
NU IN 2025 AL RUIM MEER VORSTDAGEN DAN IN HEEL 2024!
HEBBEN TE KOUDE WINTERMAANDEN INVLOED OP HET VOORJAAR?
BIJZONDERHEDEN 19 FEBRUARI
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Voor extremen etmaal KNMI-stations klik op één van onderstaande links:
temp/neerslag dag/nacht temp/neerslag/wind uren zon
Woensdag 19 februari voor Borculo met een minimum-temperatuur van -4,3°C het twaalfde etmaal met vorst op waarnemingshoogte. Dat zijn er nu evenveel als in de hele maand februari van 2023 en 2021, daarna volgt februari 2018 met meer vorstdagen en wel 24 in totaal. De huidige winter telt nu in Borculo 31 vorstdagen en dat zijn er nu al negen meer dan in de winter van 2024. De winter van 2023 kwam in Borculo tot 32 vorstdagen en de winter van 2021 kwam tot 34 vorstdagen.
Het jaar 2025 staat nu in Borculo op 28 vorstdagen, dat aantal werd in 2024 niet eens bereikt over het hele jaar in Borculo met totaal slechts 23 vorstdagen.
De vorst in de nacht naar woensdag 19 februari was voor veel ijsbanen voor het derde etmaal op rij genoeg om de poort weer te openen, ook in Winterswijk.
In 2024 in het etmaal van 19 februari was de laagste minimum-temperatuur 4,0°C op het KNMI-station Eindhoven en de hoogste maximum-temperatuur 11,2°C op het KNMI-station Arcen. Bijzonder was dat de temperaturen landelijk zowel met de minima als de maxima niet ver uit elkaar lagen. Tussen de laagste- en hoogste minimum-temperaturen zat in de nacht een verschil van slechts 1,7°C. Bij de maximum-temperaturen was het verschil tussen de laagste- en hoogste temperatuur 2,3°C. Verder viel er opnieuw weer regen in het hele land, geen enkel KNMI-station had een droge regenmeter. In Borculo in februari 2024 t/m 19 februari nog maar één droog etmaal en landelijk was het nog wachten op het eerste droge etmaal van februari 2024. Voor de zon was niet veel ruimte, de meeste zon was voor de kustgebieden en dan met name nog voor Zeeland tot 2 uur op het KNMI-station Vlissingen. De KNMI-stations Deelen, Hupsel, Leeuwarden, Lelystad en Marknesse bleven zonloos. Neerslag viel er nog 3,5 millimeter op het KNMI-station Twente.
De meteorologische winterperiode van drie maanden nadert zijn eindpunt, klimatologisch loopt de winterperiode nog wel door tot 20 maart. Voor serieuze winterbeelden zullen we het ook nu moeten hebben van het verleden. Twee voorbeelden daarvan in 1970 en 1963.
Koud was het op 19 februari 1970 met op het inmiddels opgeheven KNMI-station Dedemsvaart een minimum van -15,8°C, dat was ook de laagste temperatuur van februari 1970. Op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk werd het toen -13°C. Verder lag er ook veel sneeuw, in De Bilt 18 centimeter en in Zutphen 22 centimeter.
In 1963 op 19 februari werd de IJsselmeertocht voor auto’s georganiseerd. Het was in de periode van 20 december 1962 t/m 4 maart 1963 met 73 opeenvolgende vorstdagen in de stad Groningen.
Koud was het in 1985 op 19 februari en dat resulteerde in
één van de koudste carnaval samen met die van 1986 voor Nederland. Het KNMI-station Twente kwam toen tot een minimum-tempratur van -15,1°C en in Eerbeek -19,3°C en aan de grond in Eerbeek -20,4°C.
Onderstaande foto maakte Peter de Vries op het terrein van het KNMI in De Bilt in 2024 op 19 februari. Op de achtergrond het KNMI-gebouw met op de toren de niet meer in gebruik zijnde neerslagradar. De toren met daarop de oude neerslagradar wordt ook wel de “spijker” van het KNMI genoemd.
