IN BORCULO IN 2023 EEN NEERSLAGRECORD VOOR 12 OKTOBER!
IN 2018 NOG EEN ZOMERSE DAG OP 12 OKTOBER IN NEDERLAND, NU ROND 10°C LAGER!
BIJZONDERHEDEN 12 OKTOBER
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
In 2023 op 12 oktober werd het startsein gegeven van de overgang naar een heel ander weerbeeld dan waar oktober mee van start was gegaan. De eerste decade van oktober 2023 is zelfs de warmste geworden sinds 1901. In Borculo werd op 13 oktober in 2023 de 20°C voor het laatst in 2023 overschreden met 22,2°C. Dit jaar in 2024 had Borculo op 26 september met 20,1°C tot nu toe de laatste warme dag. Maar een warme dag van 20°C en hoger kan zeker nog wel tot eind oktober. Zo kwam Borculo in 2022 op 28 oktober nog tot 22,5°C en op 2 november 2020 werd het met 19,9°C nog bijna een warme dag.
In 2023 verliep het etmaal van 11 oktober met neerslag van betekenis met name voor de zuidelijke helft en het midden van het land van west naar oost. Borculo kon op 11 oktober 2023 met 31,6 millimeter aan neerslag de natste 12 oktober in de boeken noteren, het oude neerslagrecord voor 12 oktober stond op 18 millimeter van 12 oktober 1987. Met 31,6 millimeter was het voor Borculo ook de natste dag sinds 3 augustus 2023 toen er ruim 38 millimeter viel.
Verder in Borculo op 11 oktober 2023 ook een zonloze dag, de eerste zonloze dag van oktober 2023 en sinds 17 augustus. De hoogste temperaturen werden voor veel stations al bereikt in de nachtelijke uren, ook in Borculo met 17,8°C. Voor overdag werd in Borculo begin van de avond de hoogste temperatuur bereikt met 16°C.
Enkele neerslagcijfers van betekenis van 11 oktober 2023 waren Rijnsburg met 43 millimeter in een half uur tijd en over het hele etmaal 58 millimeter, verder op de KNMI-stations Hupsel 26 millimeter, Deelen 27 millimeter, De Bilt 35 millimeter, Hoek van Holland 39 millimeter en Voorschoten 40 millimeter. Op enkele amateurstations viel o.a. in Ermelo 28 millimeter, in Kijkduin 30 millimeter en in Leiden 34 millimeter.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries van een peilbuis voor het grondwater.
– In 2022 in de nacht naar 12 oktober de tweede nacht op rij met landelijk grondvorst en de derde nacht van oktober 2022. De laagste minimum-temperaturen op 12 oktober 2022 van 0,9°C en 1,1°C op respectievelijk de KNMI-stations Ell en Arcen. Aan de grond de laagste temperaturen van -1,7°C op het KNMI-station Twente en -1,4°C op de KNMI-stations Eindhoven en Hupsel. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden op waarnemingshoogte een laagste temperatuur van respectievelijk 1,2°C en 1,5°C.
In de duinen in de nacht naar 12 oktober 2022 lichte vorst op waarnemingshoogte met -3,8°C nabij Castricum en -2,9°C nabij Santpoort.
– Borculo passeerde op 12 oktober 2022 de grens van 1900 uur zon in 2022 en daarmee was 2022 nog steeds ruimschoots het zonnigste jaar voor Borculo. Het jaar 2018 volgde op de tweede plaats met pas op 3 november de grens van 1900 uur zon. Nu in 2024 staat de zonurenteller op 1411 uur en in 2023 op 11 oktober 1624 uur. Voor Borculo zijn er sinds 1995 negen jaren die de grens van 1900 uur zon bereikten. Het zonnigste jaar over het hele jaar is voor Borculo 2022 met totaal 2131 uur zon gevolgd door 2018 die tot 2025 uur zon kwam. In 2018 t/m 12 oktober 1796 uur zon in Borculo en 2022 liep t/m 12 oktober al ruim 100 uur zon voor op toen nog het zonnigste jaar 2018.
