DE IJSHEILIGEN ZIJN DIT JAAR TOT NU TOE RUSTIG, DAT IS WEL EENS ANDERS GEWEEST!
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
In 2022 in de nacht naar 8 mei waren de IJsheiligen na één nacht van afwezigheid weer terug. Normaal volgens de kalender van de Volksweerkunde is de periode 11-14 mei de periode van de IJsheiligen, maar de IJsheiligen houden zich bij lange na niet altijd aan de kalender, het ene jaar vroeger en het andere jaar later. In feite in 2022 vroege IJsheiligen, want de maand mei had in 2022 over de eerste acht etmalen nog maar één nacht vrij van (grond)vorst opgeleverd voor het hele land.
In de nacht naar 8 mei 2022 de laagste minimum-temperaturen van 0,8°C en 2,5°C op respectievelijk de KNMI-stations Eelde en Wijk aan Zee. Aan de grond de laagste temperaturen van -2,7°C en -0,1°C op respectievelijk de KNMI-stations Eelde en Leeuwarden. Het KNMI-station Wijk aan Zee had aan de grond 0,2°C.
Met mei op de kalender kunnen de nachten koud uitpakken maar even zo goed behoorlijk warm blijven. Het gemiddeld minimum deze maand staat in Borculo t/m woensdag 8 mei op 9,6°C, dat was in mei 2023 over dezelfde periode 8,0°C, in mei 2022 6,0°C, in mei 2021
2,9°C, in mei 2020 3,7°C en in mei 2019 2,8°C, normaal voor mei over de hele maand is voor Borculo een gemiddeld minimum van 8,4°C.
MAAR ….
De datum 8 mei is voor Nederland ook het landelijk gemiddelde voor de eerste zomerse dag, dit kan tot twee weken eerder of later zijn. Dat is grofweg tussen eind april en 20 mei. De uitersten zijn 29 maart in 1968, als vroegste, terwijl in 1984 pas 19 juni sprake was van de eerste landelijke zomerse dag. Nu in 2024 hebben we de eerste zomerse dag al wel gehad en dat was op 6 april met 25,7°C op het KNMI-station Arcen en in Borculo op 30 april met 25,1°C. Borculo heeft deze maand mei inmiddels ook al twee zomerse dagen gehad. In de mei-maanden van 2019 t/m 2023 t/m 8 mei nog geen zomerse dag in Borculo. In 2018 op 8 mei in Borculo de derde zomerse dag van mei.
Gemiddeld telt mei in Borculo vier zomerse dagen. Daar kwamen we in mei 2018 ruim overheen met 17 zomerse dagen, voor mei het hoogste aantal voor Borculo sinds 1981. In 2017 kwam mei tot zeven zomerse dagen in Borculo, toen het hoogste aantal voor mei sinds mei 2012 met acht zomerse dagen. Mei 2019 kwam in Borculo tot één zomerse dag en dat was op 19 mei, in mei 2020 drie zomerse dagen, in mei 2021 één zomerse dag en evenals in mei 2019 op 19 mei. In mei 2022 totaal zes zomerse dagen en de eerste was op 10 mei en in mei 2023 in Borculo drie zomerse dagen.
Onderstaande foto’s maakte Leen de Koning van een bijenzwerm in een boom in zijn buurt, deze werd vakkundig door een imker weggehaald.
IJSHEILIGEN-NACHTEN
In 2021 in de nacht naar 8 mei aan de grond in Twente matige vorst en daarmee de tweede nacht van mei 2021 met matige vorst aan de grond op een KNMI-station, de eerste nacht was 3 mei met -5,1°C op de KNMI-stations Eindhoven en Volkel. In de nacht naar 8 mei 2021 waren de laagste temperaturen op waarnemingshoogte -1,8°C op het KNMI-station Twente gevolgd door -1,1°C op het KNMI-station Deelen. Het KNMI-station Hupsel had -0,4°C als minimum. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met als enige matige vorst met -5,7°C, het KNMI-station Hupsel volgde daarna met -4,2°C.
In 2021 was de nacht naar 8 mei voor Borculo met -0,4°C aan de grond de 32e nacht van de lente van 2021 met grondvorst en daar bleef het ook bij. Dit is het hoogste aantal voor de lente sinds 2013 die tot 37 nachten met grondvorst kwam. Koploper voor de lente is voor Borculo de lente van 1995 met 41 nachten met grondvorst.
