TEMPERATUURVERSCHILLEN IN APRIL KUNNEN GROOT ZIJN!
| DINSDAG 9 april 2024 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: 9,8°C Westdorpe tot 12,9°C Deelen – laagste temp. etmaal: 8,0°C Vlieland tot 10,1°C Arcen – aan de grond: 7,0°C Hupsel en 7,5°C Twente, Westdorpe – hoogste temp. overdag: 15,4°C Nieuw Beerta tot 11,5°C Voorschoten – hoogste temp. etmaal: 16,2°C Marknesse tot 12,6°C Vlissingen – neerslag: nacht 10,3 mm Vlissingen, overdag 1,8 mm Rotterdam – neerslag etmaal: 7,5 mm Leeuwarden en 4,3 mm Gilze-Rijen – zon: 4,2 uur Eindhoven tot 0,7 uur Den Helder – hoogste windstoot 92 km/h IJmuiden, 91 km/h Den Helder – hoogste windkracht 8 stormachtig kustgebieden, IJsselmeer WEERSTATION-BORCULO |
EEN JAAR GELEDEN 9 APRIL 2023 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: 2,1°C Hupsel tot 8°C Schiphol – laagste temp. etmaal: 2,1°C Hupsel tot 8,8°C Gilze-Rijen, Cabauw – aan de grond: -0,5°C Hupsel, 0,1°C Twente – hoogste temp.: 17°C Gilze-Rijen tot 11,9°C Terschelling – geen neerslag – zon: 11,7 uur Twente tot 3,6 uur Den Helder – hoogste windstoot overdag: 31 km/uur Deelen, Marknesse en i/d avond 37 km/uur Nieuw Beerta – hoogste windkracht 4 kustgebieden, IJsselmeer WEERSTATION-BORCULO |
DATUMRECORDS 9 APRIL BORCULO
maximum-temperatuur: 21,4°C in 2020 tot 5°C in 1986
minimum-temperatuur: -5,3°C in 2003 tot 8,4°C in 2018
natste dag: 10 mm in 1994
zonnigste dag: 12,3 uur in 2017
DATUMRECORDS 9 APRIL KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 24,8°C Eindhoven in 1969 tot 3,5°C De Bilt in 1923
minimum-temperatuur: -7,2°C Twente in 2003 tot 11,4°C Vlissingen in 1920
natste dag: 20,5 mm Deelen in 1994
BIJZONDERHEDEN (DINSDAG) 9 APRIL
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Dinsdag werden de hoogste temperaturen voor de meeste KNMI-stations al bereikt in de nachtelijke uren en de laagste temperaturen dinsdagavond. In nagenoeg het hele land viel regen, tot 18 uur alleen op de KNMI-stations Den Helder en Wijk aan Zee nog wel een lege regenmeter. Over het hele etmaal hadden alle KNMI-stations neerslag. De meeste zon was voor Zeeland, Brabant, Achterhoek en Twente. Verder ook een dag met veel wind van stormachtig windkracht acht in de kustgebieden en op het IJsselmeer tot krachtig windkracht zes in het binnenland.
In 2023 op 9 april had het KNMI-station Hupsel als enige KNMI-station grondvorst met -0,5°C gevolgd door het KNMI-station Twente met 0,1°C net geen grondvorst.
Menigeen zit niet meer op vorst te wachten, maar we moeten daarin voorzichtig zijn met april op de kalender en daar haakt de volgende weerspreuk ook op in:
“Laat het weer in april zijn wat het wil, maar trek de borstrok nooit uit voor half april”!
Dit jaar landelijk over de eerste negen etmalen van april kwam het in geen enkel etmaal tot vorst, maar lichte vorst is zelfs nog wel mogelijk in de eerste zomermaand juni. In 2023 over de eerste negen etmalen van april kwam het in zes etmalen tot vorst. Een late vorstdag op een KNMI-station had Nederland begin juni 1975 met -1,2°C op het inmiddels opgeheven KNMI-station Almen en op het opgeheven KNMI-station Winterswijk -1,1°C. Op 2 juni 1991 had het KNMI-station Hupsel nog lichte vorst met -0,2°C.
Met temperaturen in maart en april moeten we zeker niet vergeten dat het temperatuurverschil zeer groot kan zijn!