– In 2020 op 12 oktober koelde het in de opklaringsgebieden flink af, aan de grond net geen grondvorst op de Veluwe en in Drenthe. De laagste temperatuur op waarnemingshoogte op het KNMI-station Deelen van 2,5°C gevolgd door de KNMI-stations Twente en Herwijnen met respectievelijk 3,3°C en 3,9°C. Het KNMI-station Hupsel had 4,3°C als minimum. Aan de grond 0,9°C op de KNMI-stations Deelen en Twente gevolgd door de KNMI-stations Herwijnen en Heino met 1,8°C en 1,9°C.
– In 2018 op 12 oktober in Borculo met 14,2°C als minimum geen record, want het hoogste minimum voor oktober had Borculo in 2013 met precies 15°C. In 2018 op 12 oktober landelijk de hoogste temperatuur van 25,7°C op het KNMI-station Arcen, in Borculo werd het toen 24,3°C. Met andere woorden in 2018 op 12 oktober landelijk nog een zomerse dag, in 2021 en 2022 op 12 oktober rond 10°C lager dan in 2018. Nu op zaterdag 12 oktober kwam Borculo tot 12,4°C en daarmee ook rond 10°C lager dan in 2018 op 12 oktober.
– Op 12 oktober 2013 werd met 1,9°C op het KNMI-station Maastricht de laagste temperatuur van de maand gemeten.
DATUMRECORDS
In 2018 begon vanaf 12 oktober met name voor het zuidoosten van het land een zomerse periode van zes dagen op rij temperaturen van 25°C en hoger! Elders op veel KNMI-stations datumrecords, ook voor het KNMI-station De Bilt die voor Nederland de langste meetreeks heeft. Voor het KNMI-station De Bilt begon dat al in de nachtelijke uren van 12 oktober. Op het KNMI-station De Bilt in de nacht naar 12 oktober een minimum-temperatuur van 14,7°C en dat werd ook het minimum van het etmaal van 12 oktober. Daarmee voor het KNMI-station De Bilt een nieuw datumrecord, het oude record voor 12 oktober was 13,9°C en dateerde van 12 oktober 1916, meer dan 100 jaar oud! Overdag op 12 oktober 2018 op het KNMI-station De Bilt 22,8°C als maximum en dat werd ook een nieuw datumrecord, het oude record was van 12 oktober 1990 met 21,4°C. En om het verhaal compleet te maken werd met 18,7°C als etmaalgemiddelde ook daarvoor een nieuw datumrecord.
Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn van de kleurrijke haven Reitdiep in de stad Groningen.
Op het KNMI-station Arcen in 2018 op 12 oktober met 25,7°C landelijk een datumrecord voor 12 oktober. Het oude record voor 12 oktober stond op 23,3°C van 12 oktober 1924 op het KNMI-station Maastricht. Het decade-record is niet gesneuveld, dat bleef nog staan op 27,2°C van 18 oktober 1921 op het KNMI-station Maastricht. Voor Borculo in 2018 op 12 oktober met 24,3°C het derde datumrecord op rij, het oude datumrecord voor 12 oktober stond in Borculo op 21,4°C van 12 oktober 2005. Verder voor Borculo ook een nieuw decade-record met 24,3°C, het oude record was nog maar een dag oud van 11 oktober met 23,3°C.
Middagtemperaturen van rond of boven de 20°C komen wel vaker voor in oktober. In 1990 op het KNMI-station De Bilt van 12- t/m 15 oktober zelfs vier datumrecords op rij met ruim 20°C. Op 13- en 15 oktober 1990 op het KNMI-station De Bilt 23,6ºC. In 2017 op 16 oktober ook nog 24,4ºC op het KNMI-station De Bilt en daarmee een decade-record en niet eerder zo hoog zo ver in het seizoen. Dit laatste record kwam op 12 oktober 2018 al enigszins onder druk te staan en zou de volgende dag 13 oktober sneuvelen met 26,3°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons in de regio Klausheide op 12 oktober 2018, droogte op de landerijen. Ook de grote rivieren kenden nog een vrij lage waterstand en met name het waterpeil van de Waal was zorgwekkend laag. In de Achterhoek stonden ook nog diverse beken compleet droog. In 2019 en 2020 was het wel minder droog, maar veel sloten en beekjes stonden ook toen nog droog in de Achterhoek. Met name de bovenlaag van de landerijen was wel natter, maar de ondergrond en het grondwaterpeil was nog steeds zorgwekkend. Ook in 2022 opnieuw weer grote problemen met de droogte en dat met name voor de zomerperiode. In 2023 en 2024 weinig last van droogte, regionaal in 2023 nog wel net aan.