– In 2023 in het etmaal van 19 februari werd de laagste temperatuur van het land bereikt begin van de avond met 4,0°C op het KNMI-station Woensdrecht. De hoogste minimum-temperatuur werd ook begin van de avond bereikt met 7,6°C op het KNMI-station Maastricht. Aan de grond de laagste temperaturen van 2,1°C en 2,6°C op respectievelijk de KNMI-stations Woensdrecht en Eelde en dat werd ook bereikt begin van de avond.
De hoogste maximum-temperaturen op 19 februari 2023 van 11,3°C en 10,9°C op respectievelijk de KNMI-stations Eindhoven en Gilze-Rijen. De 10,9°C op het KNMI-station Gilze-Rijen werd al in de nachtelijke uren bereikt. De laagste maximum-temperaturen van 8,0°C en 8,2°C op respectievelijk de KNMI-stations Lauwersoog en Nieuw Beerta werden ook bereikt in de nachtelijk uren. Overdag was de laagste maximum-temperatuur 7,2°C op het KNMI-station Stavoren
De meeste neerslag vanaf middernacht tot 19 uur viel op de KNMI-stations Hupsel en Deelen met respectievelijk 5,2- en 4,8 millimeter. In de nachtelijke uren naar 19 februari viel op de KNMI-stations Deelen en Nieuw Beerta 5,9 millimeter en overdag op de KNMI-stations Hupsel en Arcen respectievelijk 2,2- en 1,7 millimeter.
De maximum-temperatuur in Borculo op 19 februari 2023 van 10,1°C werd bereikt in de nachtelijke uren na middernacht, overdag in de middag kwam de temperatuur niet hoger dan 8,1°C. De laagste temperatuur in Borculo van 6,6°C werd overdag bereikt rond 12.30 uur, in de nachtelijke uren was de laagste temperatuur 9,2°C.
Het KNMI-station Hupsel was zowel op 18 februari als 19 februari 2023 over het etmaal vanaf middernacht het natste KNMI-station met respectievelijk 8,1- en 5,2 millimeter.
Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn al eens van een windzak daar in het noorden. De windzak staat helemaal strak en dat duidt dan op veel wind zoals in 2023 en 2020 op 19 februari.
– In 2023 en 2020 twee jaren met op 19 februari behoorlijk onstuimig weer! In 2022 op 19 februari in de nachtelijke uren de meeste neerslag op het KNMI-station Eelde met 9 millimeter en overdag op de KNMI-stations Wijk aan Zee en Voorschoten met respectievelijk 8,1- en 6,9-millimeter. Vanaf middernacht tot in de avond 19 uur de meeste neerslag op het KNMI-station Wijk aan Zee met 9,1 millimeter. Naast de regen ook veel wind, in de nachtelijke uren was in het noordwestelijk- en noordelijk kustgebied en op het IJsselmeer enige tijd windkracht 9 stormkracht met windstoten van boven de 100 kilometer per uur. De hoogste windstoten werden ook in de nachtelijke uren bereikt met 111 kilometer per uur op het KNMI-station Terschelling en 109 kilometer per uur op de KNMI-stations Lauwersoog en Vlieland. Op de Houtribdijk op het IJsselmeer een windstoot van 98 kilometer per uur. Overdag op 19 februari nam de wind in kracht wat af om later weer toe te nemen, begin avond was de wind in het zuidwestelijk kustgebied al weer hard tot stormachtig windkracht 7 tot 8.
In 2020 in de nacht naar 19 februari lokaal stevige buien met hagel, onweer en windstoten. In de ochtend vielen in Groningen winterse buien met lokaal hagel en natte sneeuw. Het KNMI-station Lauwersoog had na middernacht nog een windstoot van 76 kilometer per uur en het KNMI-station Vlissingen later op de avond van 18 februari 92 kilometer per uur. Daarmee had februari in de kustgebieden al op 13 dagen een windstoot gehad van 75 kilometer per uur en hoger. Ook voor Borculo was de gemiddelde windsnelheid in februari 2020 t/m 19 februari met 12 kilometer per uur nog het hoogste van alle februari-maanden. In februari 2022 t/m 19 februari in Borculo een gemiddelde windsnelheid van 10,6 kilometer per uur, in 2023 over dezelfde periode rond 3,5 kilometer per uur, in februari 2024 4,4 kilometer per uur en nu in februari 2025 2,6 kilometer per uur.