In 2020 op 8 mei de vijfde nacht op rij met landelijk grondvorst. Tot grondvorst kwam het met name in Salland en Twente en regionaal in het noorden van het land. Op waarnemingshoogte kwam het nergens tot vorst. Aan de grond kwam het tot grondvorst op de KNMI-stations Den Helder, Eelde, Heino, Leeuwarden, Terschelling en Twente. De laagste temperatuur aan de grond was -2,9°C op het KNMI-station Eelde gevolgd door -1,9°C op het KNMI-station Terschelling. In de Achterhoek op het KNMI-station Hupsel met +0,2°C aan de grond net geen grondvorst.
In 2019 in de nacht naar 8 mei al weer de achtste nacht op rij van mei 2019 met landelijk grondvorst, m.a.w. de IJsheiligen wisten nog niet van wijken. De laagste temperatuur van mei 2019 moest dan ook nog komen en dat werd de nacht naar 13 mei met -1,9°C op het KNMI-station Hupsel. In de nacht naar 8 mei 2019 de laagste temperatuur van 1,8°C op het KNMI-station Nieuw Beerta en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -1,5°C. Naast het KNMI-station Twente hadden de KNMI-stations Hoogeveen en Eelde ook grondvorst met respectievelijk -0,3°C en -0,9°C.
Wat langer terug in de tijd ook een koude nacht in 1957 op 8 mei, op het KNMI-station De Bilt met -2,6°C de laagste temperatuur voor 8 mei sinds 1901. In die nacht op het KNMI-station Eelde nog kouder met -3,3°C. In 1941 een koude nacht naar 8 mei met op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk -4,4°C. Op het KNMI-station De Bilt in deze nacht een minimum van -1,1°C. Door de homogenisatie door het KNMI is dit minimum sinds 2016 herleid tot -1,7°C.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries uit Kudelstaart, op de foto ziet U daslook in het Amsterdamse Bos. Daslook is een vrij zeldzame soort in België en Nederland en is in Nederland wettelijk beschermd. De plant bloeit van april tot juni, soms tot juli. De plant wordt 30-40 centimeter hoog. De plant groeit vaak in groepen en trekt door de sterke uienlucht snel de aandacht.
BIJZONDERE START VAN MEI 2011
In 2011 hadden we wel een bijzondere week achter de rug rond deze tijd, met in de nacht naar 5 mei 2011 nog -3,2°C op het KNMI-station Eelde en ruim 22°C hoger in de nacht naar 8 mei 2011 op het KNMI-station Hoek van Holland. Niet alleen in Nederland een bijzondere week toen in 2011, ook in IJsland. In Reykjavik sneeuwde het nog op 1 mei 2011 en daar kwam nog 16 centimeter sneeuw te liggen. De laatste keer dat het daar in mei sneeuwde was in 1993 en voor een sneeuwdek in mei van 16 centimeter moest men al weer terug naar 1987!
BAIKALMEER
Op onderstaande satellietfoto ziet U het Baikalmeer, foto is gemaakt door de Modis-satelliet van de NASA op 4 mei 2012.
Het Baikalmeer ligt in het zuiden van Siberië in Rusland ten zuiden van het Baikalgebergte. We hebben het dan over het diepste en grootste zoetwaterreservoir ter wereld. Het diepste punt ligt rond 1642 meter diep en de oppervlakte van het Baikalmeer is ongeveer 31.500 vierkante kilometer. De grootte van het Baikalmeer is te vergelijken met de grootte van België. We spreken hier bewust over “grootste zoetwaterreservoir”, omdat gemeten naar het oppervlak het Bovenmeer dat op de grens ligt van de Verenigde Staten en Canada groter is. De inhoud van het Baikalmeer is echter groter dan de inhoud van alle grote meren van Amerika bij elkaar. Men heeft al eens berekend dat het Baikalmeer zoveel zoetwater bevat dat het in de drinkwaterbehoeften van de hele wereldbevolking zou kunnen voorzien voor een periode van 30 jaar. Het wordt door ruim 300 rivieren gevoed, waarvan de Selenga in het zuiden de voornaamste is. De enige afvoer is de Angara, waarlangs het Baikalmeer via de Jenisej afwatert op de Noordelijke IJszee. Voor zover bekend is het Baikalmeer ook het oudste meer ter wereld. De kustlijn van het Baikalmeer is rond 2100 kilometer lang. De bodem van het Baikalmeer is zeer heuvelachtig.
Het Baikalmeer is rijk aan flora en fauna en herbergt unieke diersoorten als de baikalrob (een zoetwaterzeehond), de omoel (een zalmachtige) en een hele reeks endemische vlokreeftjes. Totaal telt het Baikalmeer wel 1700 soorten planten en dieren en daarvan zo’n 50 hele bijzondere soorten vis.
Sinds 1996 staat het Baikalmeer op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.