HomeHomepagezaterdag 18 mei

zaterdag 18 mei

DE DAG VAN LUILAK OF LOOILAK!
KOELTE IN MEI EN GEVOLGEN OPWARMING KLIMAAT!

BIJZONDERHEDEN 18 MEI

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI     WEERPLAZA     WEERONLINE    KMI-BELGIE     WEER.NL     WEERNIEUWS-VERWACHTING

Wist U dat de dag voor Pinksteren de dag van luilak of looilak is? Dit is een folkloristische viering op de zaterdag voor Pinksteren. De viering vindt vooral plaats in West-Friesland en enkele andere Hollandse plaatsen. Met luilak of looilak worden oorspronkelijk langslapers en telaatkomers bespot en wakker gemaakt. Er wordt vrij algemeen uitgegaan dat het een viering is met een Friese oorsprong.

Pinksteren valt nooit op dezelfde datum. De datum van Pinksteren is afhankelijk van de datum van Pasen. Pinksteren valt namelijk altijd op de tiende dag na Hemelvaart en op de 49e dag na eerste paasdag. De pinksterdagen hebben de beste weercijfers van alle feestdagen. Meestal overheersen zon en warmte met Pinksteren, waarvan de uiterste data liggen tussen 11 mei en 14 juni. Gemiddeld is deze periode de zonnigste van het jaar met dagelijks zo’n 7 à 8 uur zon en soms bijna 15 uur en een middagtemperatuur van 15°C-16°C aan zee tot 18°C-20°C in het binnenland. Maar een garantie is het natuurlijk nooit.
In 2011 op 19 mei eerste pinksterdag en dat was een mooie eerste pinksterdag in Borculo, een droge dag met bijna tien uur zon werd het 19,7°C. In 2010 viel eerste pinksterdag op 23 mei, toen konden we in Borculo de op één na zonnigste eerste pinksterdag in de boeken noteren met bijna 11 uur zon. Alleen in 2009 op eerste pinksterdag met 13,5 uur scheen de zon toen nog langer. Maar daarna kwam Pinksteren 2015 met 14,5 uur zon op eerste pinksterdag en dat was tot 2018 de zonnigste eerste pinksterdag voor Borculo. Die eer moet eerste pinksterdag 2015 delen met eerste pinksterdag 2018 toen de zon in Borculo ook tot 14,5 uur kwam. Dat lukte in 2019 niet met “slechts” 9 uur zon. Maar in 2020 op 31 mei eerste pinksterdag in Borculo 14 uur zon.

Onderstaande foto maakte Johan Effing uit Losser, ook in Twente komt de lente langzaam tot bloei.

– In 2021 op 18 mei een nat etmaal. De meeste neerslag viel op de KNMI-stations Hupsel en Twente met respectievelijk 17,3- en 6,8 millimeter. Vanaf middernacht tot in de avond om 20 uur waren enkele neerslagcijfers vanuit de Achterhoek: Ruurlosebroek 22,6 millimeter, Zelhem 17,6 millimeter, Doetinchem en Silvolde 17 millimeter, Borculo 9,6 millimeter en Bredevoort 8 millimeter.

– In 2020 op 18 mei bleef de deur voor de IJsheiligen voor het eerst sinds 11 mei gesloten, al scheelde dat aan de grond niet veel. Het KNMI-station Twente had aan de grond 1,0°C en het KNMI-station Hupsel 1,6°C.
In 2020 op 18 mei daalde de luchtvochtigheid op het KNMI-station Westdorpe tot 15%, de op twee na laagste waarde ooit gemeten voor mei. In maart 2020 werd al een zeer lage luchtvochtigheid gemeten met op 25 maart op het KNMI-station De Bilt van 16%. Dit was de op één na laagste waarde ooit gemeten voor De Bilt en landelijk de op één na laagste waarde ooit gemeten voor maart. Op 11 april 2020 kwam het tot de laagste luchtvochtigheid ooit gemeten in april met een luchtvochtigheid van 14% op het KNMI-station Deelen.

Onderstaande foto maakte Peter de Vries in het Keukenhofbosch.

