DONDERDAG IS HET WEER DE “WANDEL TIJDENS JE WERKDAG”!
IN 2022 DE KOUDSTE NACHT VAN 3 APRIL VOOR NEDERLAND EN SCHAATSEN IN APRIL!
| WOENSDAG 3 APRIL 2024 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: 6,1°C Leeuwarden tot 9,9°C Vlissingen – laagste temp. etmaal: 6,8°C Hoogeveen tot 9,9°C Vlissingen – aan de grond: 5,8°C Hoogeveen en 6,7°C Maastricht, Terschelling – hoogste temp. overdag: 15,8°C Eindhoven tot 11,7°C Terschelling – hoogste temp. etmaal: 15,8°C Eindhoven tot 11,7°C Terschelling – neerslag: nacht 4,4 mm Gilze-Rijen, overdag 8,2 Nieuw Beerta – neerslag etmaal: 10,5 mm Nieuw Beerta, 9 mm Hoogeveen – zon: 2,5 uur Eindhoven, Hoek van Holland tot 0,1 uur Nieuw Beerta – hoogste windstoot 68 km/uur Hoek van Holland, Vlissingen – hoogste windkracht 7 hard W-kustgebied, IJsselmeer WEERSTATION-BORCULO |
EEN JAAR GELEDEN 3 APRIL 2023 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: -3,5°C Woensdrecht tot 2,8°C Vlissingen – laagste temp. etmaal: -3,5°C Woensdrecht – aan de grond: -5,3°C Eelde, Vo1lkel , -4,8°C Woensdrecht – hoogste temp.: 10,9°C Hoek van Holland tot 7,5°C Lauwersoog – geen neerslag – zon: hele land zonnig 12- tot 13 uur – hoogste windstoot 50 km/uur Deelen – hoogste windkracht 5 kustgebied, IJsselmeer, Gelderland, Brabant WEERSTATION-BORCULO |
DATUMRECORDS 3 APRIL BORCULO
maximum-temperatuur: 23,7°C in 2014 tot 3°C in 1984
minimum-temperatuur: -4,9°C in 2022 tot 11,7°C in 2001
natste dag: 5,6 mm in 1998
zonnigste dag: 12,8 uur in 2023
DATUMRECORDS 3 APRIL KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 26,3°C Maastricht in 1926 tot 2,3°C Eelde in 1929
minimum-temperatuur: -6,3°C Deelen in 2022 tot 12,7°C Woensdrecht in 2016
natste dag: 24 mm Lauwersoog in 1998
BIJZONDERHEDEN (WOENSDAG) 3 APRIL
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
De hoogste temperaturen op woensdag 3 april tot boven de 15°C werden bereikt in Zeeland, Brabant en Limburg tot 15,8°C op het KNMI-station Eindhoven. Geen enkel KNMI-station hield de regenmeter droog.
Donderdag 4 april is het de “Wandel Tijdens Je Werkdag”! Deze 4e april heeft Wandelnet uitgeroepen tot voor heel werkend Nederland om te wandelen tijdens jouw (thuis)werkdag! Daarmee ben je even weg van je werkplek, activeer je je brein en blijf je gezond en fit. Daarnaast ben je na 20 minuten lopen geconcentreerder, energieker en weer creatiever.
Voor meer in info over de “Wandel Tijdens Je Werkdag” klik op “Wandel Tijdens Je Werkdag“.
In 2023 op 3 april sneuvelde het zonuren-record voor 3 april in Borculo met 12,8 uur zon. Daarvoor was de zonnigste 3 april voor Borculo 3 april 2005 en 3 april 2009 met 12,4 uur zon. Dit jaar op woensdag 3 april kwam Borculo daar totaal niet aan.
In 2021 op 3 april passeerde Borculo de grens van 300 uur zon in 2021. Daarmee stond 2021 voor Borculo tot dan op de zevende plaats van meest zonnige jaren. In 2022 t/m 3 april in Borculo 385 uur zon en daarmee stond 2022 op een tweede plaats in de lijst van meest zonnige jaren, in 2023 was het aantal uren zon opgelopen tot 254 uur en nu in 2024 inmiddels 208 uur zon. Het zonnigste jaar t/m 3 april is voor Borculo 2003 met 413 uur zon. Het somberste jaar t/m 3 april is voor Borculo nu 2024 met 208 uur zon, dat was 2001 die t/m 3 april 209 uur zon had.
