
WARME TRUIENDAG KOMT ER WEER AAN!
ETMALEN VAN 10°C EN HOGER IN DE WINTER EN NADELEN VAN ZOUT STROOIEN!
BIJZONDERHEDEN 6 FEBRUARI
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Voor extremen etmaal KNMI-stations klik op één van onderstaande links:
temp/neerslag dag/nacht temp/neerslag/wind uren zon
Donderdag 6 februari kwam Borculo tot 7,7°C met de maximum-temperatuur en daarmee de hoogste temperatuur sinds 29 januari toen het 8,4°C werd. De minimum-temperatuur kwam in Borculo tot 18 uur uit op 2,1°C en dat is nog het hoogste minimum sinds ook 29 januari toen het minimum 4,9°C was.
In 2024 op 6 februari kwam Borculo met 12,2°C tot het vierde etmaal van februari 2024 met een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers. Gemiddeld telt februari in Borculo vijf etmalen van 10°C en hoger, februari had in 2024 toen de buit al bijna binnen. Februari 2024 kwam uiteindelijk over de hele maand tot 18 etmalen van 10°C en hoger en daarmee een record voor Borculo in februari. Het oude record stond op 16 etmalen van 10°C en hoger van februari 2019. Deze maand februari nog geen etmaal van 10°C en hoger. Maar voor Borculo zijn er ook acht februari-maanden die de 10°C niet bereikten en voor het laatst was dat in februari 2018 met toen de hoogste maandtemperatuur 8°C.
In 2024 op 6 februari met name voor de oostelijke helft van het land zo goed als zonloos, heel lokaal kwam de zon er nog eventjes door. In de westelijke helft van het land hadden de meeste regio’s wel wat zon tot 3,3 uur op het KNMI-station Wijk aan Zee. Over het hele etmaal slechts twee KNMI-stations die de dubbele cijfers net niet bereikten met de maximum-temperatuur, dat waren de KNMI-stations Terschelling en Wijk aan Zee met 9,9°C. De hoogste temperatuur over het etmaal van 6 februari 2024 was 12,8°C op het KNMI-station Heino. Het etmaal van 6 februari 2024 verliep nat met 14,1- en 13 millimeter op respectievelijk de KNMI-stations Lelystad en De Bilt. Verder ook veel wind tot stormachtig in de kustgebieden en op het IJsselmeer windkracht acht met de hoogste windstoot van 92 kilometer per uur op het KNMI-station Vlissingen.
Borculo kwam 6 februari 2024 tot 12,2°C zonder rugdekking van de zon en verder viel er 8,8 millimeter neerslag.
In 2014 noteerde Borculo op 6 februari de 12e dag van de winter van 2014 met een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers. Dat was toen het hoogste aantal voor de winter sinds 2008 die over de hele winterperiode van drie maanden tot 23 dagen van 10°C of hoger kwam. De winter van 2014 kwam uiteindelijk tot 19 dagen boven de 10°C. De winter van 2014 is samen met de winter van 2016 de op één na “warmste” winterperiode voor Borculo, alleen de winter van 2007 verliep nog zachter met 6,0°C als etmaalgemiddelde.
Tot en met de winter van 2015 was de winter van 2007 koploper met 33 dagen boven de 10°C. In de winter van 2016 op 5 februari in Borculo de 34e dag van boven de 10°C en over de hele winterperiode 39 en daarmee is de winter van 2016 tot op heden de koploper met etmalen van 10°C en hoger! In de winter van 2019 in Borculo totaal 22 etmalen boven de 10°C, in de winter van 2020 totaal 25 etmalen, in de winterperioden van 2021 en 2022 totaal 22 etmalen van boven de 10°C. De winter van 2023 telde t/m 6 februari 21 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 29 etmalen en dat is het hoogste aantal sinds de winter van 2016. In de winter van 2024 in Borculo t/m 6 februari 23 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 37 etmalen en daarmee vlak achter koploper winter van 2016 met 39 etmalen. Inmiddels staat de winter van 2025 in Borculo op tien etmalen van 10°C en hoger.
