HomeHomepagedonderdag 9 januari

donderdag 9 januari

TEMPERATUURVERSCHILLEN BEGIN JANUARI EN DE MADELIEFJESWINTER!
DE WEERTERM “GEVOELSTEMPERATUUR” EN DE EERSTE SCHAATSMARATHON OP NATUURIJS!

BIJZONDERHEDEN 9 JANUARI

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI     WEERPLAZA     WEERONLINE    KMI-BELGIE     WEER.NL     WEERNIEUWS-VERWACHTING

Voor extremen etmaal KNMI-stations klik op één van onderstaande links:
temp/neerslag dag/nacht     temp/neerslag/wind     uren zon

Donderdag 9 januari voor Borculo het derde etmaal van deze winter met sneeuw als neerslag en daarvan twee etmalen met een sneeuwdek van twee centimeter. Daarmee is voor Borculo de winter van 2020 de laatste winter met geen etmaal met sneeuw. Gemiddeld telt een winterperiode van drie maanden in Borculo 11 etmalen met sneeuw, de laatste winter die dit bereikte was de winter van 2018 met 23 etmalen met sneeuw. Sneeuwdekdagen in de winterperiode is voor Borculo gemiddeld acht etmalen, de laatste winter die dit bereikte was de winter van 2021 met 11 sneeuwdekdagen. De winter van 2010 is met 42 etmalen met sneeuw koploper voor Borculo en de winter van 2011 is koploper met sneeuwdekdagen en wel 36 in aantal.

In 2024 verliep het etmaal van 9 januari koud met -7,8°C op het KNMI-station Maastricht en daarmee de laagste temperatuur sinds 1 december daarvoor toen het KNMI-station Leeuwarden strenge vorst had met -10,1°C. Deze -10,1°C op het KNMI-station Leeuwarden met de start van de meteorologische winter van 2024 was ook de laagste temperatuur van 2023.
De KNMI-stations Hupsel, Maastricht en Twente waren de koudste stations op 9 januari 2024 tot 7 uur in de ochtend met een minimum-temperatuur op alle drie stations -6,8°C. Na 7 uur de laagste minimum-temperatuur van -7,8°C op het KNMI-station Maastricht en daarmee ook de eerste landelijke matige vorst van de winter van 2024. Aan de grond de laagste temperatuur van -9,1°C op het KNMI-station Maastricht.
Overdag op 9 januari 2024 voor het grootste deel van het land een ijsdag met over het hele etmaal een temperatuur onder het vriespunt. Alleen voor de meeste KNMI-stations in de kustregio en in het midden van het land enkele KNMI-stations met geen ijsdag. Ook het KNMI-station De Bilt kwam niet tot een ijsdag met 0,1°C als maximum-temperatuur en de koudste overdag was het KNMI-station Maastricht met -1,6°C als maximum-temperatuur.
In Borculo op 9 januari 2024 ook een ijsdag met -0,6°C als maximum-temperatuur en met -7,0°C als minimum-temperatuur de laagste temperatuur sinds 18 december 2022 toen het -8,5°C werd. Verder voor Borculo met 7,7 uur zon de zonnigste dag sinds daarvoor 17 oktober 2023 toen de zon 9,7 uur scheen. Ook voor Borculo met 7,7 uur zon de zonnigste 9 januari, het oude record stond op 7,5 uur zon van 9 januari 2003 en in 2009.

Voor het gevoel op 9 januari 2024 aanzienlijk lagere temperaturen op de vroege ochtend, met de koude wind uit de oost- tot noordoosthoek gevoelstemperaturen van -10°C tot -15°C.

