
MAART 2022 BLIJFT VOOR BORCULO DE ZONNIGSTE MAAND MAART!
VERSCHILLEN OP 28 MAART SOMS HEEL GROOT!
BIJZONDERHEDEN 28 MAART
Voor weer-info klik op onderstaande links:
KNMI WEERPLAZA WEERONLINE KMI-BELGIE WEER.NL WEERNIEUWS-VERWACHTING
Voor extremen etmaal KNMI-stations klik op één van onderstaande links:
temp/neerslag dag/nacht temp/neerslag/wind uren zon
Vrijdag 28 maart kwam het weer tot matige vorst aan de grond op een aantal KNMI-stations! Opvallend daarbij is dat de KNMI-stations Eelde en Hupsel daarbij opvallen met bijzonder lage temperaturen en met name het KNMI-station Hupsel kwam daarbij regelmatig bijzonder laag met de klomp-temperatuur. Voor het etmaal van vrijdag 28 maart had het KNMI-station Deelen de laagste temperatuur op waarnemingshoogte met -1,7°C en aan de grond kwam het KNMI-station Hupsel tot landelijk de laagste temperatuur van -7,5°C. Daarna volgde pas het KNMI-station Eelde met -6,3°C. Het KNMI-station Hupsel bereikte aan de grond deze maand ook de laagste temperatuur van alle KNMI-stations met -11,1°C op 18 maart.
Maart 2025 moest met het aantal uren zon concurreren met maart 2022 en dat zou nog een hele klus worden, nu is wel duidelijk dat maart 2022 onbereikbaar blijft voor maart 2025! Maart staat nu in Borculo t/m vrijdag 28 maart op 216 uur zon. Maart 2022 kwam in Borculo tot 260 uur zon en dat aantal zal maart 2025 niet meer halen.
In 2022 in maart met het aantal uren zon een absoluut record, het KNMI-station De Bilt kwam tot 259 uur zon tegen normaal 139 uur zon. Het vorige record was 203 uur zon in maart 2014. Nog opmerkelijker was de zonprestatie van maart 2022 in relatie tot de daglengte. De zon scheen namelijk maar liefst 71% van de tijd dat ze boven de horizon stond en dat is in een normale maand maart 38%. Geen enkele kalendermaand is ooit boven de 70% uitgekomen. Toppers uit verleden waren mei 1989, april 2007, juli 2018 en april 2020 met een percentage van 68% en augustus 1947 met 69%.
Het KNMI-station De Bilt kwam in maart 2022 tot 19 zeer zonnige dagen met minimaal 80% van de tijd zon, het oude record was 12 dagen in maart 2011.
In 2024 op 28 maart zowel in de nachtelijke uren als over het etmaal kwam het KNMI-station Ell als enige onder de 5°C uit met de minimum-temperatuur en wel met 4,4°C. Verder kwamen de KNMI-stations Westdorpe en Woensdrecht met respectievelijk 13,2°C en 13,1°C als enige van de KNMI-stations boven de 13°C uit met de hoogste temperatuur. Alle KNMI-stations kregen ruimte voor de zon tot zes uur op het KNMI-station Vlissingen en ook neerslag in de regenmeter tot 5,5 millimeter op het KNMI-station Wilhelminadorp. In de kustgebieden veel wind tot windkracht acht stormachtig op het KNMI-zeestation IJmuiden met de hoogste windstoot van 85 kilometer per uur.
Onderstaande foto maakte Leen de Koning in 2024 op 28 maart van de reiger die waarschijnlijk het weerbeeld weergeeft van het voorjaar van 2024! Daar is dit jaar geen reden voor om zo te kijken! Borculo staat deze lente nu op 5,4 millimeter aan neerslag en 216 uur zon. Dat was in de lente van 2024 t/m 28 maart wel anders met 40 millimeter neerslag en 97 uur zon.
– In 2023 in het etmaal van 28 maart lichte vorst in nagenoeg het hele land, alleen in de kustgebieden en het grootste deel van Friesland geen vorst. De laagste temperatuur was -4,4°C op het KNMI-station Deelen en aan de grond -6,6°C op het KNMI-station Eelde en -6,4°C op het KNMI-station Deelen. Overdag op 28 maart 2023 drie KNMI-stations een maximum-temperatuur in de dubbele cijfers en dat waren Eindhoven, Ell en Arcen met respectievelijk 10,3°C, 10,1°C en 10,0°C.