Temperatuurverschillen kunnen groot zijn, ook in april! Normaal voor begin april liggen de minimum-temperaturen rond 3°C-4°C. In 2016 een minimum-temperatuur in de nacht naar 3 april op het KNMI-station De Bilt van 12,1°C en daarmee een dag- en decade-record. Maar in 2022 in de nacht naar 3 april op het KNMI-station Deelen met -6,3°C als laagste temperatuur een nieuw landelijk datumrecord voor 3 april. Al met al een temperatuurverschil van ruim 18°C met 2016 op 3 april.
Onderstaande foto’s maakte Peter de Vries in het Amsterdamse Bos in 2020 rond deze tijd, de natuur was daar in volle bloei met prachtige bloesems. Dit jaar evenals in 2023, 2022 en 2021 loopt de natuur duidelijk achter t.o.v. 2020.
– In 2022 op 3 april minimum-temperaturen van -6,3°C op het KNMI-station Deelen tot 2,6°C op het KNMI-station Lauwersoog. De -6,3°C op het KNMI-station Deelen werd de laagste temperatuur van april 2022 en landelijk een nieuw datumrecord voor 3 april, het oude datumrecord stond op -5,5°C van 3 april 1909 op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk. Aan de grond in de nacht naar 3 april 2022 op het KNMI-station Hupsel met -10,8°C de laagste temperatuur aan de grond van april 2022. Het KNMI-station Twente had aan de grond -9,6°C. In de duinen bij Castricum werd een laagste temperatuur gemeten op waarnemingshoogte van -12,3°C.
– In 2022 op 3 april in Borculo de koudste nacht van 3 april met -4,9°C op waarnemingshoogte, het oude datumrecord was -3,2°C van 3 april 1996. Verder viel in Borculo en ook op veel andere plaatsen sneeuw op 3 april 2022.
– In 2021 in de nacht naar 3 april alleen op het KNMI-station Deelen grondvorst met -0,9°C. Daarna volgde het KNMI-station Hupsel met 0,6°C aan de grond en de KNMI-stations Heino en Volkel 0,8°C aan de grond.
– Landelijk was in 2018 op 3 april de 18,5°C van het KNMI-station Gilze-Rijen de hoogste temperatuur sinds 19 oktober 2017 toen het KNMI-station Eindhoven tot 22,1°C kwam. Voor Borculo was 3 april 2018 met 17,3°C de hoogste temperatuur sinds 19 oktober 2017 daarvoor toen het 20,8°C werd. Maar landelijk gezien nog niet zo hoog als in 2016 op 3 april. Landelijk liepen de maximum-temperaturen op 3 april 2016 uiteen van 21,2°C op de KNMI-stations Arcen en Gilze-Rijen tot 13,5°C op het KNMI-station Vlieland. De 21,2°C op de KNMI-stations Arcen en Gilze-Rijen werd de hoogste temperatuur van april 2016.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons, in de regio Klausheide velden met asperges.
ZOMERTIJD
We zitten nu weer in de zomertijd. In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd, ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Tot aan het begin van de 20e eeuw had vrijwel elke plaats zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van Nederland een kwartier eerder bereikt dan in het westen, in België is het verschil nog wat groter.
In Nederland maakte de komst van de spoorwegen de invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 1940 kende Nederland daarom de “Amsterdamse tijd”, die 20 minuten voorliep op de Europese tijd. Overgang naar de huidige Midden-Europese Tijd vond plaats op 16 mei 1940, op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd gold ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer één uur teruggezet. In de jaren 1943-1945 gold alleen ’s zomers de zomertijd, maar in 1946 werd de zomertijd voor een periode van ruim 30 jaar geheel afgeschaft.
Onderstaande foto is van het Royal Observatory te Greenwich, dit gebouw heeft ook te maken met de tijd! Weet U waarom?
Naast de wintertijd en de zomertijd kennen we ook nog de Greenwich-tijd. Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 tijdzones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen, dit is de Greenwich Mean Time (GMT). De GMT-tijd wordt ook wel de Universal Time Coordinated genoemd, afgekort met UTC.
Sinds zondag 31 maart zitten we dan weer in de MEZT tijdzone, de Midden-Europese zomertijd. Dat is UTC-tijd + 2 uur. De internationale afkorting UTC is een compromis tussen het Franse TUC (Temps Universel Coördonné) en het Engelse CUT (Coordinated Universal Time). In militaire kringen wordt UTC meestal “Zulu time” genoemd. UTC is in feite een niet bestaande afkorting, maar een compromis-afkorting van TUC en CUT.