Op 6 februari 1941 werd de Friese Elfstedentocht gehouden onder ideale omstandigheden. De winnaar was Auke Adema. Het was de tweede Elfstedentocht op rij en de derde op rij zou volgen in 1942. Drie (zeer) strenge winters op rij is in ons klimaat uniek. In de jaren tachtig waren er drie te koude winters aaneengesloten, dat waren echter geen strenge winters. Op 6 februari 1941 werd de Elfstedentocht gereden, dus tijdens de bezetting. Willem Augustin uit Amsterdam reed de avond ervoor op de fiets naar Leeuwarden om mee te doen. Zijn verhaal is een klassieker geworden in de geschiedenis van de Elfstedentocht. Voorlopig in de verste verte geen zicht op een Elfstedentocht!
Onderstaande foto maakte Dick Scheer van de uiterwaarden van de Rijn.
– In 2023 op 6 februari de laagste minimum-temperaturen van -3,2°C en -2,3°C op respectievelijk de KNMI-stations Twente en Eindhoven. Aan de grond de laagste temperaturen van -5,5°C en -4,7°C op respectievelijk de KNMI-stations Twente en Hupsel.
Overdag op 6 februari de hoogste maximum-temperaturen van 9,0°C op de KNMI-stations Rotterdam en Schiphol en 8,8°C op het KNMI-station Voorschoten.
De meeste neerslag op 6 februari 2023 tot 19 uur viel op het KNMI-station Maastricht met 0,4 millimeter en dat viel overdag, in de nachtelijke uren viel op de KNMI-stations geen neerslag. Overdag viel alleen op het KNMI-station Maastricht neerslag.
De meeste zon was voor Zeeland tot rond 7,5 uur, daarentegen in de oostelijke delen van het land in het grensgebied met Duitsland van noord naar zuid met rond 2- tot 4 uur zon. De wind bereikte windkracht 4 matig in de kustgebieden met de hoogste windstoot van 30 kilometer per uur op de KNMI-stations Lauwersoog en Schiphol.
– In 2022 had Nederland landelijk de natste 6 februari sinds 1901 met 38,4 millimeter op het KNMI-station Deelen. Het oude datumrecord voor de neerslag op 6 februari stond op 34,6 millimeter van 6 februari 1984 op het KNMI-station Maastricht. Ook voor Borculo in 2022 de natste 6 februari sinds 1981 het begin van de waarnemingen in Borculo, het oude datumrecord was 11,2 millimeter van 6 februari 2008. Ook werd het voor Borculo de natste februari-dag sinds 1981 met daarbij ook onweer, dat was 7 februari 2021 met 25,4 millimeter.
In 2022 in de nacht naar 6 februari de meeste neerslag op de KNMI-stations Herwijnen en Deelen met respectievelijk 18,2- en 17,6-millimeter. Overdag op 6 februari 2022 de meeste neerslag op de KNMI-stations Deelen en Herwijnen met respectievelijk 25,3- en 20,9-millimeter. Vanaf middernacht tot in de avond 19 uur de meeste neerslag op het KNMI-station Deelen met 38 millimeter, in de Achterhoek de meeste neerslag in Zelhem met bijna 35 millimeter gevolgd door Hengelo (gld) met bijna 34 millimeter en Borculo ruim 32 millimeter.
In 2022 op 6 februari ook veel wind! In de nachtelijke uren in de kustgebieden en het IJsselmeergebied al windkracht 8 stormachtig met windstoten van 90 kilometer per uur op het KNMI-station Vlissingen en 88 kilometer per uur op het IJsselmeer op de Houtribdijk. Overdag op 6 februari 2022 deed de wind er een tandje bij, aan de kust officieel storm windkracht 9 op het KNMI-station Vlissingen. Het was de tweede storm aan de kust in een week tijd en de derde storm van de winter van 2022, de eerste was op 1 december en de tweede op 31 januari.
– In 2021 in de nacht naar 6 februari tot 7 uur kwam het net niet tot vorst op waarnemingshoogte. De KNMI-stations Lauwersoog en Nieuw Beerta hadden nog net 0,0°C als minimum, aan de grond wel grondvorst met -0,2°C.
Onderstaande foto links maakte Dick Scheer, de bomen mooi zichtbaar als spiegelbeeld op het rustige water op 6 februari vorig jaar. Onderstaande foto rechts maakte Sytse op Terschelling op 6 februari 2022 waarbij je aan het strand gezandstraald werd.