– In 2022 op 28 maart in Borculo een maximum-temperatuur van 14,7°C en daarmee bleef het aantal dagen van 15°C en hoger op 13 staan en dat werd ook het totaal over de hele maand. Dat is voor maart voor Borculo een absoluut record, het oude record was 12 dagen van 15°C en hoger in maart 2005. Dan te bedenken dat er in Borculo voor april zelfs 19 jaren zijn geweest die dit aantal niet eens hebben bereikt, in april 2021 slechts 7 dagen van 15°C en hoger. Een groot verschil met 2023 in maart in Borculo met slechts zes dagen van 15°C en hoger. In maart 2024 totaal negen etmalen van 15°C en hoger en nu in maart 2025 inmiddels 14 etmalen.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons in 2022 rond deze tijd van zijn padden in de vijver, de padden keken vreemd op waar de lentetemperaturen waren gebleven. In de tweede helft van de eerste maart-week van 2022 kwam het zelfs tot matige vorst en dan hebben we het wel over temperaturen op waarnemingshoogte, aan de grond nog kouder. In 2022 op 7 maart de laagste temperatuur van de lente van 2022 met -6,6°C op het KNMI-station Deelen en op het KNMI-station Volkel aan de grond -10,4°C.
Het is zeker niet uitzonderlijk matige vorst eind maart/begin april! In 2013 in de nacht naar 28 maart op het KNMI-station Nieuw Beerta met -5,2°C de tweede nacht op rij met matige vorst en op 2 april 2013 werd het ook nog -5,8°C op het KNMI-station Nieuw Beerta. Aan de grond kwam het toen zelfs tot strenge vorst op het KNMI-station Heino, op 31 maart en 1 april 2013 respectievelijk met -10,1°C en -11,6°C!
– In 2022 in de nacht naar 28 maart alleen op het KNMI-station Ell lichte vorst op waarnemingshoogte met -0,6°C, aan de grond -1,8°C. Tot grondvorst kwam het op uitgebreide schaal in het oosten en zuiden van het land tot grondvorst. De laagste temperatuur aan de grond op het KNMI-station Eindhoven met -2,8°C, op waarnemingshoogte 0,8°C. In het oosten van het land op de KNMI-stations Hupsel en Twente op waarnemingshoogte de laagste temperaturen van respectievelijk 1,2°C en 2,6°C en aan de grond -1,3°C en 2,9°C.
– In 2022 op 28 maart overdag kwamen twee KNMI-stations boven de 18°C uit en dat waren Ell en Maastricht met respectievelijk 18,2°C en 18,6°C. Wel grote temperatuurverschillen op tussen het noorden en zuiden van het land. De hoogste temperaturen op de genoemde KNMI-stations Ell en Maastricht met rond 11 uur zon. Maar op de Waddeneilanden/regio Lauwersoog zat men de hele dag in de mist en/of laaghangende bewolking met maximum-temperaturen op de KNMI-stations Terschelling en Lauwersoog van respectievelijk 7,8°C en 8,4°C.
– In 2021 de laagste temperaturen in de avond van 27 maart en daarbij op vijf KNMI-stations grondvorst, in de nacht naar 28 maart oplopende temperaturen. Het KNMI-station Eelde had met 1,4°C de laagste temperatuur op waarnemingshoogte en aan de grond -0,2°C. De koudste plek aan de grond was het KNMI-station Lelystad met -1,1°C gevolgd door het KNMI-station Volkel met -1,0°C. De overige KNMI-stations die grondvorst hadden waren Eindhoven en Hupsel met respectievelijk -0,7°C en -0,1°C.
– Op 28 maart 1965 op het KNMI-station De Bilt een gemiddelde barometerstand over het hele etmaal van 1033 hectopascal en dat was voor De Bilt nog het datumrecord tot aan 2019. Op 28 maart 2019 had het KNMI-station De Bilt een gemiddelde barometerstand van ruim 1035,2 hectopascal en dat is het nieuwe datumrecord.