TE KOUDE WINTERMAANDEN, INVLOED OP HET VOORJAAR?
In de winter van 2010 verliepen alle drie wintermaanden kouder dan normaal en dat is best bijzonder. Maar wist U dat als alle drie wintermaanden kouder verlopen dan normaal, dit gevolgen heeft voor het voorjaar? Zo is in Duitsland bekend dat als de wintermaanden kouder verlopen als normaal, dit ook opgaat voor het voorjaar. Verlopen januari en februari meer dan 1°C kouder dan normaal dan is er 83% kans op ook een te koud voorjaar. Januari en februari 2010 verliepen in Borculo allebei meer dan 1°C kouder dan normaal en wat kregen we in de lente van 2010? Het voorjaar van 2010 verliep inderdaad kouder dan normaal en in Borculo bijna 0,5°C kouder dan normaal.
In de winter van 2011 was alleen december kouder verlopen dan normaal, het voorjaar van 2011 verliep zachter dan normaal. In de winter van 2012 verliep alleen februari kouder dan normaal en het voorjaar van 2012 verliep ook zachter dan normaal. In de winter van 2013 verliep december 2012 ruim 1°C zachter dan normaal, januari 2013 verliep 0,5°C kouder dan normaal en februari 2013 ruim 1°C kouder dan normaal. Het voorjaar dat volgde van 2013 was de koudste sinds 1981 voor Borculo. In de winter van 2014 en de winter van 2015 ging dat helemaal niet op, want alle drie wintermaanden verliepen te zacht.
Op veel plaatsen komen de krokussen ook weer tevoorschijn, ook in Borculo.
PERIHELIUM EN APHELIUM
Wist U dat de zon in de winter dichter bij de aarde staat als in de zomer? In de eerste dagen van juli staat de aarde het verst van de zon verwijderd en wel 152.100.000 kilometer. In januari is de afstand tussen de aarde en de zon het kleinst, zo rond 147.100.000 kilometer. Maar we weten dat de afstand tussen de aarde en de zon geen invloed heeft op de temperatuur en het weerbeeld op aarde.
Het punt waar de aarde het dichtst bij de zon staat noemen we het perihelium, peri betekent dichtbij en helios betekent zon. Het perihelium is dus het punt in de baan van een planeet waar de afstand tot de zon het kleinst is. Het tegenovergestelde punt heet het aphelium, apo betekent veraf. Dat de aarde juist in de winter het dichtst bij de zon staat verbaast menigeen. De seizoenen ontstaan ook niet doordat de afstand aarde – zon groter of kleiner wordt, maar door de schuine stand van de aardas.
Onderstaand figuur geeft het perihelium en het aphelium weer.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2018 in de nacht naar 19 februari op uitgebreide schaal lichte vorst met de laagste temperatuur van -4,2°C op het KNMI-station Ell en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Gilze-Rijen met -7,4°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minimum-temperaturen van respectievelijk -2°C en -3,6°C en aan de grond -6,3°C en -3,8°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -2,7°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -4,5°C.
In 2017 in de nacht naar 19 februari daalde de temperatuur pas na 7 uur tot onder het vriespunt met de laagste temperatuur op het KNMI-station Ell met -0,8°C. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eindhoven met -4°C. Ook de KNMI-stations Arcen en Eindhoven hadden na 7 uur nog lichte vorst met respectievelijk -0,4°C en -0,1°C. In de Achterhoek had het KNMI-station Hupsel ook grondvorst met -1,1°C en in Borculo aan de grond -0,9°C.
In de nacht naar vrijdag 19 februari 2016 de laagste temperatuur na 7 uur met op het KNMI-station Leeuwarden -3,2°C en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Den Helder met -5,5°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,9°C in de weerhut en aan de grond tot -0,5°C. Onderstaande foto maakte Peter de Vries op Schiphol in de ochtend van 19 februari 2016 rond zonsopkomst, daar dichte mist.
