DE BIJZONDERE DATUM 14 NOVEMBER VOOR HET KNMI-STATION DE BILT!
IN 2022 OP 14 NOVEMBER LANDELIJK DE EERSTE VORST, DIT JAAR EEN MAAND VROEGER!
BIJZONDERHEDEN 14 NOVEMBER
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Donderdag 14 november werd de laagste temperatuur al bereikt voor middernacht op 13 november in de avond met 5,4°C op het KNMI-station Woensdrecht. Donderdag overdag de hoogste temperatuur van 12,9°C op het KNMI-station Vlissingen.
Het KNMI-station De Bilt kwam donderdag 14 november tot 11,6°C en daarmee is het nog nooit gelukt voor het KNMI-station De Bilt om op 14 november op 15°C of hoger uit te komen! De hoogste temperatuur blijft staan voor 14 november 1994 met 14,8°C.
In 2023 in de nacht naar 14 november van vorst geen sprake, de laagste temperaturen van 10,1°C en 10,5°C op respectievelijk de KNMI-stations Maastricht en Lauwersoog. In 2023 op 14 november overdag maximum-temperaturen ruim in de dubbele cijfers op alle 34 KNMI-stations met als hoogste temperatuur 14,2°C op het KNMI-station Hoek van Holland. Maar ook weer dubbele cijfers voor de neerslag met 27,4- en 26,3-millimeter op respectievelijk de KNMI-stations Westdorpe en Eindhoven. November 2023 had over de eerste 14 etmalen al 13 etmalen met neerslag tot in de dubbele cijfers op een KNMI-station. Dit jaar in november t/m donderdag 14 november slechts één etmaal met neerslag in de dubbele cijfers op een KNMI-station en dat was op 11 november met 14 millimeter op het KNMI-station Lauwersoog.
In 2022 in de nacht naar 14 november de eerste vorst op waarnemingshoogte van het naseizoen. De primeur was voor het KNMI-station Ell met even voor half 5 in de nachtelijke uren naar 14 november voor het eerst onder het vriespunt. Naast het KNMI-station Ell hadden de KNMI-stations Arcen en Woensdrecht ook lichte vorst. In 2023 de eerste lichte vorst op waarnemingshoogte op 12 november met -0,5°C op het KNMI-station Ell en dit jaar op 15 oktober met -0,8°C op het KNMI-station Eelde.
In 2022 in de nacht naar 14 november de laagste minimum-temperaturen van -1,1°C en -0,4°C op respectievelijk de KNMI-stations Ell en Woensdrecht. Het KNMI-station Woensdrecht bereikte na 7 uur in de ochtend nog een lagere temperatuur met -1,4°C. Aan de grond de laagste temperaturen van -4,8°C en -4,2°C op respectievelijk de KNMI-stations Eindhoven en Ell. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden op waarnemingshoogte de laagste temperaturen van respectievelijk 1,4°C en 1,6°C en aan de grond -0,3°C en 1,4°C.
De eerste lichte vorst in 2022 bijna een maand later dan in de twee jaar daarvoor. In 2021 had het KNMI-station Twente op 16 oktober de eerste vorst op waarnemingshoogte met -0,5°C en in 2020 ook het KNMI-station Twente toen met -3,2°C op 17 oktober.
In 2022 op 14 november overdag slechts op acht KNMI-stations nog een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers en dat waren KNMI-stations in het zuidwesten van het land en in het zuidwesten van Noord-Holland. Voor het KNMI-station De Bilt bereikte de temperatuur voor het eerst de 10°C niet sinds 9 april, op 14 november 2022 stokte de temperatuur bij 9,3°C. De datum 14 november is voor het KNMI-station De Bilt ook de meest ver gevorderde datum in het jaar waarop de temperatuur voor het eerst beneden de 10°C bleef steken en dat was op 14 november 1984 en 14 november 2022.
