POLY DE ZWAARSTE ZOMERSTORM VOOR NEDERLAND!
NOOIT EERDER WAS HET WERELDWIJD ZO WARM ALS IN 2023!
BIJZONDERHEDEN 5 JULI
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
In 2023 stond het etmaal van 5 juli in het teken van de stormdepressie Poly. Deze bereikte in de eerste helft van de ochtend op het KNMI-zeestation IJmuiden een uur lang tussen 8- en 10 uur windkracht 11 en dat is een zeer zware storm. De hoogste windstoot was zelfs 146 kilometer per uur. Ook op het IJsselmeer op de Houtribdijk werd winkracht 11 bereikt met daar de hoogste windstoot van 131 kilometer per uur. Het KNMI gaf daarvoor code oranje uit voor de provincies Zuid-Holland, Groningen, Drenthe en Overijssel en code rood voor Noord-Holland en Flevoland,
Voor Nederland was dit de zwaarste zomerstorm sinds 1901. Het zwaarst getroffen met heel veel schade was als eerste de provincie Noord-Holland, daarna kwamen ook het IJsselmeergebied en de noordelijke provincies aan de beurt.
In Borculo viel op 5 juli 2023 totaal 13,8 millimeter aan neerslag en daarmee passeerde Borculo de grens van 500 millimeter in 2023. Daarmee stond 2023 in Borculo op een vijfde plaats in de lijst van meest natte jaren sinds 1981. De data van de grens van 500 millimeter neerslag loopt voor Borculo uiteen van de meest vroege datum dit jaar op 10 juni en de meest late datum in 2018 op 31 oktober. Het oude record voor de eerste 500 millimeter neerslag was voor 2024 voor Borculo in 1995 op 13 juni.
De eerste zomerstorm van 2023 hadden we gehad in Nederland op 4 juli, wat Nederland nog niet had gehad was de eerste zomerse juli-dag voor zowel landelijk als ook in Borculo nog niet. Nu in de zomer van 2024 nog geen zomerstorm en in deze maand juli is het ook evenals in 2023 nog wachten op de eerste zomerse juli-dag. Van een zomerse dag spreken we als de temperatuur de 25°C bereikt. De laatste zomerse dag landelijk en ook in Borculo was in 2023 voor 4 juli op 29 juni, in Borculo met 25,1°C en landelijk op het KNMI-station Volkel met 25,9°C. Nu in 2024 is landelijk de laatste zomerse dag geweest evenals in 2023 op 29 juni met 27,2°C op het KNMI-station Arcen en in Borculo ook op 29 juni met 27,6°C. Borculo kwam in 2023 op 5 juli niet hoger dan 17,4°C en daarmee de laagste maximum-temperatuur sinds 23 mei daarvoor toen Borculo tot 17,2°C kwam.
Onderstaande foto is gemaakt in Twente, met name Enschede e.o. kreeg het zwaar te verduren.
De hoogste windsnelheden op 5 juli 2023 op de KNMI-stations waren Schiphol met 118 kilometer per uur, Houtribdijk met 131 kilometer per uur en IJmuiden met maar liefst 146 kilometer per uur. Van de genoemde grote zomerstormen uit het verleden had alleen die van augustus 2012 een nog zwaardere windstoot met 148 kilometer per uur. Vlieland rapporteerde om 14 uur stormkracht 9 met windstoten tot 100 kilometer per uur, Terschelling 102 kilometer per uur en in Roodeschool kwam tot 123 kilometer per uur.
Op de KNMI-stations De Bilt en Deelen viel totaal 25 millimeter aan neerslag, het KNMI-station Schiphol kwam tot 27 millimeter. Van de amateurstations had Woudenberg 32 millimeter, Leidschendam 36 millimeter, Hoogland 44 millimeter en in Hoofddorp en Vinkeveen 46 millimeter. In het zuidoosten van het land veelal niet meer dan een millimeter. In de regen ook bijzonder lage temperaturen, zo stond het KNMI-station De Bilt om 12 uur op slechts 11,8°C. De maximum-temperaturen liepen uiteen van 16,3°C op het KNMI-station Lauwersoog tot 22,5°C op het KNMI-station Eindhoven. Het KNMI-station De Bilt kwam nog wel tot 18,9°C.
In 2023 op 4 juli kwam het bericht de wereld in dat 3 juli 2023 wereldwijd de warmste dag is geworden met gemiddeld 17,01°C, het oude record was 16,92°C van 24 juli 2022. De gegevens hiervoor worden sinds 1979 wereldwijd bijgehouden door de NOAA. De NOAA staat voor National Oceanic and Atmospheric Administration en dat is voor Amerika wat het KNMI-De Bilt voor Nederland is.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide, met het oplopen van de temperaturen komen de insecten ook weer voor de dag.