Het Observatorium van Greenwich bevindt zich op een heuvel in het gelijknamige Londense stadsdeel Greenwich en is het meest bekend als ijkpunt van de meridiaan van Greenwich. Deze meridiaan loopt midden door het gebouw, een feit dat wordt aangeduid door een grasstrook over het naburige plein en sinds 2000 ook door een krachtige groene laser die over Londen en Essex schijnt. Het Observatorim werd ingehuldigd in 1675.
Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich, de Midden-Europese Tijd (MET). In de periode van de zomertijd bedraagt dat verschil met de Greenwich-tijd twee uur. Voor de meteorologen is de wintertijd ook wat gunstiger ten aanzien van het uitkomen van de nieuwste weerkaarten. De weerkaarten worden bijna altijd op de GMT-tijd uitgebracht, voor de zomertijd betekent dat wel een uur later de nieuwste weerkaarten!
Als voorbeeld de Engels Bracknell-kaarten, bovenaan staat 00UTC. Voor Nederland betekent dat in de wintertijd 1 uur in de nacht en voor de zomertijd 2 uur in de nacht.
SCHAATSEN OP NATUURIJS IN APRIL
April 2022 grossierde met kouderecords! In 2022 op 1 april met 1,8°C op het KNMI-station Maastricht de laagste maximum-temperatuur voor 1 april sinds 1901 en in de nacht naar 3 april 2022 met -6,3°C op het KNMI-station Deelen de laagste temperatuur voor Nederland op 3 april sinds 1901. Het oude record voor 3 april was -5,5°C van 3 april 1909 van het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk. Kijken we naar de bestaande KNMI-stations dan was het oude record -5,3°C van 3 april 1996 op het KNMI-station Nieuw Beerta. Aan de grond in de nacht naar 3 april 2022 kwam het zelfs tot strenge vorst op het KNMI-station Hupsel met -10,8°C en dat werd de laagste temperatuur aan de grond in april 2022, op waarnemingshoogte werd het -5,6°C. Het KNMI-station Twente had op waarnemingshoogte -6,0°C en aan de grond -9,6°C. In de nacht naar 3 april 2022 bleven alleen de KNMI-stations Lauwersoog, Terschelling, Vlieland en Vlissingen boven het vriespunt met de laagste temperatuur. Aan de grond bleven alleen de KNMI-stations Lauwersoog, Terschelling en Vlieland boven het vriespunt.
De nacht naar 3 april 2022 was de koudste aprilnacht sinds 1 april 2013 toen het -6,6°C werd op het KNMI-station Leeuwarden. De vorst was meer dan genoeg om de speciaal geprepareerde ijsbaan in Winterswijk van een ijsvloertje te voorzien van een aantal millimeters. Op de ochtend van 3 april 2022 kon men dan ook schaatsen op natuurijs in Winterswijk, meest waarschijnlijk voor zover bekend wel een primeur voor april die normaal te boek staat in de volksweerkunde als de grasmaand. Maar goed, het is algemeen bekend “april doet wat ie wil”!
Onderstaande foto is van de ijsbaan in Winterswijk op de ochtend van 3 april 2022, primeur voor Nederland in april. (bron foto: De Gelderlander)
DE TJIFTJAP EN DE GRENS VAN 15ºC EN DE EERSTE BOERENZWALUW
Hoe toepasselijk kan het zijn, Frans Sijmons hoorde in 2018 op 2 april voor het eerst de tjiftjap en dat is in de regel vaak de start van het lenteweer! Al moet er wel aan worden toegevoegd dat de zwaluwen nog niet waren teruggekeerd op het nest in Klausheide. Van lentetemperaturen spreekt men als de 15°C wordt bereikt of overschreden, dat gebeurde in 2018 op 3 april op veel plaatsen weer voor het eerst sinds half maart. In maart 2020 hoorde Frans Sijmons op 26 maart voor het eerst weer de tjiftjap en de volgende dag werd op diverse plaatsen in het zuiden en oosten van het land de 15°C bereikt. In 2021 was de 15°C al overschreden op enkele plaatsen op 20 februari en daarna volgden nog een aantal dagen, in Borculo van 20- t/m 25-februari in 2021 boven de 15°C. De tjiftjap was t/m 3 april in 2021 nog niet gehoord en ook in 2022 nog niet.