Het grootste landelijke temperatuurverschil voor maart bedraagt 42°C! Op 4 maart 2005 werd op het KNMI-station Marknesse -20,7°C gemeten en op 24 maart 2005 werd op het KNMI-station Eelde 21,3°C gemeten, een verschil van 42°C. April is wel eens met een temperatuurverschil van 39,3ºC op de proppen gekomen. Dat was in 1968 met op 8 april op het KNMI-station Twente nog –7,1ºC en twee weken later op 21 april op het inmiddels opgeheven KNMI-station Venlo 32,2ºC. Maart 2015 kwam tot een temperatuurverschil van bijna 27ºC, van 23,1ºC op de KNMI-stations Arcen en Eindhoven op 20 maart tot -3,6ºC op het KNMI-station Heino op 25 maart. In maart 2016 was dat verschil veel kleiner met -7,2ºC op 1 maart op het KNMI-station Deelen tot 15,9ºC op 26 maart op het KNMI-station Woensdrecht, een verschil van 23,1ºC. In maart 2017 de laagste temperatuur op 13 maart met -2,4ºC op het KNMI-station Gilze-Rijen tot 24,3ºC als maximum op het KNMI-station Arcen op 31 maart, daarmee een verschil van 26,7ºC. In maart 2023 ook een temperatuurverschil van ruim 26ºC en wel van -7,6ºC op 1 maart op het KNMI-station Twente tot 18,7ºC op 17 maart op het KNMI-station Ell. Dit jaar in maart een veel kleiner temperatuurverschil van 21,5°C en wel van 19,5°C op 20 maart op het KNMI-station Ell tot -2,0°C op 25 maart op het KNMI-station Woensdrecht.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries, de natuur komt langzaam tot ontplooiing.
– In 2022 op 9 april op waarnemingshoogte de laagste temperatuur van 1,3°C op de KNMI-stations Herwijnen en Westdorpe. Aan de grond kwam het tot grondvorst op het KNMI-station Westdorpe met -0,2°C en op het KNMI-station Deelen net geen grondvorst met 0,0°C. Het KNMI-station Herwijnen had 0,5°C aan de grond. Overdag op 29 maart 2022 ook veel buien met op diverse plaatsen een winterse lading met meest hagel en lokaal natte sneeuw, lokaal kwam het ook tot onweer. Vanaf middernacht tot in de avond 20 uur de meeste neerslag op het KNMI-station Twente met 6,3 millimeter.
– In 2021 in de nacht naar 9 april kwam het tot lichte vorst op het KNMI-station Ell met -0,3°C en aan de grond -1,4°C. Daarmee was het KNMI-station Ell veruit de koudste, hierna volgde het KNMI-station Hupsel met 2,1°C als minimum en aan de grond 0,5°C.
– In 2020 in de nacht naar 9 april alleen op het KNMI-station Terschelling grondvorst met -0,1°C. De KNMI-stations Eelde en Heino bleven aan de grond net boven het vriespunt met +0,1°C.
– In Borculo in 2020 op 9 april met 21,4°C een nieuw datumrecord, het oude record was 21,0°C van 9 april 2017.
– In 2003 op 9 april op het KNMI-station Twente matige vorst met -7,2°C en aan de grond op Twente strenge vorst met -11,3°C.
– Op 9 april 1917 was het tweede paasdag, voor het KNMI-station De Bilt werd het de koudste tweede paasdag in april met een maximum-temperatuur van 4,9°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons in 2020 op 9 april van een oranjetip-vlinder, ook werden in 2020 de eerste wespen al gesignaleerd in de regio Klausheide rond deze tijd.
TEMPERATUURVERSCHILLEN IN APRIL
Voor het KNMI-station De Bilt op 9 april 2018 met 17,5°C geen datumrecord, geen drie etmalen op rij een datumrecord! Het datumrecord voor het KNMI-station De Bilt voor 9 april blijft staan voor 1969 met 23,4°C. Voor Borculo was de 18,1°C van 9 april 2018 ook geen datumrecord. In 2017 op 9 april werd het 21°C in Borculo en dat werd het nieuwe datumrecord voor 9 april dat stand hield tot 2020 toen het 21,4°C werd op 9 april.
