MAANDAG 23 SEPTEMBER OOK VOOR HET WEER DE START VAN DE HERFST!
EERSTE ETMAALGEMIDDELDE VAN ONDER DE 10°C KOMT WEER DICHTERBIJ!
BIJZONDERHEDEN 23 SEPTEMBER
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Maandag 23 september officieel het tweede etmaal van de herfst van 2024, maar met het weerbeeld pas het eerste herfstetmaal. Dit jaar met de start van de herfst op zondag 22 september sloten we een prachtige nazomerse periode af. De eerste herfstweek zal dan ook echt wennen worden met dagelijks regen/buien en ook duidelijk meer wind en niet te vergeten aanzienlijk lagere temperaturen. Maar voor maandag 23 september viel het voor de meeste regio’s nog reuze mee, meest licht wisselvallig.
En er werd zelfs nog een mijlpaal bereikt op maandag 23 september, het KNMI-station De Bilt bereikte met 21,4°C het 100e warme etmaal van 2024 en van een warm etmaal spreken we als de 20°C wordt bereikt. Het jaar 2021 is voor het KNMI-station De Bilt het laatste jaar met onder de 100 warme dagen en wel met 98 warme dagen over het hele jaar. In 2023 kwam het KNMI-station De Bilt tot 117 warme dagen. Het record voor het hele jaar voor het KNMI-station De Bilt staat op 132 warme dagen in 2018.
Borculo staat nu t/m maandag 23 september op 117 warme dagen en het record voor Borculo staat op 146 warme dagen in 2018.
In 2023 op 23 september officieel de start van de astronomische herfst, maar met het weerbeeld waren we al een aantal dagen in de herfst beland. Want vanaf 16 september in 2023 geen enkel droog etmaal, al acht etmalen op rij met neerslag van betekenis en daarvan zeven etmalen met landelijk op een KNMI-station meer dan 10 millimeter neerslag. Verder ook op de meeste dagen vrij veel wind en op 19 september 2023 zelfs de eerste herfst-storm sinds drie jaar in het noordwestelijk kustgebied. In 2023 geen droge start van de astronomische herfst met tot in de avond al weer 12,7 millimeter op het KNMI-station Schiphol gerekend vanaf middernacht. Op de ochtend van 23 september 2023 kon men over 24 uur op Texel 26 millimeter aftappen en op het KNMI-station Den Helder 30 millimeter en in Uitgeest stond de neerslagteller van september al op 114 millimeter.
De start van de astronomische herfst van 2022 was ook op 23 september en ging ook nat van start met de meeste neerslag vanaf middernacht tot in de avond 20 uur op het KNMI-station Vlissingen 8,1 millimeter. In de nachtelijke uren viel op de KNMI-stations geen neerslag en overdag op de KNMI-stations Vlissingen en Voorschoten respectievelijk 8,1- en 7,1 millimeter.
Werd het in 2022 op 23 september met de start van de astronomische herfst nog bijna 19°C op het KNMI-station Hoek van Holland, in 2023 op 23 september nog wat lager met als hoogste temperatuur 18,5°C op het KNMI-station Berkhout. Nu in 2024 op maandag 23 september 22,8°C als hoogste temperatuur op het KNMI-station Nieuw Beerta.
We kunnen het deze maand nauwelijks voorstellen, maar in 1986 op 23 september op het KNMI-station De Bilt de enige warme dag van de maand en dat ook nog maar net met 20,2°C. Het KNMI-station De Bilt kwam maandag 23 september met 21,4°C wel tot een warme dag en wel de 100e van 2024 en de 16e van deze maand. In september 2023 op het KNMI-station De Bilt op 23 september geen warme dag met 17,7°C en daarmee bleef de teller staan voor september 2023 op 18 warme dagen. In september 2022 kwam het KNMI-station De Bilt totaal tot 13 warme dagen.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries van de vuurtoren op Texel, ook daar een warme dag. Maandag 23 september in het Waddengebied alleen op Terschelling geen warme dag met 19,8°C.
– In 2020 in de nacht naar 23 september weer de eerste serieuze bewolking na toch wel voor de meeste plaatsen zes nagenoeg onbewolkte etmalen. In Borculo kwam op 23 september een eind aan zes etmalen op rij met minimaal 11 uur zon.
– In 2019 vanaf 23 september regionaal de start van een kletsnatte periode t/m 22 oktober met o.a. in Overveen 315 millimeter, in Castricum 303 millimeter en in Heiloo 293 millimeter.