Onderstaande satellietfoto is van 28 maart 2019. Het wolkenpatroon op onderstaande satellietfoto is wel bijzonder en de oplettende weerman zal er ook een cyclonaal (tegen de wijzers van de klok in) wolkenpatroon in ontdekken! Ondanks de hoge barometerstand aan de grond van rond de 1035 hectopascal was er een kleine depressie in de bovenlucht op middelbaar niveau er in geslaagd om boven onze regio te nestelen met als gevolg een hardnekkig cyclonaal wolkendek.
ZOMERTIJD
De zomertijd gaat van start in het laatste volle weekeinde van maart en eindigt in het laatste volle weekeinde van oktober. Bij de overgang naar de zomertijd wijzigt ook de daglichtperiode, waardoor het ’s ochtends later licht wordt en ’s avonds later donker wordt. Men “denkt” hiermee energie te kunnen besparen, maar daar zijn de meningen sterk over verdeeld. Het lijkt op het eerste gezicht logisch, uurtje meer zonlicht in de avond en daarmee minder elektriciteitsverbruik. Dat ontdekte in 1784 ene Benjamin Franklin al. Hij was een typisch nachtmens en dacht te kunnen besparen op kaarsen en olie voor zijn lamp door de klok te verzetten. Maar tegenwoordig vormt verlichting nog maar 2% tot 3% van het totale energieverbruik.
Daarom in de nacht van zaterdag 29 maart op zondag 30 maart is het weer zover, de zomertijd gaat weer in. Met andere woorden, we hebben een kort weekend, want om 02.00 uur wintertijd wordt de klok een uur vooruit gezet op 03.00 uur zomertijd.
In de nacht van zaterdag op zondag zetten we de klok een uur vooruit!
Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen niet veranderen. Wel wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. Met de zomertijd wordt dit gemiddeld een uur later. In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon ’s winters kleiner is dan ’s zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht gemeten. Met de zomertijd valt gemiddeld het maximum rond 16-17 uur.
Voor de meteorologen en weermannen heeft de zomertijd wel een nadeel en dat is dat de atmosfeermodellen nu ook een uur later komen! Deze worden altijd uitgebracht op de GMT-tijd en die blijft hetzelfde!
EARTH HOUR 2025
Door de coronavirus werd het jaarlijkse Earth Hour vanaf 20:30 uur in 2021 anders ingevuld dan in de jaren daarvoor. Dit betekende dat er geen grote evenementen werden georganiseerd, maar wel ging één uur lang het licht uit voor de aarde om stil te staan bij alles wat er in de wereld gebeurt.
Zaterdagavond 29 maart tussen 20.30 uur en 21.30 gaan de lichten weer uit, we hebben het dan over Earth Hour. Miljoenen mensen en instanties over de hele wereld doen weer mee. Zo gaan de lichten uit van de Piramides, Egyptische Sfynxen, de Eiffeltoren, de Sydney Opera House, in Spanje staat het Alhambra in het donker, in de Britse hoofdstad The London Eye, in Berlijn de Brandenburger Tor, in Milaan de Dom, in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) de Sjeik Zayed-moskee en bij San Francisco de Golden Gatebridge, de Tafelberg in Zuid-Afrika, de Victoria-watervallen in Zimbabwe doven ook de lichten, de Empire State Building, de Magere Brug, in Rotterdam de Erasmusbrug, Unilever Rotterdam, Vredespaleis in Den Haag … en nog veel meer! Dit staat allemaal in het teken van Earth-Hour! Het Wereld Natuur Fonds (WNF) organiseert het bewustwordingsevenement en de belangstelling is groter dan ooit. De opzet van deze actie is om energie te besparen en de CO2-uitstoot te verminderen en aandacht voor een leefbare aarde. Het WNF roept mensen op om te kiezen voor duurzaamheid. Hoe meer deelnemers des te groter zal de duisternis zijn! Het oorspronkelijk idee werd gestart in 2007 in Australië. In 2007 gingen bij het Sydney Opera House de spotlights uit en drie jaar later was het een wereldbeweging. Miljoenen huishoudens doen mee en veel bijzondere gebouwen staan een uur in het donker.