KOELTE IN MEI

Mei 2019 verliep langdurig vrij koel, t/m 18 mei acht dagen waarop de 15°C niet werd bereikt, maar het kan erger. In 2019 was het t/m 17 mei landelijk ook nog steeds wachten op de eerste warme dag en daarvan spreken we als de temperatuur de 20°C haalt. Sinds 1901 zijn er landelijk twee mei-maanden waarop de warme grens van 20°C niet werd bereikt en dat was in de jaren 1962 en 1984. In Borculo is sinds 1981 geen enkele maand verlopen zonder een warme dag, het laagste aantal in mei 1991 met twee warme dagen. In 2019 op 18 mei de eerste warme dag van mei 2019, zowel in Borculo als landelijk. In Borculo kwam daarmee een eind aan 22 etmalen op rij met geen enkele warme dag. Voor Borculo de op één na langste periode zo ver in het seizoen, alleen in 1996 met 26 etmalen op rij tot 23 mei een langere periode.

In mei 2021 o.a. in Borculo over de eerste 18 dagen ook acht dagen geen temperatuur van 15°C en hoger. In mei 2005 en 2007 nog laat de IJsheiligen op bezoek, maar overdag was het ook regelmatig killetjes. Op 18 mei 2007 kwam de temperatuur in Borculo eindelijk weer eens boven de 20°C, in Borculo werd het met 22,6°C de zesde warme dag van mei 2007. Normaal telt mei in Borculo 13 warme dagen. Mei 2007 had t/m 18 mei in Borculo al 11 dagen afgeleverd die overdag te koel waren voor de tijd van het jaar en over de hele maand 13 te koele dagen in Borculo.
Toch kan het nog veel killer in mei, in mei 2005 hadden we t/m 18 mei al 14 etmalen die te koel waren verlopen voor de tijd van het jaar in Borculo en over de hele maand 17 te koele etmalen. In mei 2010 over de hele maand in Borculo zelfs 22 etmalen die te koel verliepen voor de tijd van het jaar.
Kijken we naar de afgelopen jaren naar de dagen in mei die te koel verliepen t/m 18 mei dan komen we tot de volgende cijfers (tussen haakjes het maandtotaal): mei 2011 t/m 18 mei zes etmalen te koel (negen) , mei 2012 acht (acht) , mei 2013 negen (19) , mei 2014 11 (15) , mei 2015 vijf (14) , mei 2016 zes (10) , mei 2017 zes (7). In 2018 in de warmste mei-maand sinds 1901 voor Nederland in Borculo toch nog drie dagen die te koel waren. Mei 2019 in Borculo 12 etmalen die te koel verliepen en daarvan tien t/m 18 mei. In mei 2020 t/m 18 mei acht etmalen die te koel verliepen en over de hele maand negen etmalen. In mei 2021 over de hele maand 17 te koele dagen en daarvan acht t/m 18 mei. In mei 2022 over de hele maand 3 te koele dagen en daarvan één t/m 18 mei. In mei 2023 over de hele maand zes te koele dagen.

Op onderstaande foto blauwe druifjes, onderstaande foto maakte Clemens van Rijthoven uit Wijk en Aalburg.

In 2010 op 18 mei kwam in Borculo het etmaalgemiddelde net boven de 10°C uit. Tot en met 18 mei 2010 telde mei in Borculo al 12 etmalen met een etmaalgemiddelde van onder de 10°C. Sinds 1981 waren er maar twee mei-maanden die een hoger aantal hadden en wel mei 1987 met 14 etmalen en 1991 met 16 etmalen. Ook mei 1996 telde 12 etmalen met een etmaalgemiddelde van onder de 10°C.
Kijken we naar de afgelopen jaren naar het aantal etmalen met het etmaalgemiddelde onder de 10°C t/m 18 mei dan komen we tot de volgende cijfers (tussen haakjes het maandtotaal): mei 2011 t/m 18 mei in Borculo vier etmalen met een etmaalgemiddelde van onder de 10°C (4) , mei 2012 acht (acht) , mei 2013 geen (5) , mei 2014 vijf (vijf) , mei 2015 drie (drie) , mei 2016 vijf (vijf) , mei 2017 drie (drie). In 2018 in mei alleen het eerste etmaal van mei een etmaalgemiddelde onder de 10°C in Borculo. In mei 2019 tien etmalen t/m 18 mei en over de hele maand ook tien. In mei 2020 t/m 18 mei acht etmalen met een etmaalgemiddelde onder de 10°C en over de hele maand ook acht. In mei 2021 over de hele maand acht etmalen met een etmaalgemiddelde onder de 10°C en het laatste etmaal was 8 mei. In mei 2022 geen etmaal met een etmaalgemiddelde onder de 10°C en in mei 2023 twee etmalen.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