NEERSLAG
In 2017 rond deze tijd gingen we een droge(re) periode tegemoet en in 2018 gingen we een nattere periode tegemoet. In 2019 een wisselvallige periode met op de meeste dagen regen/buiige neerslag. De neerslagteller voor oktober 2017 stond in Borculo t/m 12 oktober op 45 millimeter en daarmee al over de helft van normaal voor de hele maand. In oktober 2018 t/m 12 oktober in Borculo acht millimeter, in oktober 2019 over dezelfde periode al 63 millimeter, in oktober 2020 in Borculo t/m 12 oktober 49 millimeter, in oktober 2021 over dezelfde periode 36 millimeter, in oktober 2022 24 millimeter, in oktober 2023 33 millimeter en nu in oktober 2024 inmiddels 49 millimeter.
In oktober 2013 was in Borculo t/m 12 oktober ook al 40 millimeter naar beneden gekomen en daarvan 34 millimeter sinds 10 oktober. Op het KNMI-station Twente kwam over dezelfde periode toen zelfs 56 millimeter naar beneden. Oktober 2019 is voor Borculo de laatste oktobermaand die ruim te nat verliep met totaal 101 millimeter, daarvoor was dat oktober 2013 met 93 millimeter, normaal voor oktober is voor Borculo 75 millimeter. Maar ook oktober 2020 verliep natter dan normaal met 88 millimeter. Oktober 2017 kwam in Borculo tot 69 millimeter en oktober 2018 tot 34 millimeter. Oktober 2021 verliep met 79 millimeter in Borculo iets natter dan gemiddeld en oktober 2022 met bijna 50 millimeter de droogste oktober sinds oktober 2018 met 34 millimeter.
In oktober regent het in Borculo gemiddeld over de hele maand 42 uur. Daar kwamen we in oktober 2017 met 65 uur ruim overheen. In oktober 2018 in Borculo met 27 neerslaguren het laagste aantal voor oktober sinds 2007 toen oktober 19 neerslaguren telde. Koploper voor oktober met neerslaguren in Borculo is oktober 1998 met maar liefst 92 neerslaguren, daarentegen onder aan de lijst oktober 2007 met slechts 19 neerslaguren. Overigens is oktober 1998 ook de maand met het hoogste aantal neerslaguren voor Borculo sinds het begin van de automatische neerslagurenregistratie in 1995. Het minste aantal neerslaguren telde april 2007 met nog geen minuut neerslag. Oktober 2022 kwam in Borculo tot 33 neerslaguren.
Nu in 2024 inmiddels in Borculo vanaf 1 januari 580 neerslaguren, over dezelfde periode in 2023 530 neerslaguren, in 2022 357 neerslaguren en in 2021 500 neerslaguren. Het jaar 2020 telde t/m 12 oktober in Borculo 435 neerslaguren, dat was over dezelfde periode in 2019 467 neerslaguren, in 2018 360 neerslaguren en in 2017 485 neerslaguren. In 2017 t/m 12 oktober al bijna net zoveel neerslaguren als in heel 2016 in Borculo. In 2016 kwam Borculo over het hele jaar tot 491 neerslaguren. Wat een verschil met 2006 met in Borculo totaal 349 neerslaguren het laagste sinds 1995. Koploper voor het hele jaar in Borculo is 2023 met 861 neerslaguren gevolgd door 2017 met 695 neerslaguren. Het jaar 2022 kwam totaal tot 519 neerslaguren.
Het is herfst, onderstaande foto’s maakte Peter de Vries uit Kudelsstaart.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
Op 12 oktober 2012 overdag de meeste neerslag op het KNMI-station Heino met 15 millimeter. Over het hele etmaal viel er in het westen op diverse plaatsen rond 25 millimeter, o.a. in Beverwijk.
In Borculo viel in oktober 2009 over de eerste 12 etmalen al 71 millimeter neerslag met ook nog maar één droog etmaal. In Meddo bij Winterswijk viel over de eerste 12 etmalen van oktober 2009 zelfs 90 millimeter.