Op onderstaande foto keurt de KNSB de ijsvloer op de Winterswijkse ijsbaan. Deze werd goed gekeurd voor de eerste schaatsmarathon op natuurijs in de winter van 2024 op de avond van 9 januari. (bron foto tv/radio-Gelderland)

Het kan nog veel kouder op 9 januari, in 1963 op 9 januari op het KNMI-station Leeuwarden een minimum-temperatuur van -14,4°C en op het KNMI-station Rotterdam -10,3°C. Ameland was in deze periode omgeven door ijs en vrijwel onbereikbaar.
Landelijk de koudste nacht naar 9 januari had Nederland in 1968 met -21,1°C op het KNMI-station Eelde. In 2003 op 9 januari had het KNMI-station Twente nog -14,7°C en het KNMI-station Hupsel op 9 januari 2009 nog -14,7°C.
De nacht naar 9 januari 2024 was wel de koudste nacht naar 9 januari sinds 2010 toen het KNMI-station Berkhout een laagste temperatuur had van -9,3°C. In 2009 op 9 januari ook nog -16,8°C op het KNMI-station Ell.
Meer recent in 2021 op 9 januari nog -4,8°C op de KNMI-stations Volkel en Woensdrecht gevolgd door de KNMI-stations Eindhoven, Gilze-Rijen en Herwijnen met -4,6°C. Aan de grond de laagste temperaturen van -7,7°C op het KNMI-station Woensdrecht en -7,6°C op het KNMI-station Cabauw. Het KNMI-station Volkel had -7,0°C aan de grond. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minima van respectievelijk -1,1°C en -3,1°C en aan de grond -2,5°C en -4,7°C. In Borculo was de laagste temperatuur -2,5°C.

In 2023 werd in Borculo de hoogste temperatuur van 8,3°C zowel in de middag bereikt om 15 uur als middernacht om 1 uur. In het etmaal van 9 januari 2023 viel in Borculo 10,6 millimeter aan neerslag en daarmee een nieuw datumrecord. Het oude datumrecord voor 9 januari stond in Borculo op 9,4 millimeter van 9 januari 2022.
Op de KNMI-stations ook neerslag tot in de dubbele cijfers op 9 januari 2023. De meeste neerslag vanaf middernacht tot in de avond 19 uur viel op de KNMI-stations Woensdrecht en Herwijnen met respectievelijk 12,8- en 8,3 millimeter. In de nachtelijke uren viel op de KNMI-stations Vlissingen en Maastricht respectievelijk 5,7- en 5,6 millimeter en overdag op de KNMI-stations Woensdrecht en Herwijnen respectievelijk 12,3- en 8,5 millimeter. Over het etmaal van 9 januari 2023 viel op het KNMI-station Woensdrecht 12,8 millimeter in 6 uur tijd. De KNMI-stations Ell, Leeuwarden en Maastricht konden vanaf middernacht tot in de avond 19 uur de regenmeter leeg houden.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons van de Twentse thermometer in Klausheide.

– In 2022 in de nacht naar 9 januari de passage van een uitgestrekt groot regengebied die het hele land bereikte. De meeste neerslag op de KNMI-stations Deelen en De Bilt met respectievelijk 15,9- en 15,1-millimeter. Ook het KNMI-station Hoogeveen had nog 15 millimeter en de overige KNMI-stations allemaal onder de 15 millimeter waarbij het KNMI-station Westdorpe de rij sloot met 7,2 millimeter. Overdag de meeste neerslag op de KNMI-stations Arcen en Hupsel met 2,9 millimeter gevolgd door het KNMI-station Berkhout met 2,3 millimeter. Vanaf middernacht tot in de avond 19 uur de meeste neerslag op het KNMI-station Arcen met 11 millimeter, in Twello viel 19 millimeter, in Meddo 14,4 millimeter, in Winterswijk 12,4 millimeter , in Ruurlosebroek 11,4 millimeter en in Borculo vanaf middernacht 9,4 millimeter en vanaf de avond daarvoor vanaf 19 uur 10,8 millimeter. Voor Borculo werd 9 januari 2022 met 9,4 millimeter neerslag toen de natste 9 januari sinds 1981, het oude record was 9 millimeter uit het jaar 1992. Maar het datumrecord van 9 januari 2022 sneuvelde in 2023 op 9 januari toen in Borculo 10,6 millimeter viel.

