DONDERDAG IN HET TEMPERATUURVERLOOP DE OMGEKEERDE WERELD!
DE GRENS VAN 2000 UUR ZON IN 2022 OP 7 NOVEMBER IN BORCULO!
BIJZONDERHEDEN 7 NOVEMBER
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Donderdag 7 november in het temperatuurverloop regionaal een omgekeerde wereld! Want voor veel stations werd de hoogste temperatuur al bereikt in de nachtelijke uren en de laagste temperatuur overdag, ook in Borculo. De hoogste temperatuur was in Borculo even na middernacht 5,8°C en overdag kwam de temperatuur niet hoger dan 5,1°C. De laagste temperatuur werd in Borculo bereikt rond 12.30 uur met 2,6°C.
Landelijk was de hoogste temperatuur 11,4°C en dat werd ook bereikt even na middernacht op het KNMI-station Vlissingen en overdag werd het daar ruim 8°C als maximum-temperatuur. De laagste temperatuur landelijk was 2,9°C en dat werd bereikt op het KNMI-station Hupsel overdag rond 11 uur.
Ook met de laagste temperatuur aan de grond op klomphoogte de omgekeerde wereld t.o.v. de laagste temperatuur op waarnemingshoogte. Normaal is de laagste temperatuur op klomphoogte duidelijk lager dan op waarnemingshoogte. Nu was de laagste temperatuur op klomphoogte hoger dan op waarnemingshoogte. In Borculo 2,6°C als laagste temperatuur op waarnemingshoogte en aan de grond op klomphoogte 3,3°C.
In 2022 een bijzondere datum 7 november voor Borculo! Want Borculo passeerde de grens van 2000 uur zon in 2022 en daarmee werd voor het derde jaar sinds het begin van de automatische zonurenregistratie in 1995 de 2000-uurgrens overschreden. Eerder lukte dat in Borculo in 2003 en 2018.
Het jaar 2022 werd uiteindelijk het zonnigste jaar voor Borculo met totaal 2130,7 uur zon! Het zonnigste jaar voor 2022 was 2018 met over het hele jaar 2025,5 uur. Nu in 2024 t/m 7 november staat de teller in Borculo op 1509 uur zon en daarmee nu al bijna 500 uur minder zon dan in 2022 over dezelfde periode. In 2023 in Borculo t/m 7 november 1685 uur zon en toen ook al 315 uur zon minder dan in 2022 over dezelfde periode. Ook de herfst van 2024 heeft minder zonuren tot op heden dan over dezelfde periode in de herfst van 2022 en dat was in de herfst van 2023 niet anders. In de herfst van 2022 t/m 7 november 356 uur zon en nu in de herfst van 2024 t/m 7 november 337 uur en dat was in de herfst van 2023 322 uur zon.
Donderdag 7 november een dag met geen verschil in uren zon, het hele land bleef namelijk zonloos. In 2023 op 7 november wel degelijk verschil in zonuren, van 8 uur zon in Zeeland tot 1,5 uur zon in Zuid-Limburg.
In de maximum-temperaturen zat wel meer verschil op donderdag 7 november van 11,4°C op het KNMI-station Vlissingen tot 5,3°C op de KNMI-station Hupsel, een verschil van ruim 6°C. Dat verschil was in 2023 op 7 november 2,4°C met 13,3°C op het KNMI-station Den Helder tot 10,9°C op de KNMI-stations Maastricht en Nieuw Beerta.
Dit jaar op donderdag 7 november lokaal af en toe wat motregen en dat was in 2023 op 7 november wel anders met over het etmaal van 7 november 12,2 millimeter op het KNMI-station Lauwersoog. In de ochtend van 7 november 2023 tapte Hoogwoud en Purmerend over 24 uur 110 millimeter af en in Bergen 113 millimeter. Na zeven etmalen in november 2023 was er op veel plaatsen in Noord- en Zuid-Holland al over de 100 millimeter gevallen, nu in november 2024 is de hoogste aftapping t/m donderdag 7 november 15 millimeter op het KNMI-neerslagstation Castricum.
Onderstaande foto maakte Leen de Koning in de regio Nieuwerkerk a/d IJssel op 7 november 2023, aan regen in het westen van het land geen gebrek. In 2023 op 7 november landelijk voor het derde jaar op rij neerslag van betekenis. De laatste droge 7 november had Nederland daarvoor in 2020, nu in 2024 op 7 november lokaal motregen die amper meetbaar was op de KNMI-stations.