WARME TRUIENDAG
Onderstaand affiche heeft betrekking op de “warme truiendag”, voor dit jaar is dat vrijdag 7 februari! Die warme trui was in 2018 op 2 februari en ook in 2019 op 15 februari wel nodig, ondanks vrij normale temperaturen voor de tijd van het jaar. In 2021 op 5 februari rond tot iets boven normale temperaturen en kon een warme trui best aan. Voor 2022 kwam op 11 februari met de warme truiendag een warme trui ook goed van pas, alleen in de zon en uit de wind konden de mouwen wel omhoog. Voor 2023 op 10 februari vooralsnog een vrij normale februari-dag met daarbij de start van weer oplopende temperaturen voor zowel overdag als in de nachtelijke uren. In 2024 op warme truiendag konden we een trui best gebruiken ondanks temperaturen boven normaal, maar voor de zon weinig ruimte en ook niet overal droog. Dit jaar voor warme truiendag op vrijdag 7 februari komt de trui wel goed van pas, een koude stevige oostelijke- tot noordoostelijke wind zal het voor het gevoel nog kouder maken.
In 2016 op 5 februari de jaarlijkse “warme truiendag”, dat was wel met temperaturen in de dubbele cijfers tot 10,1°C in Borculo! In 2017 op 10 februari de jaarlijkse “warme truiendag” en toen konden we de trui wel goed gebruiken met in Borculo een ijsdag met -1,2°C als maximum-temperatuur!
De datum 7 februari 2025 is weer uitgeroepen tot “Nationale Warme Truiendag”. De warme truiendag is elk jaar in februari, de basis van deze actie stamt uit 2005 toen het Kyoto-protocol in werking trad. De bedoeling van het protocol is om de uitstoot van broeikasgassen, die leiden tot klimaatverandering, wereldwijd te verminderen. Zoals reeds genoemd dit jaar op vrijdag 7 februari de “Nationale Warme Truiendag”.
GROTE TEMPERATUURVERSCHILLEN ROND DEZE TIJD VAN JAAR TOT JAAR
In Nederland kunnen de temperaturen rond deze tijd sterk wisselen van jaar tot jaar! Zo was er in 2018 op 6 februari voor de schaatsliefhebbers in het zuiden van het land goed nieuws en een landelijke primeur, de ijsbaan in Bladel ging open en men kon daar schaatsen op een prachtige ijsvloer! Dit was totaal tegen de verwachting in, men had in Bladel wel verwacht dat het op zijn vroegst een dag later zou kunnen. In 2019 gingen we na 6 februari op weg richting temperaturen in de dubbele cijfers en in 2020 was het niet anders. In februari 2021 gingen we ook op weg naar dubbele cijfers, maar dan wel negatief met in Borculo vanaf 7 februari zeven ijsdagen op rij met vijf nachten met strenge vorst!
Zo noteerde Borculo op 6 februari 2014 de 12e dag van de winter van 2014 met een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers. Dat was toen het hoogste aantal voor de winter sinds 2008 die over de hele winterperiode van drie maanden tot 23 dagen van 10°C of hoger kwam. De winter van 2014 kwam uiteindelijk tot 19 dagen boven de 10°C. Tot en met de winter van 2015 was de winter van 2007 koploper met 33 dagen boven de 10°C. In de winter van 2016 op 5 februari in Borculo de 34e dag van boven de 10°C en over de hele winterperiode 39 en daarmee is de winter van 2016 de nieuwe koploper! De winter van 2017 telde t/m 6 februari nog maar vier dagen boven de 10°C en over de hele winterperiode negen. De winter van 2018 telde t/m 6 februari vijf dagen van boven de 10°C en over de hele winterperiode ook vijf. In de winter van 2019 in Borculo t/m 6 februari zes dagen boven de 10°C en over de hele winterperiode 22. De winter van 2020 had t/m 6 februari in Borculo 14 dagen van boven de 10°C en dat liep nog op tot 25 en daarmee het hoogste aantal sinds de winter van 2016. De winter van 2021 had t/m 6 februari 11 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 22 etmalen. De winter van 2022 telde t/m 6 februari 11 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 22 etmalen. En zoals hierboven ook al genoemd in de winter van 2023 telde t/m 6 februari 21 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 29 etmalen en dat is het hoogste aantal sinds de winter van 2016. In de winter van 2024 in Borculo t/m 6 februari 23 etmalen van 10°C en hoger en over de hele winterperiode 37 etmalen en daarmee vlak achter koploper winter van 2016 met 39 etmalen. Inmiddels staat de winter van 2025 in Borculo op tien etmalen van 10°C en hoger.