– In 2021 in de nacht naar 9 januari in nagenoeg het hele land lichte vorst en in Brabant net geen matige vorst op waarnemingshoogte. De KNMI-stations Hoek van Holland, Stavoren, Vlieland en Vlissingen waren de enige KNMI-stations die geen vorst hadden op waarnemingshoogte. Aan de grond in het hele land grondvorst en in het midden van het land en in Brabant lokaal ook matige vorst. De laagste temperaturen werden bereikt in de zuidelijke helft van het land. Verspreid viel er wat regen/buiige neerslag in het noorden en westen van het land. Met name in de noordelijke provincies leverde dat op diverse plaatsen gladheid op door ijzelvorming. Ook kwam het met name in de zuidelijke helft en het midden en oosten van het land tot mist die ook voor lokale gladheid zorgde door aanvriezing.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons 9 januari 2021, een kleine wereld door mist.

– In 2020 op 9 januari nog vrij hoge temperaturen, maar het bestaande datumrecord voor 9 januari sneuvelde niet. Landelijk de hoogste temperatuur voor 9 januari is van 2007 met 14,8°C op het KNMI-station Arcen. In 2020 op 9 januari kwam het KNMI-station Westdorpe tot 13,5°C en dat werd de hoogste temperatuur van de maand. Ook het KNMI-station De Bilt bereikte met 13°C in 2019 niet het bestaande datumrecord van 9 januari 2007 en 2015 van 13,7°C. In Borculo in 2019 ook geen nieuw datumrecord voor 9 januari met de 12,5°C, dat blijft staan op 13,8°C van 9 januari 2007.

GEVOELSTEMPERATUUR

Deze dagen is de weerterm “gevoelstemperaturen” al diverse keren genoemd, wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Als de wind uit de koude hoek komt en daarmee doelen we een wind uit richtingen tussen met name noord en oost tot zuidoost. Met een stevige oostelijke wind komt ook de gevoelstemperatuur weer om de hoek kijken, oftewel de windchill. In de wind voelt het een stuk kouder aan dan uit de wind. Van groot belang hierbij is het verlies aan warmte door de wind, zeker als het een vrij droge wind is. Bij een droge wind verdampt er meer vocht van onze huid, wij voelen dat extra sterk als afkoeling. Voor verdamping is warmte nodig en deze wordt onttrokken aan de huid en dat merken wij mensen als afkoeling. Bevat de wind (lucht) meer vocht dan is de verdamping aan onze huid veel minder en voelen we de afkoeling ook veel minder.
De windchill is niet de actuele temperatuur maar eigenlijk een maat die aangeeft hoeveel warmte onze huid verliest. De windchill is afhankelijk van de actuele luchttemperatuur, de windsnelheid en de luchtvochtigheid.

De KNMI is in de winter van 2010 begonnen om naast de temperatuur van de lucht ook de gevoelstemperatuur door te geven. Deze laatste is ook wel bekend onder de naam windchill. De windchill-temperatuur geeft de temperatuur aan hoe het voelt als het kouder wordt in combinatie met een toename van de wind. Het is wel volgens de nieuwe methode volgens de Canadese JAG/TI-methode, dat staat voor “Joint Action Group for Temperature Indices”. In de winter van 2010 was dat voor het eerst dat men deze nieuwe in Canada ontwikkelde methode toepaste. Deze nieuwe methode is wetenschappelijk onderbouwd en is gebaseerd op het warmtetransport van het lichaam naar de huid. Deze nieuwe methode moet dichter bij de menselijke ervaring van warmteverlies staan dan de oudere methodes als die van Steadman en Siple.

Hieronder ziet U de tabel volgens de nieuwe JAG/TI-methode die de KNMI toepast.