– In de nacht naar 23 september 2017 met de laagste temperatuur van 2,6°C op het KNMI-station Gilze-Rijen ook de laagste temperatuur van de maand.
– Het KNMI-station Deelen had in 2018 op 23 september met 10,8°C het laagste maximum van de maand van de KNMI-stations. Het KNMI-station De Bilt had een maximum-temperatuur van 10,9°C en daarmee de koudste 23 september sinds 1901. Het oude record was 11,5°C van 23 september 1974. Voor Borculo op 23 september 2018 met 11,3°C de koudste 23 september sinds 1981, dat was nog 23 september 1996 met 12,7°C. Dan te bedenken dat het op 23 september 2006 maar liefst ruim 10°C warmer werd met 23,7°C in Borculo. In 2018 op 23 september was voor Borculo de koudste dag sinds 5 april daarvoor toen de temperatuur het voor gezien hield bij 9,6°C.
(GROND)VORST IN SEPTEMBER
Onderstaande foto maakte Leen de Koning in de regio Nieuwerkerk a/d IJssel, ook voor de kleintjes was het maandag voor het gevoel zeker herfst.
Met inmiddels de herfst op de kalender worden de nachten ook langer en daarmee krijgt de temperatuur ook meer tijd om richting het vriespunt te dalen. Overigens niet zo bijzonder rond deze tijd!
De eerste grondvorst hadden we in 2018 in het naseizoen al op 1 september op het KNMI-station Twente met -0,4°C, in 2019 op 18 september met -0,9°C op het KNMI-station Gilze-Rijen, in 2020 de eerste grondvorst op 20 september met -1,3°C op het KNMI-station Twente en in 2021 op 21 september met -0,2°C op het KNMI-station Woensdrecht. In 2022 in de nachten naar 21- en 22-september grondvorst met de laagste temperatuur in de nacht naar 21 september met -1,8°C aan de grond op het KNMI-station Eelde. In 2023 was het op 23 september nog wachten op de eerste nacht met grondvorst, dat lukte pas op 15 oktober met -0,8°C op het KNMI-station Ell. Nu in september 2024 veel vroeger de eerste grondvorst op 13 september met -0,3°C op het KNMI-station Twente.
In 2018 op 29 september met -4,6°C op het KNMI-station Twente de eerste vorst op waarnemingshoogte. In 2019 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 29 oktober met -0,5°C op het KNMI-station Twente en -0,4°C op het KNMI-station Eelde. In 2020 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 17 oktober met -3,2°C op het KNMI-station Twente en in 2021 op 16 oktober met -0,5°C ook op het KNMI-station Twente. In 2022 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 14 november op het KNMI-station Ell met -1,1°C. In 2023 de eerste vorst op waarnemingshoogte op 6 november met -1,5°C op het KNMI-station Eelde. In Borculo de eerste vorst op waarnemingshoogte in 2022 op 19 november met -5,1°C en in 2023 op 22 november met -1,1°C.
In 2017 de eerste grondvorst pas op 9 oktober op het KNMI-station Twente met -1,2°C en de eerste vorst op waarnemingshoogte op 6 november op het KNMI-station Eindhoven met -1,1°C en ook in Borculo met -0,1°C.
In 2016 landelijk de eerste grondvorst op 6 oktober, het KNMI-station Wijk aan Zee had toen -2,8°C. De eerste landelijke vorst op waarnemingshoogte was in 2016 op 9 oktober met -1,1°C op het KNMI-station Deelen. In 2015 op 27 september de eerste grondvorst op het KNMI-station Twente met -0,1 en de eerste vorst op waarnemingshoogte op 13 oktober met -0,1°C op het KNMI-station Ell.
In de nacht naar 23 september 2014 op waarnemingshoogte minimum-temperaturen van 3,8°C op het KNMI-station Twente tot 13°C op het KNMI-station Vlieland. De 3,8°C op het KNMI-station Twente werd de laagste temperatuur van september 2014. In 2014 in de nacht naar 23 september bijna de eerste grondvorst van het naseizoen met op het KNMI-station Twente aan de grond precies 0,0°C. De vroegste eerste grondvorst in het naseizoen had Nederland in 2018 op 1 september met -0,4°C op het KNMI-station Twente. Daarvoor was dat 14 september in 2003 met -0,3°C op de Landbouwuniversiteit Wageningen en daarvoor 15 september 1971 te Wageningen.
In 2012 in de nacht naar 23 september wel de eerste vorst van het naseizoen van 2012. Het KNMI-station Twente had de primeur met -0,6°C in de weerhut en aan de grond -4,6°C. Op zes KNMI-stations kwam het tot grondvorst en dat waren de stations Deelen, Eelde, Heino, Hoogeveen, Hupsel en Twente. In Borculo in de weerhut 1,6°C als laagste temperatuur en aan de grond -0,5°C in de nacht naar 23 september 2012.