In Borculo werd de 10°C op 14 november 2022 ook niet bereikt met 9,9°C en dat was ook weer voor het eerst sinds 9 april toen het 9,1°C werd. Daarmee totaal een periode van 218 etmalen met een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers. Voor Borculo zeker niet de langste periode, dat blijft staan voor 2017 met een periode van 243 etmalen op rij met maximum-temperaturen in de dubbele cijfers. De kortste periode had Borculo in 1996 met slechts 134 etmalen op rij. In 2021 een periode van 204 etmalen, in 2020 232 etmalen en in 2019 199 etmalen. In 2023 kwam Borculo op 10 november voor het eerst onder de 10°C uit met de maximum-temperatuur, daarmee een periode van 216 etmalen op rij met een maximum-temperatuur van 10°C en hoger. Nu in 2024 kwam Borculo op 6 november voor het eerst onder de 10°C met de maximum-temperatuur en wel met 7,0°C. Daarmee voor dit jaar in Borculo 189 etmalen op rij met een maximum-temperatuur van 10°C en hoger.
Onderstaande foto maakte Maurice Veldhuis uit Hengelo (O).
– In 2017 in de nacht naar 14 november de laagste temperatuur van -1,1°C op het KNMI-station Deelen. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -2,8°C. Het KNMI-station Hupsel had aan de grond -1,2°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,8°C in de weerhut en aan de grond tot -0,4°C.
– In 2016 in de nacht naar 14 november de laagste temperatuur van -4,6°C op het KNMI-station Eelde, aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -7,8°C. Het KNMI-station Hupsel had -7,4°C aan de grond. In Borculo daalde de temperatuur tot -3,9°C in de weerhut en aan de grond tot -5°C. De nacht naar 14 november 2016 was voor Borculo de koudste nacht sinds 6 maart daarvoor toen de temperatuur daalde tot -4,1°C.
– In 2000 op 14 november in Eerbeek een laagste temperatuur van -0,6°C en dat was de eerste en enige vorstdag van het herfstseizoen van 2000 en dat was ook nog nooit zo hoog geweest voor de herfst. Tot hiervoor was dat -0,7°C in de herfst van 1938 op het inmiddels opgeheven KNMI-station Wijster en in 1951 op het KNMI-station Gilze-Rijen.
– In 1983 op 14 november een hele koude nacht. Het KNMI-station De Bilt had een minimum van -7,6°C en dat is nog steeds het dagrecord. Op het KNMI-station Deelen toen -8,8°C. De stations Echt en Eerbeek hadden een minimum van respectievelijk -9,8°C en -10,1°C.
HET BIJZONDERE VAN RIETEN DAKEN
Wist U dat huizen met een rieten kap geregeld te maken hebben met een typisch fenomeen. Als de rieten kap nat is en de buitentemperatuur is vrij hoog krijgt men te maken met verdamping van het vocht in de rieten kap. Voor verdamping is warmte nodig en dat wordt dan ook onttrokken aan de rieten kap met als gevolg een sterke afkoeling van de kap en die kan dan steenkoud worden. Dit heeft weer tot gevolg dat het in huis ook koud(er) wordt en men noodgedwongen de kachel moet aansteken, dit ondanks de hogere temperaturen buiten. Is het kouder buiten dan treedt dit fenomeen niet zo sterk op.
PERIODE VAN HOOG- EN LAAGWATER
In 2015 rond deze tijd waren we bezig met de langste laagwaterperiode sinds 1976. Deze periode duurde al ruim over de 100 aaneengesloten dagen. De lage waterstanden en waterafvoeren waren toen nog geen records. Zo was de waterstand op 30 november 2011 toen de laagste waterstand die ooit is gemeten bij Lobith en wel 6.89 meter boven NAP. Inmiddels heeft 2018 dat overtroffen, zowel dat van 2015 als van 30 november 2011! De laagste waterstand van de Rijn was op 29 augustus 2018 6.81 meter boven NAP en begin november 6.65 meter boven NAP. Op 29 oktober 2018 nog een waterpeil van 6.49 boven NAP. Dat record werd in de zomer van 2022 nog wat scherper gezet met een peil van 6.48 meter boven NAP op 18 augustus.
In de middag van 14 november 2015 om 12 uur was het waterpeil bij Lobith precies 7 meter boven NAP. Ook de waterafvoer was in het verleden al lager geweest. Op 4 november 1947 werd een afvoer van 620 kubieke meter water per seconde gemeten bij Lobith en in 2016 was dat 920 kubieke meter water per seconde. In 2018 op 30 oktober slechts 730 kubieke meter per seconde, een absoluut dieptepunt!