Robert Steadman was een Amerikaanse textielfabrikant die een formule ontwikkelde voor de gevoelstemperatuur. Deze formule was gebaseerd op het evenwicht tussen warmteverlies en warmteproductie van een gezond persoon. Hierbij ging Robert Steadman uit van kleding die was aangepast aan de weersomstandigheden en het gegeven dat de persoon zich met een snelheid van bijna vijf kilometer per uur voortbewoog. In de formule van Steadman werd ook rekening gehouden met de factoren luchtvochtigheid en zonnestraling.
De andere methode volgens Siple werd op een hele andere manier berekend. Hierbij ging men uit van een onbeschermd persoon die met een snelheid van 6,5 kilometer per uur wandelde. Met de term onbeschermd wordt hier wel naakt bedoeld en U zult begrijpen dat bijna niemand op deze manier zo rondloopt. Met deze methode verkrijgt men ook te extreme lage temperaturen, zeker voor de bedekte lichaamsdelen. Wel is het zo dat voor de onbedekte lichaamsdelen als gezicht en handen voor personen die zich voortbewegen met een snelheid van meer dan 10 kilometer per uur de gevoelstemperatuur aan de lage kant is. Kortweg geldt dat de waarden volgens Steadman aanzienlijk hoger liggen dan van Siple omdat deze laatste specifiek opgaat voor naakte personen.

De nieuwe JAG/TI-methode geldt voor een gezond, volwassen en wandelend mens, waarbij de gevoelstemperatuur wordt berekend uit een combinatie van de luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid. Bij zonnig weer voelt het minder koud aan dan de berekende gevoelstemperatuur doet vermoeden.
Het heeft alleen zin de gevoelstemperatuur te berekenen bij temperaturen tussen ca. +10°C en -42°C. Ook moet de windsnelheid hoger zijn dan rond 7 kilometer per uur en weer niet hoger dan 72 kilometer per uur. Het KNMI meldt in de weersverwachting de gevoelstemperatuur bij -15°C of lager.

Onderstaande foto is van 14 januari 1987, toen hadden we echt met extreem lage gevoelstemperaturen te maken tijdens de sneeuwstorm.

Voor het gevoel op 25 en 26 januari 1996 en tijdens de jaarwisseling 1996-1997, in beide gevallen temperatuur in De Bilt voor het gevoel tussen -17°C en -20°C. In het noorden en oosten lag de gevoelstemperatuur toen rond -25°C tot -30°C, in Borculo in die nacht ook dichtbij de -30°C. Ook extreem koud was het op 14 en 15 januari 1987, toen het overdag 10°C-13°C vorst bij een krachtige tot stormachtige oostenwind. De gevoelstemperaturen lagen toen ruim 30°C tot 33°C onder nul!
Die 14e januari 1987 was door de harde wind voor het gevoel één van de koudste dagen van de vorige eeuw. Een gedenkwaardige dag met een etmaal strenge tot zeer strenge vorst, veel wind en een staalblauwe hemel. Om twee uur ’s middags was het op het KNMI-station Eelde nog -14,4°C. Het KNMI adviseerde voor die dag dan ook om zoveel mogelijk binnen te blijven.

TEMPERATUURVERSCHILLEN BEGIN JANUARI

Voor Borculo was de nacht naar 9 januari 2018 de 18e nacht met grondvorst van de winter van 2018, over dezelfde periode in de winter van 2019 in Borculo 14 nachten met grondvorst, in de winter van 2020 12 nachten met grondvorst, in de winter van 2021 14 nachten met grondvorst, in de winter van 2022 16 nachten met grondvorst, in de winter van 2023 15 nachten met grondvorst en in de winter van 2024 t/m 9 januari 12 nachten met grondvorst. De huidige winter telt inmiddels in Borculo elf nachten met grondvorst.
In de winter van 2007 over de hele winterperiode 15 nachten met grondvorst, voor Borculo het laagste aantal nachten met grondvorst voor de winterperiode. Tot en met 9 januari telde de winter van 2007 nog maar vijf nachten met grondvorst in Borculo. Gemiddeld telt de winter in Borculo 51 nachten met grondvorst. De winter van 2017 en de winter van 2018 kwamen beide tot 54 nachten met grondvorst in Borculo, in de winter van 2019 45 nachten met grondvorst, in de winter van 2020 23 nachten met grondvorst, in de winter van 2021 43 nachten met grondvorst, in de winter van 2022 28 nachten met grondvorst, in de winter van 2023 39 nachten met grondvorst en de winter van 2024 kwam tot 28 nachten met grondvorst. Voor 2017 drie winters op rij met ruim onder het gemiddelde aantal. Koploper is de winter van 1996 met 76 nachten met grondvorst gevolgd door de winter van 2010 met 75 nachten met grondvorst.