In 2011 de eerste lichte vorst pas op 9 oktober. In 2011 had het KNMI-station Twente ook de primeur met als eerste KNMI-station lichte vorst in het naseizoen, toen wel met -3,8°C. In 2012 toch een vrij vroege eerste vorst, de jaren daarvoor was dat in oktober. In 2013 de eerste lichte vorst in de weerhut veel later op 11 november met -1,4°C op het KNMI-station Deelen. In Borculo in die nacht ook de eerste vorst in de weerhut met -0,4°C.
ETMAALGEMIDDELDE ONDER DE 10ºC
Onderstaande foto maakte Mark Wolvenne, een mistige start van de dag op 23 september 2015. Met de herfst op de kalender zullen we dat de komende tijd ook wel vaker tegenkomen.
Met het kouder worden van de nachten komt het eerste etmaalgemiddelde van onder de 10°C ook weer dichterbij. In 2012 kwam het etmaalgemiddelde van 23 september in Borculo uit op 8,1°C en daarmee het eerste etmaalgemiddelde na de zomer van onder de 10°C. Het eerste etmaalgemiddelde dat gemiddeld genomen weer onder de 10°C uitkomt in het naseizoen is meestal eind september of begin oktober. In 2004 was dit op 9 oktober, maar de meest vroege datum is 1 september 1992 en de meest late datum is 1 november 2001 voor Borculo. Opvallend is dat deze datum vanaf 1984 t/m 1990 in september viel en ook vanaf 1995 t/m 1998 in september. Vanaf 1999 t/m 2009 viel deze datum in oktober of november, in 2001 en 2006 was het in november. In 2009 kwam het eerste etmaalgemiddelde onder de 10°C op 5 oktober, in 2010 op 27 september, in 2011 op 9 oktober en in 2012 dus weer in september. In 2013 op 10 oktober het eerste etmaalgemiddelde onder de 10°C, in 2014 op 22 oktober, in 2015 op 11 oktober, in 2016 op 6 oktober en in 2017 op 9 oktober. In 2018 in Borculo weer in september en wel op 23 september het eerste etmaalgemiddelde van onder de 10°C met 9,4°C gelijk met de start van de astronomische herfst van 2018. In 2019 op 5 oktober het eerste etmaalgemiddelde onder de 10°C, in 2020 op 10 oktober, in 2021 op 7 oktober, in 2022 op 11 oktober en in 2023 op 15 oktober. Dit najaar nog geen etmaalgemiddelde onder de 10°C, het laagste etmaalgemiddelde in Borculo is nog 10,9°C van 12 september.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2018 ging de astronomische herfst in het zuidwesten van Europa van start met o.a. 38,7ºC in het Spaanse Jerez de la Frontera en Badajoz in Portugal in de Alvega zelfs naar 40,1ºC. In Frankrijk met 35,3ºC in Montpellier.
In het Turkse Bodrum viel in 12 uur tijd op 23 september 2015 161 millimeter met ook nog ruim 10 uur onweer en geflits. Voor Bodrum was het gelijk een nieuw neerslagrecord.
In 2010 werd op 23 september de hoogste temperatuur van de herfst van 2010 gemeten met 24,1°C op het KNMI-station Maastricht. Ook in 2007 werd op 23 september de hoogste temperatuur van de herfst gemeten met 23,8°C op de KNMI-stations Arcen en Ell.
Op 22 september 2003 overdag zomerse temperaturen van rond 27°C en s’ avonds om 22 uur o.a. in Lichtenvoorde en Borculo nog 21,9°C. Maar een dag later op 23 september 2003 in de middag na de start van de herfst kwam de temperatuur op veel plaatsen in de Achterhoek niet boven de 15°C! Al met al meer dan 10°C lager als 24 uur daarvoor. Tijdens buien daalde de temperatuur op enkele plaatsen zelfs tot onder de 10°C.
In 1982 op 23 september op de inmiddels opgeheven KNMI-stations Dedemsvaart en Soesterberg respectievelijk 0,1°C en 1,2°C. Op de Landbouwuniversiteit Wageningen daalde de temperatuur tot 1,5°C. Aan de grond op het KNMI-station Eelde -1,6°C. Droog bleef het op 23 september 1982 ook niet met 26 millimeter in De Koog, in Vliehors op Vlieland 25 millimeter.