Ook het peil van de Gelderse IJssel was bijzonder laag. Onderstaande foto’s zijn gemaakt door ondergetekende van de Gelderse IJssel bij Deventer. De foto linksonder is van 12 november 2015, dat beeld was ook in 2018 al geruime tijd zo. De foto rechtsonder is van januari 2011.
Onderstaande twee foto’s zijn ook van de Gelderse IJssel bij Deventer op 12 november 2015.
Totaal anders was de situatie in november 2010. Onderstaande foto’s zijn van 14 november 2010 uit de regio Maastricht, op de foto links een totaal ondergelopen tunnel en rechts de Maas. In 2011 een heel ander beeld met lage waterstanden op de grote rivieren. Het hoogste waterpeil was op 14 november 2010 met een afvoer van 1790 kubieke meter water per seconde bij Sint Pieter in Maastricht. De volgende dag rond 13 uur bedroeg de afvoer nog steeds 1400 kubieke meter per seconde.
We hadden in 2015 rond deze tijd te maken met lage waterstanden van de grote rivieren, dit stond wel recht tegenover de algemene verwachting met de wereldwijde opwarming van Moeder Aarde. Al zou men er wereldwijd in slagen om de opwarming te beperken tot gemiddeld 2°C dan nog verdwijnen grote wereldsteden als Shanghai, Bombay en Hongkong binnen enkele eeuwen deels onder water. Ook dichter bij huis zal dat gevolgen hebben. Men verwacht bij een opwarming van gemiddeld 2°C dat de zeespiegel zal stijgen met 3 tot 6,3 meter. Dat heeft dan gevolgen voor zeker ruim 280 miljoen mensen in bewoonde gebieden.
Onderstaand plaatje laat zien wat er gebeurd met een zeespiegelstijging van 3- tot 6,3 meter voor een stad als Antwerpen. Het blauwe is water, op het linkerplaatje bij een temperatuurstijging van 4°C en het rechterplaatje bij een opwarming van 2°C.
DATUMRECORDS NOVEMBER ROND DEZE TIJD
In 2020 kregen enkele bestaande datumrecords het benauwd op 14 november. Het te kloppen landelijk datumrecord voor 14 november was 16°C van 14 november 2009 op het KNMI-station Ell. Dat record sneuvelde met 16,2°C, maar bleef nog wel in handen van het KNMI-station Ell.
Voor het KNMI-station De Bilt was ook nog wat te halen op het thermische vlak op 14 november 2020. Want de enige dag in de eerste helft van november met een maximum-temperatuur die niet boven de 15°C is geweest op het KNMI-station De Bilt is 14 november. Het bestaande datumrecord voor 14 november voor het KNMI-station De Bilt was 14,8ºC uit 1994 en dat sneuvelde net niet met 14,7ºC op 14 november 2020. Ook op 14 november 2021 kwam het KNMI-station De Bilt niet boven de 15°C uit, het KNMI-station De Bilt bleef steken bij 10,5°C. Op 14 november 2022 was de 15ºC op het KNMI-station De Bilt wederom te hoog gegrepen met 9,3°C. Ook in 2023 en nu in 2024 bleef het KNMI-station De Bilt onder de 15°C op 14 november met respectievelijk 13,5°C en 11,6°C.
Ook voor de KNMI-stations Hupsel en Twente geen nieuwe datumrecords in 2020 op 14 november met respectievelijk 15,2°C en 15,3°C, dat bleef respectievelijk 15,3°C en 15,5°C voor beide stations van 14 november 2009. In 2021 op 14 november kwamen die datumrecords helemaal niet in het gedrang op de KNMI-stations Hupsel en Twente met respectievelijk 10,2°C en 9,5°C, in 2022 met 9,2°C en 9,6°C ook niet en in 2023 met 13,0°C en 13,3°C ook niet.
Ook voor Borculo kreeg het bestaande datumrecord voor 14 november het benauwd in 2020 op 14 november, dat stond op 15,1°C van 14 november 2009. Dat record werd geklopt in 2020 met 15,4°C en werd in 2021, 2022, 2023 en nu ook in 2024 niet bereikt.