Maar we mochten in 2023 zeker niet klagen met zomerse dagen, o.a. in Borculo t/m 5 juli al 24 zomerse dagen en dat is het hoogste aantal sinds 2019 met toen over dezelfde periode 25 zomerse dagen. Voor juli loopt het aantal zomerse dagen in Borculo uiteen van 28 in juli 2018 tot slechts 3 in juli 2011. Op jaarbasis loopt dat aantal uiteen van 81 zomerse dagen in 2018 tot 16 zomerse dagen in 1987.
Onderstaande foto maakte Cees Korteland vanuit Hendrik Ido Ambacht van lichtende nachtwolken die voorkomen op een hoogte van rond 80 kilometer. Tussen 1 juni en 1 augustus kunnen ’s nachts aan de noordelijke hemel zilveren wolken worden waargenomen. Deze “kosmische” wolken hebben een ribbel- of vezelstructuur en heten lichtende nachtwolken. Nadat de zon onder is gegaan (alhoewel het zomers nooit echt donker wordt) weerkaatsen deze hele hoge nachtwolken bijna de hele nacht het zonlicht. Op een hoogte van 80 kilometer kan de temperatuur wel dalen tot -80°C tot -90°C. Bij zulke lage temperaturen kan zelfs een minuscule hoeveelheid waterdamp overgaan in vaste vorm als ijs. Het ijs hecht zich aan kosmisch stof. De zeer kleine ijsdeeltjes weerkaatsen het zonlicht (de deeltjes fungeren als spiegeltjes) en worden voor ons zichtbaar als zilverachtige wolkendraden aan een nachtelijk uitspansel.
In 2011 op 5 juli kon Borculo voor het eerst sinds de week daarvoor op 28 juni wel weer zonuren noteren in de dubbele cijfers en wel met rond 14 uur. Maar de temperatuur liep op 5 juli 2011 in Borculo op tot 24,7°C en daarmee moest Borculo nog wachten op de eerste zomerse dag van juli 2011. Dat wachten zou in Borculo pas op 11 juli 2011 beloond worden met de eerste zomerse dag van juli 2011. In juli 1988 en juli 1998 moesten we in Borculo zelfs wachten tot respectievelijk 18- en 20 juli voor de eerste zomerse dag van juli.
Jaren na 2011 met een late eerste zomerse juli-dag zijn voor Borculo in juli 2013 op 6 juli, in juli 2014 op 3 juli, in juli 2016 op 10 juli, in juli 2017 op 5 juli, in juli 2019 op 5 juli, in juli 2020 pas op 18 juli, in juli 2021 op 3 juli en in juli 2022 op 2 juli.
In 2011 in de nacht naar 5 juli koelde het weer flink af, toen was het KNMI-station Twente de koudste met 6,2°C in de weerhut en aan de grond 2,1°C. Normaal voor begin juli zijn minima van rond de 12°C-13°C.
In 1985 op 5 juli werd het 29,0°C op het KNMI-station Leeuwarden. Verder viel in Epen 28 millimeter aan neerslag, in Vaals 32 millimeter, in Noorbeek 79 millimeter. In Belgie viel 51 millimeter in de Voerstreek in 15 minuten en 120 millimeter in 4 uur in Neu-Hattlich en verder in Eupen 120 millimeter en in Botrange 102 millimeter.
Op onderstaande foto de rode Amerikaanse rivierkreeft. Foto is gemaakt door Arie Verrips die het diertje tegenkwam op het fietspad. Het schijnt dat o.a. in Hoofddorp de sloten er vol mee zitten. Vaak bij warm weer en regen lopen ze veel op voet- en fietspaden.
VERSCHILLEN VAN JAAR TOT JAAR
De verschillen kunnen soms groot zijn van jaar tot jaar, ook in juli. Gemiddeld genomen is juli de warmste maand van het jaar, maar dat is zeker geen garantie voor elk jaar en de periode 12- t/m 20-juli is van juli de warmste tijd. In de nacht naar 5 juli 2006 een laagste temperatuur op het KNMI-station Deelen van 21,7°C! Een temperatuur die we begin juli 2007 een aantal dagen overdag niet eens hebben gehaald en ook in 2011 niet in de eerste drie etmalen van juli. Voor Borculo is 5 juli 2006 de warmste 5e juli sinds 1981 met 20,4°C als minimum en 32°C als maximum. En in juli 2006 in de eerste vijf etmalen al bijna 30 warmtepunten in juli en het totaal voor 2006 was in Borculo toen al opgelopen tot bijna 70 warmtepunten en dat was al meer dan in het jaar 1987, maar dat was ook een slechte zomer. Even een vergelijking met 2011, t/m 5 juli was het aantal warmtepunten voor 2011 in Borculo opgelopen tot 41 en in 2012 tot 43 warmtepunten. In 2013 in Borculo over de eerste vijf etmalen van juli 2,3 warmtepunten en over het hele jaar tot dan 21,4 warmtepunten. Het warmste jaar voor Borculo is 2023 met totaal 207 warmtepunten, dat is geen record want 2018 kwam tot 292 warmtepunten. Tot en met 5 juli in 2019 69 warmtepunten, in 2020 over dezelfde periode 51 warmtepunten, in 2021 65 warmtepunten, in 2022 49 warmtepunten, in 2023 in Borculo 82 warmtepunten en nu in 2024 inmiddels 45 warmtepunten.