Nederland doet mee vanaf 2009. In Nederland is in 2011 de grens van elfduizend deelnemers gepasseerd, dat was al ruim twee keer zoveel als in 2010. In 2012 deden in Nederland 34.000 mensen, 114 gemeenten en 845 bedrijven mee aan Earth Hour. De vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht doen allemaal mee.
Wereldwijd deden in 2011 maar liefst 5251 steden mee aan de actie en werden 1,8 miljard mensen in 135 landen bereikt. In 2012 deden meer dan 150 landen en 6525 steden mee. In 2014 deden er in 162 landen ruim 7000 steden en dorpen mee aan Earth Hour en in 2021 deden totaal 192 landen mee. De actie begint in Nieuw Zeeland en eindigt aan de westkust van Amerika.
In 2012 werd de Earth Hour-actie van het Wereld Natuur Fonds voor de eerste keer in de geschiedenis niet alleen op aarde gehouden, maar ook in de ruimte. Toen in 2012 tijdens Earth Hour een uur lang alle lichten uit gingen op onze planeet, hield ESA-astronaut en WNF-ambassadeur André Kuipers onze planeet nauwgezet in de gaten en tegelijkertijd werden er foto’s gemaakt en er werd live commentaar gegeven. Sinds Earth Hour in 2007 voor het eerst werd georganiseerd in de Australische stad Sydney is het de grootste actie in zijn soort geworden.
Het doel van ESA is om onze planeet beter te leren begrijpen. En Earth Hour stelt mensen buiten de ruimtevaart in staat om daar aan mee te doen. En dat betekent dus dat al die lichten van de steden die je op de door André Kuipers gemaakte foto hieronder ziet tijdens Earth Hour hopelijk uitgaan.
Schiphol deed ook mee met Earth Hour in 2011, zie onderstaande foto’s. De foto linksonder voor 20.30 uur op en de foto rechtsonder vanaf 20.30 uur met veel minder licht. Foto’s zijn gemaakt door Peter de Vries uit Kudelstaart.
Earth Hour staat in het teken van klimaatverandering en schone energie. De verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas, leidt tot de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Dit zorgt voor de opwarming van de aarde, wat wereldwijd een grote bedreiging is voor de natuur en onszelf. Hierdoor smelten de poolkappen, verdwijnen koraalriffen en wijzigen weerpatronen. Natuurrampen als orkanen, overstromingen extreme hitte en neerslag komen steeds vaker voor. Wij kunnen hier iets aan doen door over te stappen op schone energie.
Wereld Natuur Fondsambassadeur André Kuipers en radiopresentator Giel Beelen verzorgden in 2013 nog een uniek ‘Rooftop Concert’. Bekende singer-songwriters gaven een akoestisch optreden vanaf de bovenste etage van ‘De Rotterdam’, het grootste gebouw van Nederland.
Onderstaande twee foto’s zijn van Kuala Lumpur waar het licht ook een uur lang uitgaat. Op de foto het verschil van voor en na Earth Hour.
Onderstaande foto is van de Eiffeltoren die ook elk jaar meedoet, maar in 2014 bleven de lichten wel branden en daar hadden velen niet op gerekend! De vermoedelijke reden was het 125 jarig bestaan van de Eiffeltoren!
GROTE VERSCHILLEN OP 28 MAART
De verschillen op 28 maart kunnen heel groot zijn! In 2007 had Nederland landelijk de warmste dag van de maand met 18,7°C op het KNMI-station Hoek van Holland. Maar in 1975 lag er 12 centimeter sneeuw in Heesch en dat was een sneeuwgebied van Tilburg tot Winterswijk, in Winterswijk lag toen ook 10 centimeter sneeuw. En wat te denken van 28 maart 1986, toen was het goede vrijdag voor Pasen en kregen we in Nederland een ware storm op ons bordje. Veel automobilisten met aanhangers en caravans kregen hierdoor erg veel problemen. Talloze caravans werden van de weg geblazen. Voor veel Nederlandse, maar ook buitenlandse toeristen waaide de paasvakantie letterlijk van de weg en op sommige plaatsen in het water.