De grens van 15°C werd in 2018 op 3 april ook in Borculo gepasseerd. Daarmee stond de teller in Borculo t/m 3 april op drie dagen van 15°C of hoger in 2018. Over dezelfde periode in 2015 3 dagen, in 2016 2 dagen, in 2017 11 dagen, in 2019 12 dagen, in 2020 3 dagen, in 2021 evenals in 2022 13 dagen. In 2023 t/m 3 april in Borculo 7 dagen van 15°C en hoger en nu in 2024 inmiddels 9 dagen.
Voor Borculo was 3 april 2014 al de 14e dag van 2014 met een temperatuur boven de 15°C. Het record voor Borculo t/m 3 april staat op naam van 2005 met 15 etmalen van boven de 15°C. Op 3 april 2004 in Borculo een maximum-temperatuur van 15,1°C en dat was de elfde dag van 2004 dat de temperatuur boven de 15°C kwam en dat was tot 2005 het record. Een vergelijk met 2013 t/m 3 april slechts twee dagen met een temperatuur boven de 15°C. Maar er zijn in Borculo sinds 1981 altijd nog zes jaren die na 3 april pas voor het eerst boven de 15°C kwamen en voor het laatst was dat in 2008 op 20 april. In 2008 wel de meest late datum met een temperatuur voor het eerst boven de 15°C.
Op onderstaande foto de tjiftjap.
In 2009 op 3 april landelijk en ook in Borculo de eerste warme dag van 2009 met op het KNMI-station Twente en ook in Borculo 23,3°C. Op 3 april behaalde Borculo sinds 1981 in drie jaren de eerste warme dag van 20°C of hoger en dat waren de jaren 1985, 2005, 2009 en voor het laatst in 2016.
In 2016 op 3 april landelijk en ook in Borculo de eerste warme dag van het jaar. Een warme dag is een dag met een temperatuur van 20°C of hoger, meestal valt de eerste landelijke warme dag in april. In 2019 de eerste landelijke warme dag op 27 februari met 20,5°C op het KNMI-station Arcen. Gemiddeld genomen wordt het rond 18 april voor het eerst 20°C op het KNMI-station De Bilt. In 2017 landelijk en ook in Borculo de eerste warme dag op 28 maart. In 2018 op het KNMI-station De Bilt op 7 april met 21,6°C en in Borculo ook op 7 april net 22,2°C. Voor zowel het KNMI-station De Bilt als Borculo was het nog wachten op de eerste warme dag van 2019 op 3 april en evenzo in 2020. In 2019 de eerste warme dag in Borculo op 7 april, in 2020 op 5 april, in 2021 op 29 maart en in 2022 op 22 maart. In 2023 op 3 april was het nog wachten op de eerste warme dag in Borculo en ook landelijk en hetzelfde weerbeeld ook nu in 2024.
Wat De Bilt betreft is de vroegste datum voor een warme dag 17 maart in 1961 en 1990, de meest ver gevorderde datum is 31 mei 1983. In oostelijk Brabant en Limburg valt de eerste warme dag meestal vroeger. Zo noteerde Maastricht op 18 februari 1920 al ruim 20°C. Maar door de homogenisatie van data door het KNMI is deze temperatuur sinds 2016 herleid tot 19,3°C en daarmee geen warme dag meer. In Hoensbroek is de vroegste datum voor de eerste warme dag 20 februari 1990, de meest verre datum 2 mei 1997.
De meest vroege datum voor Borculo waarop de 20°C werd overschreden is altijd nog 17 maart in 2004 en de meest late datum is 13 mei 1992.
Landelijk in heel Nederland zijn er grote verschillen te zien tussen het zuiden en het noorden wat betreft de eerste warme dag. In Maastricht is het een week eerder dan in De Bilt, namelijk op 12 april, in Leeuwarden gemiddeld op 27 april de eerste warme dag. De Wadden moeten ongeveer een maand langer wachten dan Maastricht, namelijk tot 9 mei voor de eerste dag met een temperatuur van 20°C of hoger.
Onderstaande foto is van de boerenzwaluw en de foto is gemaakt door Frans Sijmons uit Klausheide. De eerste boerenzwaluwen vlogen in 2019 op 2 april weer rond bij Frans zijn huis en dat was vijf dagen vroeger dan in 2018. In 2020 waren ze op 3 april evenals in 2021 en ook in 2022 nog niet gesignaleerd. Voor het laatst waren ze in 2015 aanzienlijk vroeger.