In 2015 rond deze tijd extreem zacht! Vanaf 5- t/m 12 november 2015 minimum-temperaturen in Borculo boven de 10°C met als topper 14,7°C op 7 november. De gemiddelde minimum-temperatuur in deze periode was 12°C, dat haalden we in 2017 over dezelfde periode niet eens voor overdag en dat lukte in 2016 al helemaal niet! Over dezelfde periode lag het gemiddeld maximum in 2016 op 5,9°C , in 2017 op 9,1°C , in 2018 op 13,6°C, in 2019 op 9,3°C en in 2020 op 13,3°C. U leest het goed, gemiddeld maximum! In Borculo is sinds 1981 nog nooit voorgekomen dat zo laat in het jaar de minimum-temperatuur acht etmalen op rij boven de 10°C bleef zoals in 2015 van 5- t/m 12 november. Zelfs in oktober is dat niet voorgekomen!
Bijzonder is wel het gemiddelde maximum in 2016 van 5- t/m 12 november van 5,9°C tegen nu 10,9°C en in 2018 zelfs 13,6°C! Een verschil van rond 7,5°C in de middagtemperatuur voor deze tijd is wel erg groot!
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In Nieuw Zeeland in november 2016 rond deze tijd een zware aardbeving met een kracht van 7,9 op de schaal van Richter. Zelfs daarna nog een naschok van 6,2. De aardbeving veroorzaakte ook een tsunamie met golfhoogtes tot vijf meter. De schade liep in de miljarden euro’s! Niet alleen mensen kregen het benauwd, ook dieren kwam som in benarde posities terecht zoals op onderstaande foto. (bron foto: AP)
De meest ver gevorderde datum waarop de temperatuur op het KNMI-station De Bilt voor het eerst beneden de 10°C bleef steken is 14 november 1984 en 14 november 2022. De KNMI-stations Rotterdam en Vlissingen hebben een veel latere datum in de boeken staan met 29 november 1994.
In 1940 woedde er een zware storm in Zeeland, Brabant, Limburg en in de Achterhoek.
Op 14 november 1927 kwam het o.a. in Doorn tot ijzelvorming.
In 2013 op 14 november landelijk de laagste temperatuur op het KNMI-station Ell met precies 0°C en aan de grond had het KNMI-station Ell als enige station grondvorst met -1,6°C.
Op onderstaande foto’s herfstkleuren op 14 november 2013, foto linksonder maakte Frans Sijmons uit Klausheide en de foto rechtsonder maakte Bart uit Doetinchem in de Achterhoek.
HET NIEUWE RIVIÈRA
Volgens kenners zou de Noordzeekust wel eens de nieuwe Rivièra kunnen worden. Door de opwarming van de aarde is het klimaat hier een stuk aangenamer aan het worden t.o.v. de zuidelijke delen van Europa. Noord-Europeanen zullen daardoor vaker vakantie vieren aan de eigen kust i.p.v. de zuidelijker gelegen kusten te gaan opzoeken. Door de opwarming zijn er minder doden door de kou en groeien landbouwgewassen tot in Zweden veel beter. Het effect voor Zuid-Europa zal dramatisch worden, over tien jaar leidt de grote hitte in de zuidelijke delen van Europa tot circa 11.000 extra doden per jaar. In de decennia daarna zal het aantal hittedoden verder stijgen tot rond 87.000 per jaar in 2071.
Voor de komende decennia wordt rekening gehouden met een temperatuurstijging van 2,2°C tot 3,0°C ten opzichte van het jaar 1990. Door deze temperatuurstijging wordt een stijging verwacht van de zeespiegel van rond 20 centimeter tot 100 centimeter. Om de bevolking hiervoor te beschermen zal dat in het jaar 2020 tussen de 4,4 en 5,9 miljard euro per jaar gaan kosten, dit is inclusief de schade die het hoge water met zich mee zal brengen.
Enigszins “grappig” is wel dat juist de landen die de opwarming het hardst bestrijden ook het meeste voordeel hebben van de klimaatverandering. Nederland en onder meer de Scandinavische landen liggen ruim op schema met de vermindering van het broeikasgas CO2 volgens het Kyoto-verdrag. Maar landen als Spanje en Italië doen relatief weinig tegen broeikasgassen die de aarde helpen opwarmen.