In 2018 in de nacht naar 18 mei de laagste temperatuur van 1,9°C op het KNMI-station Deelen en aan de grond grondvorst op de KNMI-stations Deelen en Woensdrecht met respectievelijk -2,6°C en -1,7°C.

De hoogste temperaturen op 18 mei 2017 werden bereikt in de nachtelijke uren. Landelijk daarbij maximum-temperaturen van 24,6°C op het KNMI-station Woensdrecht tot 17,4°C op het KNMI-station Vlissingen. Maar overdag maximum-temperaturen van 20°C op het KNMI-station Deelen tot 14,5°C op het KNMI-station Vlieland.

In 2016 in de nacht naar 18 mei kwam het landelijk net niet tot grondvorst, aan de grond op het KNMI-station Twente 0,2°C.

In de nacht naar 18 mei 2015 de laagste temperatuur van 1,8°C op het KNMI-station Twente. Verder toch nog weer grondvorst, de IJsheiligen bleven in 2015 hardnekkig. Op zes KNMI-stations kwam het tot grondvorst met als laagste temperatuur op het KNMI-station Twente -3,5°C. Ook nachtvorst in de Achterhoek met -0,3°C op het KNMI-station Hupsel. Verder hadden de KNMI-stations Eindhoven, Ell, Heino en Volkel ook grondvorst.

Op onderstaande foto een grote natuurbrand bij Chaam in Noord-Brabant op 17 mei 2015. Het ging om natuurgebied de Chaamse bossen, aan de Belgische grens.

In 2014 in de nacht naar 18 mei kwam het nog bijna tot grondvorst op het KNMI-station Twente, daar bleef de temperatuur op 10 centimeter boven het maaiveld precies steken op 0,0°C. Op waarnemingshoogte van 1,5 meter boven het maaiveld was de laagste temperatuur 5,2°C op de KNMI-stations Nieuw Beerta en Twente.

Op 18 mei 2013 kwam Borculo niet verder dan 12°C en daarmee samen met 18 mei 1995 de laagste temperatuur sinds 1981 voor 18 mei. Landelijk de hoogste temperatuur kwam nog vanaf het KNMI-station Maastricht met 15,5°C en dat werd mede bereikt met zon in de middag.

Onderstaande foto maakte Tinus Beckers uit Lichtenvoorde op 18 mei 2012, een slaperige egel ontwaakte. Het leek alsof de egel uit zijn winterslaap kwam, aldus Tinus Beckers.

Op 18 mei 1993 vielen er in de avond in Wenum hagelstenen met een doorsnede van 4 tot 4,5 centimeter, Wenum ligt bij Apeldoorn. Op 18 mei 1956 lag er in het Friese Hallum een hageldek van maar liefst 10 centimeter.

In 1991 op 18 mei was de laagste temperatuur op het KNMI-station De Bilt 0,0°C en dat is nog altijd de laagste temperatuur voor De Bilt voor 18 mei sinds 1901. Daarentegen op 18 mei 1925 met 27,1°C de hoogste temperatuur voor De Bilt op 18 mei sinds 1901.Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 26,3°C. Op het KNMI-station Herwijnen op 18 mei 1991 een minimum-temperatuur van -0,9°C.

Op 18 mei 1983 viel in Ulrum 21 millimeter aan neerslag.

In 1982 op 18 mei een ochtendaftapping over 24 uur van 35 millimeter in Stein, 19 millimeter in Terneuzen en 16 millimeter in Hoogerheide. In Kerkkrade kwam het nog tot een wolkbreuk.

In 1956 op 18 mei viel er in het Friese Hallum hagel tot een hageldek van rond tien centimeter.

Op 18 mei 1955 aan de kust een zuidwesterstorm windkracht 9, in het binnenland op het KNMI-station Eindhoven zware storm windkracht 10. Het KNMI-station Eelde had die dag geen hogere temperatuur dan 9,6°C. Dit maximum is sinds 2016 door de homogenisatie van data door het KNMI herleid tot 9,3°C.