Maar in Berkelland in Gelselaar werd de eerste boerenzwaluw in 2020 op 27 maart al gesignaleerd. Dit is wel erg vroeg, maar niet uitzonderlijk want in 2012 al op 23 maart in Gelselaar. Enkele andere data van de eerste boerenzwaluw in Gelselaar zijn: in 2015 op 9 april, in 2014 op 8 april, in 2005 op 19 april en in 2002 pas op 23 april.
Op onderstaande foto de boerenzwaluw.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In de nacht naar 3 april 2017 de laagste temperatuur van 3,1°C op het KNMI-station Ell en aan grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eindhoven met -0,3°C.
Op onderstaande foto bloeiende struiken, met de warme maart 2012 stonden er veel struiken in bloei, ook in Borculo.
In 2011 op 2 april werd op het KNMI-station Wijk aan Zee 24°C gemeten, een dag later op 3 april werd het slechts 11,5°C.
In 1968 op 3 april viel in het westen van het land op diverse plaatsen rond 4 centimeter sneeuw.
In 1954 op 3 april viel in Epen 16 millimeter neerslag, in Vaals Vaals 15 millimeter en in Noorbeek 14 millimeter.
De hoogst gemeten temperatuur voor de eerste decade van april staat nog op naam van het KNMI-station Maastricht met 27,4°C op 3 april 1926. Dat record blijft voorlopig nog wel in stand. Overigens werd het op 3 april 1946 op het KNMI-station Maastricht ook al 25,8°C en dat was tevens de eerste zomerse dag van 1946.
Door de homogenisatie van data door het KNMI zijn bovengenoemde maximum-temperaturen sinds 2016 herleid en wel als volgt: de 27,4°C in 26,3°C, de 25,8°C in 24,7°C en dus geen zomerse dag.
In 1922 op 3 april viel in Nederland lokaal op enkele plaatsen natte sneeuw. Veel actiever was de sneeuw in Engeland met in het zuiden van Engeland en Wales een sneeuwstorm waarbij acht mensen het met de dood moesten bekopen. In Londen kwam het tot een sneeuwdek van zes centimeter en elders veelal 15- tot 30 centimeter sneeuw.
De laagste temperatuur voor het KNMI-station De Bilt voor 3 april dateert uit het jaar 1919 met -4,5°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit minimum sinds 2016 herleid tot -4,8°C. Op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk toen een minimum van -3,3°C en in Goes -2,9°C.
AFVAL OP DE MAAN
Wist U dat er op de maan inmiddels ook al heel wat ruimteafval is achtergelaten? Op de maan bevinden zich veel instrumenten die daar zijn achtergelaten voor wetenschappelijk onderzoek en een deel van die instrumenten doet geen dienst meer. Een aantal van die instrumenten behoren bij het Lunar Laser Ranging experiments. Men moet daarbij denken aan reflectoren die laserlicht dat vanaf de aarde uitgezonden werd terugkaatsen. Niet alleen de Amerikaanse Apollo-vluchten hebben daar ruimteafval achtergelaten, ook de Russen deden dat met o.a. de onbemande Lunochods. Sommige van die reflectoren staan er al tientallen jaren. De reflectoren gaan overigens wel in kwaliteit achteruit als gevolg van het maanstof. Lang niet alle laserstralen worden daarbij teruggekaatst. Ook zijn een aantal van die reflectoren onbruikbaar geworden door meteorietinslagen.
Nu zul je misschien afvragen wat voor nut het heeft om laserstralen richting de maan te zenden en die ook weer deels terug te krijgen. Hiermee heeft men al wel ontdekt dat de maan jaarlijks verder van de aarde af komt te staan en men moet daarbij denken aan een afstand van 38 millimeter per jaar. Ook kwam men tot de ontdekking dat de reflectie van de reflectoren met een factor tien afneemt bij volle maan. Deze afname blijkt te verdwijnen als de volle maan tot een totale maansverduistering leidt. Men denkt dat een thermisch effect hiervan de oorzaak is. Bij volle maan wordt het stof op de reflectoren opgewarmd en dat vermindert hun reflecterende vermogen. Bij een maansverduistering verdwijnt de zon gezien vanaf de maan en verdwijnt de opwarming.
Hieronder een foto van een reflector op de maan, foto is afkomstig van de NASA.