In 2017 op 9 april met 23,6°C op de KNMI-stations Arcen en Eindhoven de hoogste temperatuur van de maand. Daarbij maakte de temperatuur een grote amplitude, m.a.w. een grote thermische sprong. Zo ging het KNMI-station Heino van -1°C als minimum tot 21,4°C als maximum en daarmee een amplitude van 22,4°C. Het KNMI-station Eindhoven had nog een grotere amplitude en wel vanaf 0,9°C als minimum tot 23,6°C als maximum en daarmee een amplitude van 22,7°C. Baas boven baas met de dagelijkse temperatuurgang was het KNMI-station Ell van -0,5°C naar 22,7°C en daarmee een amplitude van 23,2°C. Vanuit Klausheide in 2017 op 9 april het bericht dat de eerste boerenzwaluwen weer waren teruggekeerd op het oude nest, twee dagen later dan in 2018 en in 2019 op 3 april de eerste boerenzwaluwen.
De volksweerkunde kent de weerspreuk: “April doet wat ie wil”! Dat zie je dan ook vaak aan de grote verschillen in april. Onderstaande wapenfeiten zijn typisch voor april met soms extreme verschillen:
– In 1952 vanaf 9 april op diverse plaatsen elf dagen op rij met een temperatuur van boven de 20°C. Dan te bedenken dat het op 27 maart 1952 nog -7,9°C was op het inmiddels ook opgeheven KNMI-station Witteveen. Op 30 maart 1952 was het midden op de dag nog plaatselijk onder nul.
– Op 9 april 1968 op het KNMI-station De Bilt een minimum van -4,9°C en tien dagen later was het voluit zomers.
– In 1970 van 1-10 april de koudste start van april met een gemiddelde temperatuur van 2°C.
– In 1974 vanaf 25 maart tot 11 april kwam de temperatuur elke middag boven de 15°C met gemiddeld negen uur zon per dag.
Soms ook grote temperatuurverschillen in april en dat in een periode vrij dicht bij elkaar. In 1991 werd op 11, 12 en 13 april op het KNMI-station De Bilt respectievelijk 21,9°C , 22,0°C en 22,1ºC en een paar dagen later op 18 t/m 21 april vier vorstdagen op rij met op 21 april 1991 met -4,8ºC samen met -4,8ºC op 29 april 1976 een decaderecord op het KNMI-station De Bilt. Op het KNMI-station Heino werd op 21 april 1991 zelfs -7,9ºC gemeten.
Onderstaande twee foto’s maakte Frans Sijmons uit Klausheide, links een gesloten paardenbloem en rechtsonder een open paardenbloem. Met april op de kalender kunnen de weilanden weer helemaal geel gekleurd worden binnen afzienbare tijd.
ZONUREN TOT IN DE DUBBELE CIJFERS
In 2017 rond deze tijd was het op diverse plaatsen droog en dat ook met aardig wat zon en daarmee een gevaar voor bosbranden. Zo kwam het tot een bosbrand op 9 april 2017. Op de Posbank bij het Gelderse Rozendaal was toen een grote brand uitgebroken. Ook uit Bussum, Urk en Hilversum kwamen die dag meldingen van branden in natuurgebieden.
In 2017 op 9 april hadden we ook het maximaal haalbare aantal uren zon voor deze tijd van het jaar en dat is 12- tot 13 uur. Voor Borculo was 9 april 2017 de zonnigste 9 april sinds het begin van de zonurenmeting in 1995 met 12,3 uur zon. Hiervoor was de zonnigste 9 april uit het jaar 2000 met 11,9 uur zon. Verder was het voor Borculo ook het vijfde etmaal van 2017 met zonuren in de dubbele cijfers. In 2016 op 9 april in Borculo met 10,4 uur zon het zevende etmaal van 2016 met zonuren in de dubbele cijfers. In 2018 had de zon t/m 9 april zes etmalen met zonuren tot in de dubbele cijfers, in 2019 over dezelfde periode acht etmalen, in 2020 14 etmalen, in 2021 zes etmalen, in 2022 over dezelfde periode 20 etmalen en in 2023 acht etmalen met zonuren in de dubbele cijfers. Nu in 2024 gaat het allemaal veel moeizamer met in Borculo nog maar één etmaal met zonuren in de dubbele cijfers en dat was op 8 maart.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons, lentegevoel!
