prachtig stuk natuur.

NEERSLAG

In 2016 op 19 oktober voor Borculo tot 20 uur de zevende droge dag op rij en dat hadden we sinds eind mei daarvoor niet meer gehad. In 2016 op 19 oktober voor Borculo met 22,8 millimeter de hoogste aftapping sinds 30 mei daarvoor toen er in Borculo 49,2 millimeter naar beneden kwam. Voor Borculo op 19 oktober 2016 met 22,8 millimeter ook de hoogste oktober-aftapping sinds oktober 2009 met op 8 oktober 27 millimeter en veruit de natste 19 oktober sinds 1981.
Oktober staat nu in Borculo op 56 millimeter, over dezelfde periode in oktober 2023 88 millimeter, in oktober 2022 36 millimeter, in oktober 2021 40 millimeter, in oktober 2020 50 millimeter, in oktober 2019 91 millimeter en dat was heel wat meer dan in oktober 2018 t/m 19 oktober met acht millimeter. In oktober 2017 t/m 19 oktober 45 millimeter en dat was vijf millimeter meer dan in oktober 2016 over dezelfde periode. Normaal voor de hele maand oktober is voor Borculo 76 millimeter.

Het jaartotaal aan neerslag staat inmiddels in Borculo op 951 millimeter, over dezelfde periode in 2023 857 millimeter, in 2022 526 millimeter, in 2021 685 millimeter, in 2020 over dezelfde periode 577 millimeter, in 2019 614 millimeter, in 2018 478 millimeter en in 2017 over dezelfde periode 725 millimeter en dat was één millimeter meer dan in 2016 over dezelfde periode. Het jaar 2016 en 2017 stonden daarmee net buiten de top 10 van droogste jaren sinds 1981. In 2018 met 478 millimeter t/m 19 oktober is 2018 voor Borculo het op één na droogste jaar, alleen 1996 is droger met 451 millimeter t/m 19 oktober.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons, bloeiende huislook in Klausheide.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

Rond 19 oktober 2016 nat en onstuimig. Aan de kust stond tot in de middag veel wind tot stormachtig met op het KNMI-station Hoek van Holland een hoogste windstoot van 96 kilometer per uur. In de nacht naar 19 oktober 2016 33 millimeter op het KNMI-station Berkhout. Het KNMI-station Twente ving de meeste neerslag overdag op met 15 millimeter. Verder viel in Borculo overdag 14,6 millimeter en daarmee kwam het etmaaltotaal uit op 21,2 millimeter.

Landelijk viel in Noord-Holland op 18-19 oktober 2016 op veel plaatsen meer dan 40 mm en wel van 40 millimeter in Uitgeest 40 tot 60 millimeter in Purmerend. In Castricum bedroeg de maandsom al 118 millimeter.

Op de KNMI-stations Deelen en Lelystad had de zon van 14 t/m 19 oktober 2015 niet geschenen, zes zonloze dagen op rij.

Op 19 oktober 2014 kreeg het KNMI-station Hupsel in korte tijd nog 10 millimeter te verwerken. Ook het KNMI-station Terschelling kreeg overdag 10 millimeter in de regenmeter. In Borculo viel in de tweede helft van de middag 2,6 millimeter, in Winterswijk bijna 7 millimeter, Varsseveld 7,6 millimeter en Lichtenvoorde 8,2 millimeter.

In de nacht naar 19 oktober 2013 was een zwakke maansverduistering te zien, maar deze was weinig spectaculair.

In oktober 2013 zeer grote neerslagverschillen in Nederland! Tot de ochtend van 19 oktober 2013 viel in Assen slechts 24 millimeter en in het Limburgse Schinveld 27 millimeter, daarentegen in Goedereede stond de teller op maar liefst 202 millimeter.

Zuidhorn had in oktober 2012 t/m de 19e oktober in de ochtend al 93 millimeter regen opgevangen en in Nieuwerkerk aan de IJssel stond de teller toen ook al op 102 millimeter.

Op 19 oktober 2003 passeerde het KNMI-station De Kooy bij Den Helder de grens van 2000 uren zon. Normaal voor het hele jaar is 1649 uur zon. Het KNMI-station De Bilt had over dezelfde periode 1843 uur zon.

Op de luchthaven Palma de Mallorca werd op 19 oktober 2014 een maximum-temperatuur van 33,6ºC gemeten. Niet eerder was het daar, in een reeks vanaf 1954, zo heet in oktober en dat op de 19e van de maand! Het record stond op 33,2ºC en dateerde van 5 oktober 2004. In Santa Cruz de Tenerife viel op 19 oktober 2014 totaal 141 millimeter waarvan 103 millimeter in een uur tijd.