In 2022 verliep het etmaal van 7 november nat met de meeste neerslag vanaf middernacht tot in de avond 20 uur op de KNMI-stations Den Helder en Stavoren met respectievelijk 16,2- en 11,6 millimeter. In de nachtelijke uren viel op de KNMI-stations Stavoren en Berkhout respectievelijk 7,2- en 7 millimeter en overdag op de KNMI-stations Den Helder en Terschelling respectievelijk 15,3- en 8,7 millimeter. Daarbij temperaturen van 7,7°C als laagste temperatuur in de nachtelijke uren op het KNMI-station Eelde en 15,3°C als hoogste maximum-temperatuur op het KNMI-station Eindhoven. Ook vrij veel wind met in het noordwestelijk kustgebied windstoten tot 81 kilometer per uur.
In 2021 in de nacht naar 7 november de meeste neerslag voor de noordelijke provincies waarbij het KNMI-station Eelde als enige de dubbele cijfers haalde met 10,2 millimeter. Vanaf middernacht tot in de avond 19 uur viel de meeste neerslag ook op het KNMI-station Eelde met 11 millimeter. De temperaturen liepen op tot ruim 13°C in het westelijk kustgebied met als hoogste temperatuur 13,3°C op het KNMI-station Wijk aan Zee even na middernacht. Overdag op 7 november de hoogste temperatuur op het KNMI-station Schiphol met 13,0°C. Daarmee in de nachtelijke uren warmer dan overdag. Verder ook veel wind tot windkracht 8 op Vlieland en dat is een stormachtige wind.
Op onderstaande foto een wolkenboog, foto is gemaakt door Peter de Vries in het Drentse landschap. Een wolkenboog is meestal kleurloos en lijkt verder op een regenboog. In een wolkenboog wordt het licht gebroken door zeer kleine vloeibare druppeltjes die wel groter zijn dan de wolkendruppeltjes. Bij een regenboog komen de kleuren te voorschijn door breking van het licht door veel grotere druppels of ijskristalletjes.
– In 2020 in de nacht naar 7 november geen vorst op waarnemingshoogte en aan de grond op vier KNMI-stations grondvorst. De koudste plek aan de grond het KNMI-station Ell met -2°C en verder op de KNMI-stations Heino, Lelystad en Woensdrecht grondvorst met respectievelijk -1°C , -0,2°C en -0,1°C.
– In 2019 in de nacht naar 7 november aan de grond op uitgebreide schaal lichte vorst in een strook vanaf Twente tot op de Wadden. De laagste temperatuur van 0,2°C op het KNMI-station Hoogeveen en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -1,5°C gevolgd door het KNMI-station Heino met -1,4°C. Op de Wadden had het KNMI-station Terschelling ook grondvorst met -1,0°C.
– Een koude nacht in 1908 in de nacht naar 7 november, toen had het KNMI-station De Bilt -7,7°C. Dat is voor De Bilt altijd nog de laagste temperatuur voor 7 november sinds 1901. Door de homogenisatie van data door het KNMI is sinds 2016 dit minimum herleid tot -7,6°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide, paddenstoelen groeien soms op de meest vreemde plaatsen.
STROOIWAGENS WEER OP PAD
In 2017 in de nacht naar 7 november kwam het landelijk tot de eerste vorst van het seizoen op waarnemingshoogte. Aan de grond was de eerste vorst al gemeten op 9 oktober met -1,2°C op het KNMI-station Twente. Verder kwam het op diverse plaatsen tot mist. Met de combinatie van vorst en mist werden de strooiwagens op enkele locaties op pad gestuurd, dat met name voor sommige bruggen, viaducten en op- en afritten. Zo gingen de strooiwagens o.a. in Twente al op pad. In de nacht naar 7 november 2017 de laagste temperatuur tot 7 uur van -2,8°C op het KNMI-station Eindhoven en na 7 uur daalde de temperatuur op de KNMI-stations Volkel en Woensdrecht nog naar -3,4°C en dat werd ook de laagste temperatuur van de herfst van 2017. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eindhoven met -6,2°C. De oostelijke KNMI-stations Twente en Hupsel hadden een minimum-temperatuur van respectievelijk -2,6°C en -2,1°C op waarnemingshoogte, aan de grond -5,2°C en -3,9°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -2,5°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -3,2°C.