WIE HEEFT GELIJK, DE VOLKSWEERKUNDE OF DE DIEREN?
De koe als handig hulpmiddel voor informatie over het weer. Onlangs kwam het nieuws naar buiten dat Tsjechische onderzoekers via satelliet-opnames m.b.v. Google Earth hadden ontdekt dat koeien meestal in de richting van het aardmagnetisch veld staan. De Tsjechische onderzoekers onderzochten het gedrag van rond 8000 koeien van zo’n 300 kuddes. Daarbij viel het op dat de koeien meestal in een noord-zuidrichting stonden volgens de richting van het aardmagnetisch veld, dus onafhankelijk van de windrichting. In tegenstelling tot wat de algemene verwachting was liggen de koeien op koude zonnige dagen ook niet dwars op de zon om zoveel mogelijk zonnewarmte op te vangen. Met ander woorden, ze draaien niet met de zon mee.
Tot op heden was de gevoeligheid voor het aardmagnetisch veld maar bij een klein aantal dieren vastgesteld, zoals de zalm, goudvissen, palingen, sommige soorten vogels (duiven), schildpadden, knaagdiersoorten, honingbijen, termieten en een aantal vleermuizen. Deze diersoorten maken handig gebruik van het aardse magnetisme bij hun migratie. De onderzoekers constateerden uit proeven in het veld dat ook Tsjechische reeën en edelherten bij voorkeur parallel aan de lijnen van het aardmagnetisch veld staan.
Het bekendste voorbeeld hiervan is wel de postduif, deze beschikt over een fenomenaal oriëntatievermogen. Dit wil zeggen dat in de organen van postduiven ferromagnetische mineralen bevinden. Hierdoor kunnen o.a. postduiven gebruik maken van het aardmagnetisch veld van de aarde om de weg terug te vinden.
Het bovenstaande nieuws heeft menigeen wel aan het denken gezet, het strookt niet helemaal met de wijsheden van onze voorouders. Onze voorouders wisten al dankbaar gebruik te maken van de gedragingen van koeien m.b.t. het weer. Zo is het bekend dat bij regen en wind de koeien met de kop van de wind af staan. Is het daarentegen koud maar wel zonnig dan liggen of staan de koeien dwars op de zon om maar zoveel mogelijk zonnewarmte op te vangen, volgens onze voorouders. Ook dit laatste strookt niet met bovenstaande artikel.
Diverse weerspreuken onderstrepen ook nog eens de wijsheden van onze voorouders, zoals:
“De beste windmeter is de koe, deze staat altijd met de kont naar de regen en wind toe”.
“Vliegen de koeien in de zomer met de staart omhoog door het land, bedenk wel dat binnen niet al te lange tijd het onweer is op de hand “.
Verder is van koeien bekend dat bij een fikse regenbui de koeien zich naar de rand van de wei spoeden. Daar staan ze dan, naast elkaar, met de koppen over de draad en de konten naar de kant gekeerd waar wind en regen vandaan komen. Zo word je niet nat in je gezicht en bovendien spoelt de regen je achterwerk schoon. Dit op zichzelf is al intelligent gedrag, maar het mooiste komt nog. Als de koeien bij regen en wind toch midden in de wei blijven lopen en blijven grazen, betekent dit dat we rekening moeten houden met langdurige regen. De koeien blijven waar ze zijn, midden in de wei, want hun intelligentie leert hen dat het onzin is nu naast elkaar bij de draad te gaan staan wachten totdat de regen ophoudt. Want dan kun je meestal nog lang wachten. Ook is bekend dat als koeien uitgebreid gaan liggen als er regen in aantocht is. Koeien liggen namelijk graag droog, begint het dan te regenen dan staan ze vaak massaal weer op.
Onderstaande twee foto’s zijn van dezelfde koeien, de foto linksonder voor de regen en de foto rechtsonder toen het begon met regenen. (foto’s zijn gemaakt door Ans Prinsen uit Meddo bij Winterswijk)
Niet altijd zijn koeien slim, bij onweer kruipen ze meestal bij elkaar en als het even kan ook nog onder een boom of bij de afrastering. Slaat de bliksem dan in, dan is het vaak voor veel koeien tegelijk over en uit.