In de nacht naar 19 februari 2015 de laagste temperatuur van -3,1°C op het KNMI-station Woensdrecht op waarnemingshoogte en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eindhoven met -5,6°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -0,5°C in de weerhut en aan de grond tot -1,1°C.
Onderstaande foto maakte Leen de Koning uit Nieuwerkerk a/d IJssel op 19 februari 2015.
In 2013 in de nacht naar 19 februari landelijk de 13e nacht van februari 2013 met vorst. In de nacht naar 19 februari 2013 liepen de laagste temperaturen landelijk uiteen van -4,1°C op het KNMI-station Woensdrecht tot +2,5°C op het KNMI-station Vlieland. Aan de grond kwam het tot matige vorst met -7,5°C op het KNMI-station Woensdrecht. In het noorden, noordoosten en oosten bleven de temperaturen boven het vriespunt, ook aan de grond.
Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit het Groningse Zuidhorn op 19 februari 2012, er lag toen nog veel drijfijs in het Starkenborghkanaal in Groningen.
Op 19 februari 2011 was het winters in het noordoosten, maar door de stevige oostenwind vroren de open wateren niet zo snel dicht. Daar waar het wel lukte zag je als gevolg van de wind een ribbelige structuur zoals op onderstaande foto in het Groningse Roodeschool, duidelijk zichtbaar de ribbelige structuur van het ijs, foto is afkomstig van Jannes Wiersema uit Roodeschool.
In 2010 in de nacht naar 19 februari de eerste vorstloze nacht op de officiële KNMI-stations en dat was sinds 5 februari niet meer voorgekomen. Ook was het pas de 16e vorstloze nacht van de winter van 2010 en dat was best opmerkelijk, zo weinig.
In 1997 op 19 februari op het KNMI-station Vlissingen een windstoot van 144 kilometer per uur.
In 1991 op 19 februari op het KNMI-station Volkel een minimum-temperatuur van -9,2°C.
MARS
De NASA denkt dat zij nu een bewijs hebben gevonden dat er ooit bacterieel leven op Mars is geweest. Tot deze conclusie zijn ze gekomen toen zij een meteoriet nader onderzocht hebben die rond 13.000 jaar geleden op de Zuidpool is ingeslagen. Bij dit onderzoek vonden ze microscopische, kristalachtige structuren die zo goed als zeker gefossiliseerde bacteriën moeten zijn geweest en die vergelijkbaar zijn met die op aarde. Ook in 1996 kwam men al tot de ontdekking dat microfossielen in een meteoriet het bewijs moet zijn dat er leven op Mars is geweest. Dit botste nogal op wat tegenstand omdat er ook geleerden waren die denken dat deze structuren ontstaan zijn door een chemisch proces en niet via de biologische weg. Door de jaren heen is er al meer bewijsmateriaal gevonden waaruit mag worden geconcludeerd dat er leven op Mars is geweest. Zo is men er nagenoeg zeker van dat er vroeger op Mars rivieren, meren en zelfs hele oceanen moeten zijn geweest. Ook nu zijn er nog steeds bewijzen aan te dragen dat er water op Mars moet zijn te vinden.
Hieronder een foto van Mars.
Uit gedetailleerd onderzoek van de mineralen in kraters op Mars blijkt dat er vrijwel overal op de planeet ook vloeibaar water moet zijn geweest. Dat er op het zuidelijk halfrond waterhoudende mineralen zijn, was al langer bekend. Maar nu zijn zulke chemische verbindingen ook aangetoond op het veel lager gelegen noordelijk halfrond, dat onder een dikke laag lava en sedimenten is bedolven. De waterhoudende mineralen zijn aangetroffen in een negental inslagkraters. Daar hebben planetoïden kilometers diepe gaten in de bodem geslagen, waarbij het oorspronkelijke korstmateriaal is blootgelegd. De mineralen op het noordelijk halfrond van Mars blijken dezelfde samenstelling te hebben als die op het zuidelijk halfrond. Het is overigens naar schatting al meer dan vier miljard jaar geleden dat er op grote schaal vloeibaar water was op onze buurplaneet.