In 2017 zeker geen vroege eerste vorst op waarnemingshoogte. In 2016 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 9 oktober met -1,1°C op het KNMI-station Deelen. In 2018 landelijk de eerste vorst op waarnemingshoogte op 29 september op het KNMI-station Twente met -0,8°C. In 2019 de eerste lichte vorst op 29 oktober met o.a. op de KNMI-stations Eelde en Twente respectievelijk -0,4°C en -0,5°C. In 2020 de eerste lichte vorst op het KNMI-station Twente op 17 oktober met -0,7°C. In 2021 de eerste lichte vorst op 16 oktober op het KNMI-station Twente met -0,5°C. In 2022 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 14 november op het KNMI-station Ell met -1,1°C.
Maar het kan ook veel later, in 2000 pas de eerste landelijke vorst op waarnemingshoogte op 17 december en dat was met -0,2°C op het KNMI-station Eindhoven ook nog maar net aan vorst! De meest vroege eerste vorst op waarnemingshoogte had Nederland in 1971 op 15 september met -0,1°C op het KNMI-station Deelen. Voor Borculo lopen de eerste- en meest late eerste vorstdag uiteen van 8 oktober 1994 met -1°C tot 18 december 2000 met -0,2°C.
DATUMRECORDS
Het datumrecord voor 7 november in Borculo staat op 18,1°C en dat werd bereikt in 2015. Evenals in de nacht waren de temperaturen in 2015 op 7 november overdag ook bijzonder hoog. Voor Borculo een dik dagrecord voor 7 november in 2015, het oude record was “slechts” 13,6°C van 7 november 2013.
Het KNMI-station De Bilt kwam 7 november 2015 tot een maximum-temperatuur van 18,5°C en daarmee voor de tweede dag op rij een nieuw dagrecord. Het oude dagrecord voor De Bilt stond op 17,7°C van 7 november 1955 en 1965. Voor De Bilt met een minimum van 14,1°C en etmaalgemiddelde van 16,3°C ook nieuwe dagrecords. Overigens werd op het KNMI-station De Bilt op 4 november 1994 ook 17,7°C gemeten.
Landelijk de hoogste temperatuur op 7 november 2015 op de KNMI-stations Westdorpe en Woensdrecht met 19,3°C bleef nog wel onder het landelijk dagrecord voor 7 november. Het landelijk dagrecord voor 7 november staat op 20,1°C van het KNMI-station Eindhoven van 7 november 1955.
Overigens is na 7 november de temperatuur in Nederland nooit boven de 20°C uitgekomen. Alleen op het inmiddels opgeheven KNMI-station Sittard werd op 12 november 1926 nog wel de 20,0°C bereikt.
Bovenstaande staat dan ook recht tegenover 7 november 2017 en zeker t.o.v. 7 november 2016! In de nacht naar 7 november 2016 viel de neerslag in de Ardennen als sneeuw en daar werd het een compleet witte wereld. Niet alleen in de Ardennen sneeuw, ook in het Alpengebied was sneeuw van betekenis gevallen en daar sprak men dan ook van de eerste serieuze winterinval. Overigens ook in 2020 rond deze tijd in het Alpengebied op uitgebreide schaal sneeuwval van betekenis.
Het KNMI-station Ell had 7 november 2015 een etmaalgemiddelde van 17,4°C en daarmee een nieuw landelijk record voor november. Het oude record was 16,5°C van 1 november 1968 op het KNMI-station Maastricht. Op de KNMI-stations Arcen en Twente met een minimum-temperatuur van 14,8°C ook een landelijk record, niet eerder in Nederland zo’n hoog minimum in november. Dat record stond nog op 14,7°C van 4 november 2010 op het KNMI-station Woensdrecht. In de nacht naar 7 november 2015 ook op de KNMI-stations Heino, Hoek van Holland, Hoogeveen, Nieuw Beerta en Hupsel een temperatuur-record voor het minimum. Overdag op de KNMI-stations Berkhout, Cabauw, Den Helder, Marknesse, Rotterdam, Stavoren, Valkenburg, Westdorpe, Wijk aan Zee en Woensdrecht ook temperatuurrecords voor het maximum.