In de winter zijn ook minimum-temperaturen in de dubbele cijfers mogelijk! Op 6 februari 2011 bleef de temperatuur voor het tweede etmaal op rij net niet boven de 10°C met een minimum van 9,9°C in Borculo. Twee etmalen op rij in de winter met een laagste temperatuur van boven de 10°C lukte in Borculo tot 2015 alleen in februari 2004 en wel op 4- en 5 februari. In de winter van 2016 t/m 6 februari in Borculo zes etmalen met een minimum-temperatuur boven de 10°C. Daarvan alle zes in december en zelfs vier nachten op rij, een absoluut record voor Borculo in de winterperiode!
In 2012 bleef de laagste temperatuur pas op 29 april boven de 10°C. En in 2013 op 14 april in Borculo met 10,4°C voor het eerst dat jaar een minimum-temperatuur in de dubbele cijfers. In 2014 op 4 april voor het eerst een minimum-temperatuur in de dubbele cijfers, in 2015 op 25 april, in 2016 op 3 april, in 2017 op 30 maart, in 2018 op 10 april, in 2019 op 18 april, in 2020 bijna op 31 januari met 9,7°C en het lukte voor het eerst op 20 mei. In 2021 op 9 mei voor het eerst een minimum-temperatuur boven de 10°C, in 2022 al op 1- en 2 januari boven de 10°C, in 2023 ook al op 1 januari en in 2024 op 15 februari. Dit jaar 2025 ??.
Dan te bedenken dat de winter van 2006 de enige winter in Borculo is met geen enkele dag boven de 10°C sinds 1981!
Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn 6 februari 2012, toen niet “De Groene Weide” begin februari 2012. Wel temperaturen in de dubbele cijfers, maar dan wel negatief!
In 2020 evenals in Nederland ook elders in Europa niet veel beter met winterse activiteiten, zo werd januari 2020 o.a. voor Sint Petersburg en Moskou de warmste januari ooit. Zo verliep januari 2020 voor Europa maar liefst 3,1°C warmer dan normaal. Zo is o.a. voor de hoofdstad van Finland Helsinki voor januari normaal een etmaalgemiddelde van -3,9°C, januari 2020 verliep met +3,0°C bijna 7°C warmer dan normaal. Het verschil voor Sint Petersburg in Rusland was nog veel groter, normaal -7,9°C en januari 2020 +1,5°C en daarmee een verschil van +9,4°C! Moskou kwam voor het eerst in de geschiedenis tot een positief etmaalgemiddelde voor januari met +0,1°C en dat is ook 9,4°C warmer dan normaal.
In het zuiden van Frankrijk in de eerste dagen van februari 2020 al ruim 27°C en in het zuidoosten van Spanje werd het al ruim 28°C. Zelfs het ijs en de sneeuw op de Mont Blanc was gaan smelten! In 2021 o.a. in Spanje ongekende winterse weerbeelden met bergen sneeuw en lokaal strenge vorst, maar eind januari in het zuiden van Spanje al weer 29°C en dat was goed voor een landelijk temperatuurrecord.
In 2012 in de nacht naar 6 februari wederom strenge vorst op veel plaatsen. Het KNMI-station Lelystad was voor de derde nacht op rij het koudste KNMI-station, toen met -16,6°C. In Borculo werd het strenge vorst met -10,9°C in de weerhut en aan de grond -14°C. Overdag op 6 februari 2012 met 8,5 uur zon in Borculo een hoogste temperatuur van -2,9°C. Het was voor Borculo niet de koudste 6 februari, dat bleef nog 6 februari 1991. Op 6 februari 1991 in Borculo een laagste temperatuur van -12°C en overdag bleef de temperatuur al steken bij -9,5°C.