Over grondvorst gesproken, in het noordoosten van Duitsland zat in 2018 de vorst op veel plaatsen al tien centimeter in de grond. In de winter van 2018 stelde de kou t/m 9 januari niet veel voor, maar toch was het al wel weer gelukt om op de schaats te staan op natuurijs! In Roodeschool kon men op de ijsbaan al voorzichtig een baantje trekken door een enkeling. En er werd geschaatst op het natuurijs van de Ryptsjerksterpolder in Friesland. Het ijs had ongeveer een dikte van drie centimeter, dat lukte ook in de winter van 2024 in december.
De Ryptsjerksterpolder staat er om bekend dat men daar al heel snel op de schaats kan met wat vorst. (bron onderstaande foto De Leeuwarder Courant)

Het record voor 9 januari staat voor Borculo op 13,8°C uit het jaar 2007. In 2014, 2015 en 2020 kwamen we daar dicht in de buurt. In 2015 op 9 januari met een maximum-temperatuur in Borculo van 11,1°C, in 2014 met 12°C en in 2020 met 12,5°C. In 2021 en 2022 op 9 januari moesten we het doen met rond tot minder dan de helft daarvan. In 2023 op 9 januari in Borculo 8,3°C en in 2024 op 9 januari een ijsdag met -0,6°C als maximum.
De verschillen kunnen van jaar tot jaar in de winter ook soms groot zijn. Op 9 januari 2007 werd op het KNMI-station Arcen met 14,8°C de hoogste temperatuur van januari 2007 gemeten. Maar op 9 januari 2003 werd met -16,8°C op het KNMI-station Nieuw Beerta landelijk de laagste temperatuur van 2003 gemeten. Voor Nieuw Beerta was het de derde nacht op rij onder de -10°C. Het bijzondere was in januari 2003 dat op 2 januari op het KNMI-station Maastricht nog 13,2°C werd gemeten, landelijk de hoogste temperatuur voor januari 2003.

En wat te denken van 9 januari 1947, dat was een hele opmerkelijke datum, die dag werd een Elfstedentocht vastgesteld, maar helaas ging het niet door. Bijzonder in januari 1947 was dat de hoogste temperatuur ooit in januari gemeten met 17,2°C werd gemeten op het KNMI-station Maastricht. En dat midden in de strenge winter van 1947. Op 4 januari was de vorst weer ingevallen na een eerste vorstperiode, die tegen de kerstdagen werd afgebroken. De Elfstedentocht werd vastgesteld voor 9 januari, maar ging niet door vanwege teveel wakken. De dooi viel daarna in en er brak een zeer zachte periode aan en dat leidde tot het thermische hoogstandje van ruim 17°C op de 16e januari. Daarna ging de strenge winter vrolijk verder.
Overigens is de bovengenoemde 17,2°C door de homogenisatie van data door het KNMI sinds 2016 herleid tot 16,5°C!

Zeer grote temperatuurverschillen van bijna 100°C werden in januari 2013 gemeten op aarde! In de ochtend van 9 januari 2013 om 8 uur was het 48,8°C in het Australische Leonora en op hetzelfde moment in Batagay-In-Yakut in Siberië was het -50,0°C!

Onderstaande foto links is van januari 2013 met een zandstorm op zee en de foto rechtsonder van januari-februari 2009 in Australië.
 