Na de koeien nu ook de herten. Duitse onderzoekers bestudeerden satellietbeelden en kwamen tot de conclusie dat grote zoogdieren als herten ook magnetische velden herkennen. De onderzoekers van de universiteit van Duisburg deden hun onderzoek onder ruim 8500 stuks vee op satelliet-afbeeldingen van Google Earth, naast veldwaarnemingen bij bijna 3000 herten. Het viel de onderzoekers op dat veel dieren in de kudde tijdens het grazen en rusten met hun kop naar het magnetische noorden stonden. Ongeveer een derde van de dieren uit de kudde stond juist met hun kop naar het magnetische zuiden. De biologen denken dat dit deel van de kudde eventuele roofdieren goed in de gaten kan houden.
Tijdens het onderzoek kwam het zonlicht en de wind steeds van een andere kant en de temperatuur was ook wisselend. Toch bleven de dieren in de magnetische noord-zuid oriëntatie staan. Als de dieren in de kuddes zich op temperatuur, wind en zon zouden richten, zouden ze dus nooit met hun kop naar het noorden gaan staan. Hiermee lijkt bewezen dat wind, zon en temperatuur geen rol spelen.
Waarom de dieren reageren op het magnetisme van de aarde is niet duidelijk.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
Ook in 2008 een koude nacht naar 5 juli met op het KNMI-station Twente in de weerhut 5,6°C en aan de grond 2°C.
In 1988 op 3 juli viel in Noorbeek 35 millimeter aan neerslag, in Norg 27 millimeter en in Brummen 26 millimeter met de meeste neerslag in de ochtend.
Op 5 juli 1964 nog een koudere nacht met op het KNMI-station Volkel 2,9°C in de weerhut en aan de grond -1°C.
In 1963 op 5 juli viel in Klazienaveen 40 millimeter aan neerslag. In het zuidoosten van Drenthe kwam het daarbij tot zware buien met hagel met veel schade in Emmercompascuum aan bieten en aardappelen, lokaal ging 80% verloren van de oogst.
In 1941 op 5 juli op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 22,2°C, dit werd later herleid tot 21,6°C tijdens de homogenisatie van data door het KNMI. Dit was in de periode van 17 juni t/m 16 juli die op 6 jaar na de warmste 30-daagse periode werd met een gemiddelde temperatuur van 20,4°C met daarbij 10 tropische dagen en 21 zomerse dagen. In de periode 5 t/m 14 juli scheen de zon op het KNMI-station De Bilt 130 uur en daarmee de op twee na zonnigste juli-periode, alleen in 1976 en 2006 was het nog wat zonniger.
In 1868 op 5 juli op het KNMI-station Den Helder een maximum-temperatuur van slechts 14°C.
Borculo kreeg nog bezoek van een verdwaalde gast op 5 juli 2011, zie onderstaande foto. De nadruk op een verdwaalde gast omdat er in de buurt van Weerstation Borculo geen vijver of ander water is te bekennen.
ZILVERJODIDE LAAT HET REGENEN
Amerikaanse wetenschappers kwamen tot de ontdekking dat het in de buurt van vliegvelden meer regent en sneeuwt dan elders. De verklaring hiervan is dat bij het doorboren van wolkenpartijen door vliegtuigen er door temperatuur- en drukveranderingen ijsdeeltjes gaan afzetten op het vliegtuig en deze ijsdeeltjes fungeren dan als condensatiekernen. Het gaat hier wel om onderkoelde wolkenpartijen, dat zijn wolken waarin het vocht aanwezig is als onderkoeld water en dat is water dat kouder is dan 0°C en nog wel vloeibaar. Als het onderkoelde water wordt verstoord door bijvoorbeeld aanraken bevriest het gelijk en wordt het ijs. Dit ijs werkt dan als een condensatiekern en dat wil zeggen dat er vocht op neerslaat en als het dan zwaar genoeg is valt het naar beneden als regen of sneeuw.
Zo is het ook mogelijk om kunstmatig regen te maken m.b.v. zilver-jodide die dan als condensatiekern fungeren.
Hieronder ziet U zilver-jodide op de lepel liggen, dat is een chemische stof die wordt gebruikt om kunstmatig regen te maken.
Landen als Amerika, Rusland, India en Australië experimenteerden hier al mee. De korrels die deze stof bevatten worden vanaf de grond de lucht ingeschoten, of uit vliegtuigen over de wolken uitgeworpen.
Ook China gebruikte deze methode al voor nationale feestdagen om hierdoor een stevige regenbui op te wekken om zodoende de luchtvervuiling te verminderen. Toch zijn veel wetenschappers sceptisch over neerslag die zou zijn ontstaan door menselijk ingrijpen, het is moeilijk te bewijzen of het zonder het inzaaien van wolken droog was gebleven.