De verschillen kunnen soms wel bizar groot zijn in november en soms ook omslaan in korte tijd. In Limburg werd in 1965 op 7 november nog 20°C bereikt en een week later rond 16 november 1965 sneeuw op het KNMI-station Eelde en temperaturen daar van -13°C. Maar op 3 november 1980 o.a. op het KNMI-station De Bilt de vroegste ijsdag ooit, het werd niet warmer dan -0,9°C. Enkele dagen later in november 1980 kregen we zelfs te maken met zware sneeuwval.
Op 7 november 1980 kende Amsterdam al een sneeuwdek van 18 centimeter, Huizen 17 centimeter, Beverwijk 16 centimeter, Garderen 15 centimeter, Amstelveen 14 centimeter, Winschoten, Zaandam 10 centimeter, Zuid-Limburg 8-12 centimeter en Arnhem 4 centimeter. In het algemeen in een strook over het midden van het land van Haarlem naar Winterswijk lag op 7 november 1980 rond 15 centimeter sneeuw. In de ochtend stond toen een file-lengte van 135 kilometer, tegenwoordig kijkt men daar niet meer van op. Op het KNMI-station De Bilt op 7 november 1980 een maximum-temperatuur van 0,6°C en dat is nog het datumrecord voor De Bilt voor de laagste maximum-temperatuur voor 7 november. In Hoensbroek een minimum-temperatuur van -2,7°C.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
Onderstaande foto maakte Leen de Koning uit Nieuwerkerk a/d IJssel in de ochtend van 7 november 2014 van ochtendrood gezien in het water. Ochtendrood water in de sloot en dat ging met name op naar het westen en noorden toe van het land.
De hoogste temperatuur in Borculo op 7 november 2013 werd bereikt in de nachtelijke uren en vroege ochtend met 13,6°C. Voor Borculo was het ook de warmste 7e november tot 2015 sinds 1981.
In 1972 op 7 november op het KNMI-station De Bilt geen lagere temperatuur dan 11,4°C en dat is voor De Bilt het hoogste minimum voor 7 november sinds 1901.
Op 7 november 1955 werd het in het Limburgse Buchten 21°C, een oud KNMI-station.
Op 7 november 1948 viel er in Noorbeek 35 millimeter aan neerslag, in Vaals 25 millimeter en in Buchten, Maastricht en Valkenburg 21 millimeter.
Op 7 november 1943 een ochtendaftapping over 24 uur op het KNMI-station Vlissingen van 43 millimeter.
Onderstaande foto maakte Johan Effing uit het Twentse Losser. Wat U op de foto ziet is geen meer, maar weilanden die langs het stroomgebied van de Dinkel ondergelopen waren rond 7 november 2013.
VREEMDE BALLEN OP HET STRAND
De kust rond het stadje Nyda in West-Siberië lag in 2016 rond deze tijd vol met duizenden mysterieuze sneeuwballen. De lokale bevolking had nog nooit zoiets gezien. Sommige bollen waren zo groot als tennisballen, andere leken meer op basketballen. Ze lagen maar op één plek langs de kust over een lengte van 18 kilometer lang. Er was ook niet veel sneeuw gevallen waarmee ze zouden kunnen zijn ontstaan. De ballen werden mogelijk gevormd door een combinatie van factoren, zoals wind, ijsvorming en het getij. Het waterpeil van de zee zou zijn gestegen, waardoor water op het strand terechtkwam. Dat zou vervolgens deels zijn bevroren. Toen het waterpeil daalde, bleven stukjes ijs achter. Die zijn door de wind mogelijk gaan rollen over het natte zand, waardoor het ballen werden. Volgens kenners is het een zeldzaam fenomeen. Iets soortgelijks deed zich in 2014 voor bij het Amerikaanse Lake Michigan.
Hoe de ballen zijn gevormd, is nog niet met zekerheid te zeggen, maar er zijn theorieën. Volgens het Arctisch onderzoeksinstituut heeft het te maken met een combinatie van de wind, ijsvorming en de temperatuur. Zodra ijs dat nog niet helemaal hard is en slush wordt genoemd, in beweging komt door invloed van de wind, de contouren van de kust en temperatuurschommelingen, dan kunnen dergelijke bollen gevormd worden.