Zonuren in de dubbele cijfers had Nederland wel in 1952 vanaf 9 april. Toen de start van een lange periode van werkelijk schitterend voorjaarsweer. Van 9 t/m 19 april 1952 elf dagen op rij op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk 20°C en hoger en daarbij scheen de zon volop elke dag. Het KNMI-station De Bilt had van 14- t/m 19 april 1952 maar liefst 71 uur zon. Maar niet alleen in Winterswijk, ook op veel andere plaatsen lukte dat. Winterswijk kwam toen op 11- en 15 april tot 23,5°C. Alleen op 12 april 1952 was wel een sombere dag.
Het was een opmerkelijke periode omdat het eind maart nog compleet winters was met op 27 maart nog -7,9°C op het inmiddels ook opgeheven KNMI-station Witteveen. Op 30 maart 1952 was het midden op de dag nog plaatselijk onder nul. Verder langdurige stuifsneeuw met een bulderende oostenwind. Op de avond van 28 maart 1952 kwam het KNMI met waarschuwingen voor storm uit het oosten tot noordoosten in alle districten. Zo zie je maar dat het ook snel kan omslaan!
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2017 in de nacht naar 9 april een koude nacht met in het oosten van het land en Noord-Limburg lichte vorst op waarnemingshoogte. Aan de grond kwam het tot matige vorst op het KNMI-station Twente. In de nacht naar 9 april 2017 de laagste temperatuur van -1°C op het KNMI-station Heino en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -5,1°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,0°C in de weerhut en aan de grond tot -1,3°C.
In 2016 in de nacht naar 9 april landelijk de tweede nacht van de maand met lichte vorst op waarnemingshoogte. Op vijf KNMI-stations kwam het tot lichte vorst en dat waren de stations Deelen, Heino, Hupsel, Twente en Volkel. Tot grondvorst kwam het in het grootste deel van het land, alleen in de kustgebieden en in een strook vanaf de Noordoostpolder verder noordwaarts geen grondvorst. In de nacht naar 9 april 2016 de laagste temperatuur van -0,9°C op het KNMI-station Twente, aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Volkel met -4,2°C. Op de oostelijke KNMI-stations Twente en Hupsel grondvorst met respectievelijk -3,7°C en -2,7°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 1,2°C in de weerhut en aan de grond tot -0,1°C.
Onderstaande foto maakte Johan Effing uit Losser van zijn volkstuin, de aardappels waren gepoot op 9 april 2016 en dat twee dagen later dan in 2015.
In de nacht naar 9 april 2015 de laagste temperatuur van 0,4°C op het KNMI-station Woensdrecht. Aan de grond op het KNMI-station Ell de laagste temperatuur met -2,4°C. Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide van de eerste boerenzwaluw die na de overwintering elders weer terug kwam bij hem in de schuur. In 2015 wel drie weken later dan in 2014. In 2017 op 9 april, in 2018 op 7 april en in 2019 op 3 april.
In de nacht naar 9 april 2014 de laagste temperatuur op het KNMI-station Volkel met 1,6°C. Aan de grond op het KNMI-station Herwijnen grondvorst met -0,5°C.
In 2013 in de nacht naar 9 april waren we landelijk nog niet van de vorst verlost, op tien KNMI-stations kwam het nog tot lichte vorst. Wederom was het KNMI-station Nieuw Beerta het koudste station met -2,2°C en dat was al weer voor de 22e nacht op rij dat het tot vorst kwam daar. Het KNMI-station Vlissingen noteerde het hoogste minimum met 3,6°C.
Het neerslagtotaal voor 2013 was in Borculo t/m 9 april opgelopen tot 145 millimeter. Daarmee was 2013 tot dan het op één na droogste jaar sinds 1981, alleen 1996 was nog droger.
Op 9 april 2012 daalde de barometer in Borculo tot een laagste waarde van 997 hectopascal en daarmee voor het eerst sinds 5 januari daarvoor onder de 1000 hectopascal.
In 2011 in de nacht naar 9 april kwam het aan de grond op vijf KNMI-stations tot grondvorst, het KNMI-station Westdorpe noteerde de laagste temperatuur met -0,7°C. In Borculo toen in de weerhut een minimum van 4,8°C en aan de grond 0,5°C. Overdag liep de temperatuur in Borculo op tot 17,8°C.