De koudste Hemelvaart voor het KNMI-station De Bilt was op 18 mei 1950 met 9,9°C als hoogste temperatuur. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 10°C.

De zonnigste 18 mei had het KNMI-station De Bilt in 1948 met 14,4 uur zon.

Op 18 mei 1944 was het Hemelvaart en op het KNMI-station De Bilt kwam het tot lichte vorst met -0,2°C.

In 1941 op 18 mei landelijk de eerste 20°C met op het KNMI-station De Bilt 21°C, daarmee de meest verre datum in het jaar met de eerste warme dag en daarvan spreken we als de temperatuur de 20°C haalt.

Op 18 mei 1931 viel in Loenen a/d Vecht 36 millimeter neerslag en in Hilversum 29 millimeter.

Onderstaande foto is van 18 mei 2010 vanaf Schiphol genomen door Peter de Vries, duidelijk zichtbaar op de achtergrond is de aswolk van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull.

GEVOLGEN OPWARMING KLIMAAT

Europa ontkomt niet aan de gevolgen van de opwarming. Het klimaat verandert sneller dan wetenschappers tot nu toe voorspeld hadden. Enorme gebieden aan de kust lopen daardoor meer risico’s op overstromingen. Het gebied rond de Middellandse Zee zal meer en meer te kampen hebben met langdurige droogtes. De gletsjers in de Zwitserse Alpen zullen blijven slinken, met als gevolg dat waterkrachtcentrales minder stroom zullen kunnen opwekken. De temperatuurstijgingen hebben er bovendien nu al voor gezorgd dat er minder tarwe-, maïs- en gerstopbrengst is. De verwachting is dat het aantal stormen en de intensiteit van de stormen over de Britse eilanden en de Noordzee aanzienlijk zal toenemen. Dit leidt ook tot hogere windsnelheden en meer schade in West- en Centraal-Europa.
Verder zal de concentratie aan ozon, een component van luchtvervuiling, in de zomer vooral in België, Engeland, Duitsland en Frankrijk verhogen. In het grootste deel van Europa zou het ook meer gaan regenen, waardoor de kans op overstromingen en schade stijgt. De ecosystemen in de Noordzee en de Baltische Zee zullen blootgesteld worden aan de hoogste temperaturen sinds het begin van de metingen. Hierdoor kunnen lokale soorten zeedieren en -planten zich niet meer aanpassen, wat leidt tot belangrijke veranderingen in de ecosystemen van de zee.
Of het werkelijk allemaal zo erg wordt zal de tijd ons moeten leren, de meningen zijn daar wel over verdeeld.

Op onderstaande foto de Matterhorn, één van de bekendste bergen ter wereld, deze heeft het ook zwaar te verduren door de klimaatverandering.

Wetenschappers hebben ontdekt dat niet alleen de gletsjers, maar ook de berg zelf uit elkaar dreigt te vallen door de hoge temperaturen. Dit is voor het hele Alpengebied wel een toekomstig probleem omdat daarmee de kabelbanen in gevaar komen met hun fundering. De Matterhorn is rond 4478 meter hoog en ligt op de grens tussen Zwitserland en Italië. Het is een opmerkelijke berg met zijn piramidevormige top en deze top vormde onder meer de inspiratie voor de Toblerone-chocolade. De wetenschappers van de Universiteit van Zurich hielden de berg vijf jaar lang in het oog met meetinstrumenten op zeventien verschillende plekken op de berg. Door dit onderzoek kwam men er achter dat niet alleen de gletsjers op de berg krimpen als gevolg van de aardse opwarming, maar ook vorst en dooi hebben de Matterhorn op veel plaatsen behoorlijk aangetast. De vorst en dooi waren verantwoordelijk voor scheuren en barsten in de berg en hier vond het smeltwater van de gletsjer weer zijn uitweg. Maar als het dan opnieuw bevriest zal door uitzetting de berg weer worden belast en worden de scheuren en barsten alleen maar weer dieper. Hierdoor kunnen ook brokstukken van de berg loskomen met alle gevolgen van dien.

error: Content Protected