Op 12 oktober 1996 een natte dag met in het Woold 24 millimeter, Steenderen 27 millimeter en in Brummen 29 millimeter met hagel en onweer en hagel met een doorsnede van drie centimeter.
Op 12 oktober 1967 werd op het inmiddels opgeheven KNMI-station Epen nog een warme dag bereikt met 22,7°C en op het KNMI-station Volkel 19,7°C.
Op 12 oktober 1981 viel in Bergen 26 millimeter neerslag.
In 1979 op 12 oktober een barometerstand van 870 hectopascal in de typhoon Tip op de Stille Oceaan. Een groot verschil met de 1089 hectopascal op 30 december in 2004 in Mongolie.
Op 12 oktober 1975 daalde de temperatuur op het KNMI-station Eelde tot -1,1°C.
De laagste temperatuur voor het KNMI-station De Bilt voor 12 oktober sinds 1901 is -2,5°C uit het jaar 1912. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit minimum sinds 2016 herleid tot -3,1°C.
POOLLICHT
Onderstaande foto is gemaakt in Jokkmokk in Scandinavië in de week van 12-16 oktober 2016, het is er de tijd weer voor en dan hebben we het over poollicht of ook wel noorderlicht genoemd.
Ook in Nederland kan men af en toe wel het poollicht aanschouwen. Het poollicht of ook wel noorderlicht is één van de indrukwekkendste verschijnselen in de natuur. Het verschijnsel ontstaat doordat elektronen die afkomstig zijn van de zon de aardse atmosfeer binnendringen. Op de zon vinden zo nu en dan enorme uitbarstingen plaats. Kenmerkend voor de grote activiteit van de zon zijn de zonnevlekken, deze zijn waarneembaar vanaf de aarde. Deze zonnevlekken verschijnen en verdwijnen periodiek en om de 11 jaar is er een periode met een grote zonneactiviteit met een zonnevlekkenmaximum. Bij soortgelijke uitbarstingen op de zon worden enorme hoeveelheden elektrisch geladen deeltjes in alle richtingen gezonden, ook in de richting van de aarde. In de buurt van onze planeet richten ze zich naar het magnetisch veld van de aarde, bijvoorbeeld de Noordpool. Op een hoogte van 80 tot 1000 kilometer botsen deze deeltjes met een snelheid van ongeveer 1600 kilometer per seconde op zuurstof- en stikstofmoleculen van onze atmosfeer. Deze moleculen krijgen hierdoor een hogere energie-inhoud en bereiken hiermee een onstabiele toestand. Bij de overgang naar opnieuw weer een stabiele toestand zenden de moleculen lichtflitsen uit. De kleur van dat licht hangt af van de soort moleculen waarop het elektron botst en van de luchtdruk waarbij de botsing plaatsvindt.
Poollicht is een dynamisch en kleurrijk verschijnsel dat een groot gedeelte van de nachtelijke hemel kan bedekken. In Nederland is het poollicht meestal wit met soms wat groen erdoor. In het noorden van Scandinavië komt het zelfs dikwijls voor dat men bij noorderlicht de krant buiten kan lezen! Op lagere breedten is het verschijnsel veel zeldzamer. Op het noordelijk halfrond spreekt men ook wel van noorderlicht, daarentegen spreekt men op het zuidelijk halfrond van zuiderlicht.
Hieronder een foto van poollicht uit het oosten van het land en de foto werd gemaakt in januari 2005, de toren die U op de foto ziet is de televisietoren van Markelo.
Het raadsel van het ontstaan van het poollicht werd pas in 1957, het Internationaal Geofysisch Jaar, opgelost. Hoogtemetingen van het poollicht werden reeds 200 jaar tevoren verricht door de Engelsman Henry Cavendish. Deze hoogtemetingen werden nu ook verfijnder uitgevoerd en daarbij bleek dat het poollicht niet precies verticaal in de hemel hangt, maar dat de bovenkant wat naar voren helt.
De wetenschappers hebben ook wel eens gedacht dat perioden met een zonnevlekkenmaximum samenvielen met warme zomers en strenge winters. In sommige jaren zien we echter juist het tegenovergestelde. Er zouden wel aanwijzingen zijn dat de gemiddelde luchtdruk op het noordelijk halfrond boven land dan wat hoger is.