Op 23 september 1941 grote temperatuurverschillen in Nederland, op het KNMI-station Groningen een maximum-temperatuur van 11,3°C en op het KNMI-station Maastricht 26,2°C. Het KNMI-station De Bilt had toen van 21- t/m 29 september negen dagen een temperatuur van boven de 20°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is de 26,2°C op het KNMI-station Maastricht sinds 2016 herleid tot 25,1°C.
In 1928 in de nacht naar 23 september op het opgeheven KNMI-station Winterswijk een laagste temperatuur van -1°C.
Voor het KNMI-station De Bilt is de laagste temperatuur voor 23 september sinds 1901 nog altijd 1,8°C uit het jaar 1979. Maar wat een verschil met 1938 toen het KNMI-station De Bilt niet lager kwam dan 15,3°C en dat is altijd nog het hoogste minimum voor De Bilt voor 23 september. Door de homogenisatie van data door het KNMI is de 15,3°C sinds 2016 herleid tot 14,9°C.
KLEURRIJKE ZONSOPKOMST EN -ONDERGANG
De mooie kleuren bij zonsondergang en zonsopkomst worden veroorzaakt door de lange weg die het zonlicht door de atmosfeer aflegt. Hierbij wordt het zonlicht gebroken door stofdeeltjes en waterdamp en wordt als het ware dan verstrooid de atmosfeer ingeslingerd. Door deze verstrooiing wordt het van nature witte zonlicht ontleed in verschillende kleuren, hierbij wordt het rode licht het minst verstrooid en daardoor overheerst deze rode kleur.
Bij avondschemering wordt de verstrooiing het meest door stofdeeltjes veroorzaakt en bij ochtendschemering meest door waterdamp. Normaal gaat er in de loop van de dag meer verontreiniging (stofdeeltjes) in de lucht omhoog, dit wordt mede veroorzaakt door de opwarming van de aarde door de zon en daarmee ontstaan er stijgende luchtmassa’s. In de nacht als het meestal rustiger wordt en mede door afkoeling de lucht weer daalt, dalen deze deeltjes weer richting aarde en is het meest waterdamp wat er overblijft in de atmosfeer. Zit er veel waterdamp in de atmosfeer dan wijst dit op een hoge luchtvochtigheid, meer waterdruppeltjes maakt de kans op neerslag groter. Maar niet in elke nacht is het zo rustig dat de stofdeeltjes naar de aarde zakken, hierdoor kan er ook bij morgenrood wel degelijk stof in de atmosfeer zitten die dan evenals bij avondrood een voorbode kan zijn van mooi weer.
“Avondrood mooi weer aan boord” blijkt een scoringspercentage te hebben van 60% en “morgenrood water in de sloot” lijkt een scoringspercentage te hebben van slechts 20%.
Over avondrood gesproken, in Sydney in Australië hadden ze morgenrood in de ochtend van 23 september 2010, op de foto linksonder met morgenrood en de foto rechtsonder zoals het normaal is.
Grote delen van New South Wales in Australië kregen rond 23 september 2010 bezoek van een enorme stofwolk afkomstig uit het Australische binnenland. Dit kleurde een groot deel van de regio daar oranje. De enorme stofwolk kon ontstaan na een periode met zeer hoge temperaturen voor de tijd van het jaar en daarna deed de wind de rest. De wind ging gepaard met zware windstoten. Het openbare leven kwam daarmee zo goed als stil te liggen. Op enkele plaatsen was het zicht amper 10 meter en dan nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de gezondheid met al dat stof en zand.
Australië werd 23 september 2009 ook getroffen door een enorme stofstorm die de wereld daar compleet oranje kleurde. In het laatste weekend van september 2009 opnieuw een stofstorm met veel zand, deze was wel iets minder heftig als de vorige. De stofstorm van 23 september 2009 had een concentratie van 15.400 microgram per kubieke meter. Normaal is dit 20 microgram per kubieke meter. Zelfs bij bosbranden is dit nog aanzienlijk minder met 500 microgram per kubieke meter. Ongeveer vijf ton stof vloog er over de staten New South Wales en Queensland in Australië.
Wetenschappers hebben het stof in de stofstorm onderzocht en men kwam tot de conclusie dat deze radioactief was. De oorzaak is zo goed als zeker de regio waar de storm ontstond en dat was in de buurt van Woomera in de outback. Daar ligt de immens grote Olympic Dam uraniummijn. De stofstorm bereikte ook Nieuw Zeeland, zo’n 2150 kilometer verderop. Een stofstorm van dit kaliber had men nog niet eerder meegemaakt.