Onderstaande foto maakte Ans Prinsen op 9 april 2011, het was toen een fantastische doedag voor allerlei activiteiten.
Op 9 april 2011 in Spanje één van de warmste aprildagen uit de geschiedenis. Op het vliegveld van Valencia werd het maar liefst 34,7ºC. Sinds de reguliere metingen daar begonnen in 1966 is het niet eerder in april zo warm geweest. Het oude record stond nog op 33,8ºC van 1 april 1980.
In 2010 op 9 april ook vorst, op 9 april toen lichte vorst op een tweetal KNMI-stations, Gilze-Rijen en Twente met -0,2°C. Aan de grond toen op het KNMI-station Twente zelfs nog -4°C en op het KNMI-station Hupsel -3°C. Ook in Borculo in 2010 op 9 april grondvorst, in de weerhut een minimum van 1,9°C en aan de grond -2,5°C.
In 2009 op 9 april best een bijzondere dag in Borculo met een maximum van 18,3°C en daarmee het derde etmaal op rij die in Borculo sinds 1981 niet eerder zo warm waren.
Op het inmiddels allang opgeheven KNMI-station Buchten werd op 9 april 1969 bijna een zomerse dag genoteerd met 24,9°C.
Op 9 april 1968 noteerde het KNMI-station De Bilt een laagste temperatuur van -4,9°C. Maar tien dagen later was het volop zomers met op 20- en 21-april respectievelijk 26,6°C en 27,6°C. Op de KNMI-stations Deelen en Soesterberg de laagste temperaturen van respectievelijk -6,5°C en -6,8°C.
In 1928 op 9 april op het KNMI-station De Bilt de eerste warme dag met 20,1°C.
ZONLICHT SCHADELIJK?
We weten allemaal dat teveel zonlicht schadelijk is voor de huid en de kans op huidkanker doet vergroten. Maar de zon heeft ook zo zijn positieve kanten. Zo kwam er onlangs nog een opmerkelijk bericht de wereld in van een vooraanstaande kankerspecialist. Hij beweerde dat het verstandig is om veel te gaan zonnen en zelfs onder een zonnebank. In zonlicht zit vitamine D en deze vitamine zou het risico op enkele vormen van kanker tot 40% kunnen verkleinen. Daarnaast is vitamine D ook goed voor de botten en de immuniteit en heeft het een beschermende werking tegen astma, diabetes 2 en multiple sclerose. Uit een Amerikaans onderzoek kwam nog naar voren dat in landen met de meeste zonneschijn minder prostaat-, borst- en darmkanker voorkomen. En dat zelfs vrouwen die topless zonnen tot 47% minder risico op borstkanker lopen.
De zon is overigens niet altijd even actief, hieronder een grafiek die de activiteit van de zon weergeeft vanaf 1995. Momenteel zitten we in een fase waarin de zon geleidelijk weer minder actiever wordt.
Ook zou blootstelling aan de zon de kans op trombose aanzienlijk verminderen. Zo zou de kans op trombose in een maand december 50% hoger liggen dan in de zomermaanden. De reden hiervoor zou het gebrek aan vitamine D zijn dat door de huid wordt opgenomen tijdens het zonnen. Er wordt zelfs beweerd om iedere dag te gaan zonnen, hiermee zou de kans op bloedpropjes met name onder vrouwen met 30% verminderen. Het gaat hier om een onderzoek die is gedaan in Zweden over een periode van 12 jaar waar 40.000 vrouwen aan hebben meegewerkt.
Het bovenstaande zou alleen opgaan als men drie keer per week het gezicht en de voorarmen bloot stelt aan 5 tot 10 minuten zon en niet langer! Maar er zijn ook “geleerden” die beweren dat elke dag een kwartier met blote armen en benen in de zon meer dan voldoende moet zijn en wordt aangeraden. In tijden met weinig zonneschijn kan de zonnebank uitkomst bieden en dan om de zes weken rond 10 minuten onder de zonnebank. Bedenk wel dat na 20 minuten zonnen in de volle zon het lichaam geen vitamine D meer aanmaakt.
De conclusie van het bovenstaande is mogelijk wel dat de echte waarheid ergens in het midden zal liggen en dan met de nadruk op “alles met mate en overdaad schaadt nog steeds”! Want de onderzoekers zeggen met nadruk dat men absoluut niet mag verbranden!