Op 19 oktober 1986 viel op het KNMI-station De Bilt 28,2 millimeter neerslag en dat was het datumrecord voor de neerslag voor het KNMI-station De Bilt tot 2010. Op 19 oktober 2010 het nieuwe datumrecord met 32,4 millimeter. Overigens was 19 oktober 1986 de start van een herfstinval met regen, storm en onweer.

Op 19 oktober 1969 op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 20°C en op het KNMI-station Eelde 9,9°C.

Onderstaande foto maakte Ans Prinsen uit Meddo bij Winterswijk in de ochtend van 19 oktober 2014 met een zeer vroege zonsopkomst voor de tijd van het jaar van voor 8.30 uur!

PINE-ISLAND-GLETSJER

In het westelijk deel van Antarctica kan men de grote Pine-Island-gletsjer vinden. Deze heeft een dikte van 2,5 kilometer en “stroomt” door een dal dat tot 1500 meter onder de zeespiegel ligt. Voor de wetenschappers is deze gletsjer van wetenschappelijk belang, mede ook door zijn enorme omvang. Begin oktober 2007 was er nog een stuk ijsberg van deze gletsjer afgebroken, deze had een lengte van 34 kilometer en een breedte van 20 kilometer, bijna zo groot als de oppervlakte van de stad New York. De beweging van deze gletsjer richting zee wordt al jaren nauwlettend in de gaten gehouden. De afgelopen jaren is de snelheid richting zee duidelijk toegenomen. Momenteel beweegt de gletsjer met een snelheid van ongeveer een meter per jaar richting zee en het ijs op de Pine-Island-gletsjer zakt nu 16 meter per jaar. Sinds 1994 is de gletsjer al rond 100 meter lager geworden. Eerdere berekeningen deden vermoeden dat de gletsjer nog zo’n 600 jaar zou kunnen bestaan. Volgens de jongste cijfers zal de gletsjer binnen 100 jaar verdwenen zijn. Het smelten van de gletsjer zou het zeeniveau met drie centimeter doen stijgen. De onderzoekers maken zich echter vooral zorgen om het ijs achter de gletsjer. Indien dat smelt, kan het zeewater 20 tot 30 centimeter stijgen. Maar wees niet ongerust, in tegenstelling tot de Noordpool neemt het ijsvolume op de Zuidpool nog wel toe.
Uit onderzoek is wel gebleken dat er elke vijf tot tien jaar een grote massa ijs van de gletsjer afbreekt, de laatste keer gebeurde dit in 2001. Het smelten van drijvend ijs heeft overigens geen invloed op het zeeniveau. Het grootste deel van een ijsberg bevindt zich onder water en ijs neemt meer ruimte in dan water. Van een ijsberg bevindt zich 10% boven water en 90% onder water, een ijsberg die 10 meter boven het wateroppervlak uitsteekt heeft nog 90 meter ijsberg onder water.

Op onderstaande foto een autosub waarmee onderzoekingen worden verricht.

Een autosub is een zelfsturend onderwater voertuig waarmee onderzoekingen kunnen worden verricht, een los onbemande robotonderzeeër met een eigen energievoorziening in de vorm van batterijen. Het is een duikboot met een lengte van zeven meter, een gewicht van 3,5 ton en heeft een maximum snelheid van zes kilometer per uur. De autosub kan tot 1600 meter diep duiken en kan 400 kilometer afleggen voordat de batterijen opnieuw opgeladen moeten worden. Deze kleine onderzeeër is helemaal volgepakt met apparatuur zoals drie dimensionale sonarapparatuur om de zeebodem en de ijslaag drie dimensionaal in kaart te kunnen brengen. Ook bevindt zich verschillende meetapparatuur aan boord om de conditie van het zeewater te bepalen, zoals zuurstofconcentratie, temperatuur en zoutgehalte. Met deze gegevens kunnen de richtingen van de zeestromingen en de smeltsnelheid van het ijs bepaald worden. Ook kan men hiermee de conditie van het ijs van de gletsjer bestuderen en kan men zien waar de gletsjer de laatste jaren het meest aan smelten onderhevig was.

Deze autosub is een volledig zelfstandige robotonderzeeër zonder verbinding met een schip en zonder bestuurder, ze kunnen geprogrammeerd worden om missies onderwater uit te voeren zonder verdere communicatie met de oppervlakte. Aan het eind van de missie komen ze op een afgesproken punt weer boven water waar ze door een schip met een kraan uit het water getakeld kunnen worden. Inmiddels zijn door de autosub al diverse missies onder het ijs van Pine-Island-gletsjer uitgevoerd, bij elke trip is 60 kilometer onder het ijs afgelegd en in totaal is al meer dan 110 vierkante kilometer in kaart gebracht.

error: Content Protected