Een groot deel van Europa zat in de strenge kou rond 6 februari 2012! In Servië was de noodtoestand afgekondigd na dagenlange zware sneeuwval. In Rome was ook veel sneeuw gevallen en daar waren militairen ingezet om de sneeuw te ruimen. Ook in delen van midden Italië was de noodtoestand afgekondigd. De kou en sneeuw was al doorgedrongen tot in het noorden van Afrika.
In 1991 vanaf 6 t/m 12 februari hadden we in Nederland een kortdurend maar hevig “sprokkelwintertje”. Het kwam tot strenge vorst, ook overdag. In o.a. Hoensbroek kwam het 6 februari 1991 tot een ijsdag met de temperaturen van -4,5°C als maximum en -12,9°C als minimum. Er viel geen sneeuw van betekenis, pas van 12 op 13 februari sneeuwde het uitgebreid, er viel toen lokaal 20 centimeter. Daarna was het over en uit met de pret. Februari is in de Volksweerkunde de sprokkelmaand, in 2019 was het m.b.t. winteractiviteit ook niet meer dan voorzichtig sprokkelen. In 2020 mocht zo af en toe de temperatuur “ruiken” aan het vriespunt tot iets daaronder, in 2021 stonden we aan de start van een onvervalste winterperiode. In 2023 eind februari/begin maart in Borculo nog zeven nachten met vorst tot -6,3°C op 1 maart in Borculo. Landelijk toen op 1 maart 2023 met -7,6°C de laagste temperatuur van maart 2023 en de lente van 2023. In 2024 in januari twee perioden met zes- en zeven nachten op rij vorst en respectievelijk ook één- en twee ijsdagen in Borculo.
NADELEN ZOUT TIJDENS GLADHEID
Er is in de winters van 2010 en 2011 heel veel zout op de wegen gestrooid in Nederland. In de winter van 2010 tot half januari was er op de Nederlandse wegen al 152.000 ton zout op de wegen gestrooid. In de winter van 2011 zaten we wel wat lager op zo’n ruim 100.000 ton zout. In de winter van 2010 is er in totaal 191.000 ton zout op de wegen gestrooid, een absoluut record voor Nederland. De afgelopen decennia werd in een normale winter met 70.000 ton zelfs nog minder dan de helft daarvan uitgestrooid. Door het gebrek aan zout steeg ook de prijs explosief, met meer dan 50% zelfs. Normaal wordt er voor een ton strooizout 70-90 euro betaald, in 2010 tijdens de schaarste liep dat op tot 120-150 euro.
Daar komt ook nog bij dat het strooizout schadelijk is voor de natuur en zeker de natuur in de bermen, denk hierbij ook aan de bomen. Dit zal zeker tot uiting komen als de lente zich aandient, een deel van de bermen dat langs de wegen ligt zal op veel plaatsen bruin van kleur zijn of het is zelfs helemaal kaal. Veel planten (ook bomen) kunnen slecht tegen teveel zout. Als zout bijvoorbeeld op de bladeren valt zal het blad verdorren. Door het vele zout wordt ook het vocht onttrokken en dat is nu net wat de planten nodig hebben.
Zoutschade wordt veroorzaakt door chloride uit het zout. Bij een lichte belasting met chloride verkleurt de bladrand geel. Bij zwaardere belastingen worden de bladranden bruin door verdroging. Uiteindelijk kan het hele blad verwelken. Bij een zeer hoge zoutbelasting verdorren de bladeren zelfs al voordat ze goed en wel uit de knop zijn gekomen.
Hieronder een foto van blad dat aangetast is door teveel zout.
Met name het zout dat in de grond trekt zal het vocht wegnemen dat normaal door de wortels wordt opgenomen. Het is niet zo dat alles verloren gaat, als het na een winterse periode waarin veel gestrooid is het overvloedig gaat regenen, zal het zout ook sneller afgevoerd worden via het grondwater. Het volgend jaar zal de natuur zich dan ook wel weer herstellen, tenzij er weer een winter volgt waarin veel gestrooid moet worden.