In Siberië was het overigens in de winter van 2013 bijzonder koud en dat al geruime tijd. Daar was zelfs de noodtoestand in sommige regio’s afgekondigd omdat o.a. in het zuiden van Siberië in de deelrepubliek Tuwa de temperatuur daar dagenlang niet hoger kwam dan -40°C. In de deelrepubliek Sacha Fiel daalde de temperatuur zelfs tot -57°C.
Daarentegen moest de Australische weerdienst nieuwe kleuren invoeren op de weerkaarten omdat de weerdienst de meest extreme temperaturen niet meer kwijt kon op de weerkaart omdat daar nog geen kleuren voor waren. Omdat de temperaturen tot boven de 50°C lokaal waren opgelopen hebben ze een tweetal kleuren aan de weerkaarten toegevoegd en wel paars en rose.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

In 2019 in de avond van 9 januari steeg de temperatuur in het oosten van IJsland tot 18,9ºC in Dalatangi. Overigens geen record voor januari, dat bleef staan op 19,6ºC van 15 januari 2000 in Dalatangi.

In 2018 in de nacht naar 9 januari tot 7 uur de laagste temperatuur van -1,2°C op het KNMI-station Woensdrecht en na 7 uur tot -1,4°C. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Westdorpe met -2,3°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -0,5°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -1,8°C.

In de nacht naar 9 januari 2016 de laagste temperatuur van -0,1°C op de KNMI-stations Ell en Gilze-Rijen. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Ell met -2,8°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,8°C in de weerhut en aan de grond tot -1,3°C. Aan de grond kwam het op uitgebreide schaal tot grondvorst en dat veroorzaakte nog lokale gladheid door bevriezing van natte weggedeelten.

In 2013 op 9 januari 2013 de zevende zonloze dag op rij in Borculo. Onderstaande foto maakte Frans Sijmons op 9 januari 2013, ook het paard leek er niet veel lol in te hebben in het natte en sombere weer.

In de nacht naar 9 januari 2012 grondvorst en wel op het KNMI-station Woensdrecht. Daar daalde de temperatuur aan de grond tot net iets onder het vriespunt. Natuurlijk niets bijzonders, maar in de winter van 2011-2012 tot dan was het al heel wat als de temperatuur op jacht ging naar het vriespunt. In de weerhut op het KNMI-station Woensdrecht 2,1°C. In Borculo een laagste temperatuur van 5,4°C.
Onderstaande foto is van 9 januari 2012 van de Gelderse IJssel.

 Op 9 januari 1985 werd het zuidwesten van het land met een heuse sneeuwstorm belaagd.

Op 9 januari 1960 op de meeste plaatsen een ijsdag. Op het KNMI-station Maastricht vanaf 9 januari 1960 negen ijsdagen op rij, op 18 januari kwam de temperatuur weer boven het vriespunt.

In 1959 op 9 januari in het noorden en oosten van het land een dik pak sneeuw door de passage van een polar low tot meest 10-15 centimeter. In Leeuwarden een sneeuwdek van 18 centimeter, in Drachten 20 centimeter, in West-Terschelling 20-25 centimeter en op Vlieland een sneeuwdek van 4 centimeter.

In 1906 op 9- , 12- en 16-januari stond er in Nederland veel wind.

 MADELIEFJESWINTER VAN 1975

Het tegenovergestelde van hierboven had Nederland in 1975 rond deze tijd. Rond 9 januari was het in 1975 wel heel bijzonder wat het weer betreft. De januari-maand van 1975 verliep extreem zacht. Sommige grasvelden zagen op 9 januari al wit van de madeliefjes, zodat deze winter ook wel de “madeliefjeswinter” wordt genoemd. Eenjarige planten konden in dit boterzachte seizoen zelfs overwinteren. Het KNMI-station De Bilt had een etmaalgemiddelde in januari 1975 van 6,2°C en het KNMI-station Hoek van Holland zelfs 7,7°C. Het is overigens niet de warmste januari-maand voor Nederland, dat is januari 2007 met op de KNMI-stations Hoek van Holland, Vlieland en Vlissingen een etmaalgemiddelde van 7,8°C. Maar vergeet ook januari 2024 niet met een etmaalgemiddelde van 7,7°C op het KNMI-station Vlissingen.
Op onderstaande foto madeliefjes, deze konden overwinteren in de winter van 1975.

error: Content Protected