Na een aantal koude winters waarin veel gestrooid wordt en met vrij droge lentes, kunnen ook totaal andere planten het levenslicht zien, dan wel zoutminnende planten te verstaan. Een aantal voorbeelden hiervan zijn Deens lepelblad, stomp kweldergras, zeeweegbree en zilte rus. Die planten komen van huis uit voor langs de kust, op schorren, slikken en in de duinen. Maar zijn nu ook al te vinden in de stroken langs wegen waar regelmatig gepekeld wordt. Een volgend effect is denkbaar dat men dan ook insecten kan aantreffen vandaag of morgen die normaal gesproken langs de kust voorkomen.
Hieronder ziet U een foto van Deens Lepelblad.
De Partij voor de Dieren afdeling Arnhem pleit voor het gebruik van dooikorrels om gladde wegen te bestrijden. Momenteel worden de wegen in Arnhem begaanbaar gehouden met strooizout. Strooizout bestaat uit natriumchloride en is schadelijk voor dier en milieu. Strooizout heeft verschillende nadelige gevolgen voor dier en milieu als het in grote hoeveelheden wordt gebruikt. Naast de boven genoemde schade aan planten en bomen en dat de bodem verzilt raakt is strooizout ook zeer schadelijk voor de pootjes van katten en honden die hierdoor ontstoken kunnen raken en zaadetende vogels kunnen worden vergiftigd.
Maar er is ook positief nieuws m.b.t. zout en dan wel het zout in zeewater. Door de zeer windrijke periode met zuidwestenwind in januari is er veel zout- en zuurstofrijk water de Oostzee in gedreven. Voor de natuur in de Oostzee is dit zeer gunstig. Dit water komt van oorsprong uit de Noordzee en via het Skagerrak en het Kattegat stroomt het de Oostzee in. De laatste keer dat er zoveel zout- en zuurstofrijk water de Oostzee in is gedreven was in 1993. Het waterpeil is nu zelfs 30- tot 40 centimeter gestegen.
Het is bekend dat de het water van de Oostzee minder zout bevat dan het water van de Noordzee. Dit komt omdat rond 250 rivieren uitmonden in de Oostzee en daarmee komt een enorme hoeveelheid zoet rivierwater in de Oostzee terecht, daarbij moet men denken aan wel rond 470 kubieke kilometer. Verder verdampt er minder zeewater van de Oostzee dan van de Noordzee. Ook stroomt er jaarlijks wel rond 1600 kubieke kilometer zeewater uit de Oostzee via de wateren tussen Denemarken en Zweden terug naar de Atlantische Oceaan. Een tegenstroom van zouter en zwaarder water brengt ongeveer driekwart hiervan terug anders had de Oostzee allang zoet water gehad.
Op onderstaand kaartje ziet U de ligging van de Oostzee.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2019 in de nacht naar 6 februari de laagste temperatuur van -0,8°C op het KNMI-station Ell en aan de grond -2,6°C, verder had alleen het KNMI-station Maastricht grondvorst met -0,7°C.
Onderstaande foto maakte Ans Prinsen in Meddo bij Winterswijk in de ochtend van fel ochtendrood op 6 februari 2019, dat brengt water in de sloot en de regen volgde ook al vrij spoedig.
In 2018 in de nacht naar 6 februari kwam het in het hele land tot vorst met op diverse plaatsen ook matige vorst. Landelijk de koudste nacht sinds 11 december daarvoor toen het KNMI-station Hoogeveen tot -6,2°C kwam. In de nacht naar 6 februari 2018 tot 7 uur de laagste temperatuur van -5,1°C op de KNMI-stations Eelde, Heino en Volkel tot -1,5°C op het KNMI-station Den Helder. Na 7 uur daalde de laagste temperatuur nog op het KNMI-station Volkel tot -5,3°C en op het KNMI-station Den Helder tot -1,8°C. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eelde met -8°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden op waarnemingshoogte respectievelijk -4,5°C en -4,4°C en aan de grond -6,6°C en -5,6°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -4,8°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -5,7°C. Overdag boven het zuidoosten van het land geruime tijd sneeuw, de wereld werd in Zuid-Limburg wit met lokaal een sneeuwdek van vier centimeter. Landelijk liepen de maximum-temperaturen uiteen van 2,4°C op het KNMI-station Hoek van Holland tot 0,1°C op de KNMI-stations Maastricht en Twente. In Borculo een maximum-temperatuur van 0,3°C. Daarmee op 6 februari 2018 op enkele stations net geen ijsdag!
Op onderstaande foto de ijsbaan van Losser in Twente, deze was 6 februari 2018 klaar voor de grote klus om er een echte ijsbaan van te maken. Foto maakte Johan Effing.
In 2017 in de nacht naar 6 februari de laagste temperatuur van -2,5°C op het KNMI-station Deelen, aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Deelen met -4°C. De KNMI-stations Twente en Hupsel hadden aan de grond respectievelijk -3,5°C en -3,2°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,3°C in de weerhut en aan de grond tot -1,3°C.
In de nacht naar 6 februari 2015 minimum-temperaturen van -4,6°C op het KNMI-station Nieuw Beerta tot 0,3°C op het KNMI-station Vlieland. Aan de grond op het KNMI-station Leeuwarden de laagste temperatuur met -6,2°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -3°C in de weerhut en aan de grond -4,1°C. De laagste temperatuur werd bereikt na 7 uur, tot 7 uur de laagste temperatuur op het KNMI-station Leeuwarden met -3,8°C.
Onderstaande satellietbeeld is van 6 februari 2015, het witte wat U ziet boven Nederland is sneeuw. Met name in Friesland lag 6 februari 2015 nog veel sneeuw en ook op een groot deel van Texel lag nog een pak sneeuw.
Met het oplopen van de temperaturen kwam de natuur ook meer en meer tot leven in de winter van 2014, onderstaande foto maakte Mark Wolvenne uit Terwolde op 6 februari 2014.
Onrustig was het op 6 februari 2013 op de Salomonseilanden die werden getroffen door een aardbeving met een kracht van 8 op de schaal van Richter. De eilanden bevinden zich in de Stille Oceaan op nog geen 2000 kilometer ten noordoosten van Australië. Enkele dorpen werden daarbij verwoest. Er was een tsunamiwaarschuwing afgegeven. De beving deed zich voor op minder dan zes kilometer onder het aardoppervlak. Het epicentrum bevond zich op ongeveer 350 kilometer ten oosten van Kira Kira, in de richting van de Santa Cruz-eilanden.
Op 6 februari 2007 werd op het KNMI-station Gilze-Rijen -5°C gemeten en dat werd uiteindelijk ook de laagste temperatuur van februari 2007.
Op 6 februari 1986 op het KNMI-station De Bilt temperaturen van -2,1°C als maximum en -6,3°C als minimum en daarmee de eerste ijsdag voor De Bilt.
In 1962 in de nacht naar 6 februari een laagste temperatuur op het inmiddels opgeheven KNMI-station Epen met -16,2°C en dan spreken we van zeer strenge vorst.
Op 6 februari 1942 lag er in Amsterdam een sneeuwdek van 38 centimeter en in Wageningen 40 centimeter.
In 1933 op 6 februari in Ojmjakon in Siberie een minimum-temperatuur van -67,7°C.
BAROGRAAF
Begin februari 2011 en in 2012 begin januari een aantal zeer winderige dagen, dat is zelfs te merken aan een barograaf, dit is een schrijvende meter die de luchtdruk registreert. De getrokken lijn komt dan bibberig over. Deze bibberregistratie komt door kleine luchtdrukverschillen in huis als gevolg van de zeer vlagerige wind en daar reageert de barograaf gelijk op. Dit met name door zuiging of winddruk tijdens uitschieters van de wind en daarbij ontstaat onder- of overdruk.
De barometer of ook wel luchtdruk moet U niet onderschatten! Wist U dat iedere vierkante centimeter van ons lichaam belast wordt met een gewicht van één kilogram? Voor een gemiddeld volwassen persoon betekent dat een totaalgewicht van 17.000 kilogram, of ook wel het gewicht van drie tot vier olifanten! Dat wij dit niet zodanig ervaren, komt omdat het wordt verdeeld over het hele lichaam en ons lichaam ook een gelijkwaardige tegendruk levert. Luchtdruk ondervindt een mens wel als het plotseling wordt belast met een groot drukverschil, zodat ons lichaam zich niet kan aanpassen in korte tijd. Denk hierbij aan het opstijgen met een vliegtuig.
Hieronder ziet U een barograaf.