Over verschillen gesproken, het verschil met 28 maart 2017 en 28 maart 2016 was ook erg groot! Het was in 2018 op 28 maart totaal niet voor te stellen dat een jaar eerder op 28 maart 2017 de eerste warme dag van 2017 werd bereikt! Daarvan spreken we als de temperatuur de 20°C haalt! In 2017 op het KNMI-station Eindhoven op 28 maart 21°C! Zelfs de laagste maximum-temperatuur van 14,5°C op het KNMI-station Terschelling zou in 2018 eind maart niet misstaan! In 2018 waren we landelijk nog niet hoger gekomen dan 16,7°C op 10 maart op het KNMI-station Ell. De eerste landelijke warme dag van 2018 zou pas op 7 april op het KNMI-station Arcen worden bereikt. Maar toen ook bijna een zomerse dag met 24,3°C. In 2019 hadden we de eerste warme dag dan wel bereikt op 27 februari op het KNMI-station Arcen met 20,5°C, daarna waren we landelijk ook nog niet hoger gekomen dan de 19,5°C op 22 maart op het KNMI-station Eindhoven.
Op onderstaande foto de pinksterbloem die je op 28 maart 2014 al op veel plaatsen tegenkwam, dat is erg vroeg en normaal is dat pas later in april.
De dagelijkse gang van de temperatuur, ook wel amplitude genoemd, kan in maart zeer groot zijn. Op het vliegveld van Lelystad vroor het in de ochtend van 23 maart 2003 matig met -5,1°C. In de middag van 23 maart 2003 werd het op hetzelfde vliegveld Lelystad 16,8ºC, ofwel een verschil van 21,9ºC. Deze temperatuuramplitude behoort tot de grootste die ooit in deze tijd van het jaar zijn opgetreden. Uitgaande van KNMI stations ging Winterswijk op 21 maart 1929 van –3,8°C naar 18,4°C en op 28 maart 1968 een dag voor de hoogste maartmaxima uit de geschiedenis steeg de temperatuur op de vliegbasis Twente van –1,4°C naar 20,9ºC, een verschil van 22,3ºC. Officieus (niet KNMI) waren de temperatuurverschillen nog groter op 28 maart 1968. Eerbeek rapporteerde in alle vroegte –6,1°C en in de middag werd het 17,3ºC, ruim 23ºC verschil.
Ook op 27- en 28 maart 2012 zeer grote amplitudes. Op 27 maart 2012 ging het KNMI-station Deelen van -0,9°C naar 19°C en op 28 maart 2012 ging het KNMI-station Twente van -0,9°C naar 19,5°C.
EERSTE WARME DAG
In 2016 op 3 april de eerste landelijke warme dag met 21,2°C op de KNMI-stations Arcen en Gilze-Rijen. In 2015 op 10 april de eerste landelijke warme dag op het KNMI-station Eindhoven met 23,2°C. Veel later was de landelijk eerste warme dag o.a. in 2000 pas op 22 april met 22°C op het KNMI-station Maastricht. De meest vroege landelijke eerste warme dag had Nederland in 1920 met 20,1°C op het KNMI-station Maastricht op 18 februari. Maar door de homogenisatie van data door het KNMI is deze temperatuur sinds 2016 herleid tot 19,3°C en daarmee geen warme dag. In 2014 ook een vroege eerste landelijke warme dag met op 9 maart 21,9°C op het KNMI-station Maastricht. Maar in 2019 het record van de meest vroege eerste landelijke warme dag op 27 februari met 20,5°C op het KNMI-station Arcen. In 2020 landelijk de eerste warme dag op 5 april op het KNMI-station Hoek van Holland met 22,4°C en in Borculo ook op 5 april met 20,6°C. In 2021 de eerste landelijke warme dag op 5 april op het KNMI-station Hoek van Holland met 22,4°C. In 2022 landelijk de eerste warme dag op 22 maart met 20,1°C op het KNMI-station Westdorpe. In 2023 landelijk de eerste warme dag op 21 april met 20,5°C op het KNMI-station Eelde. In 2024 landelijk de eerste warme dag op 6 april op het KNMI-station Arcen met 25,7°C en daarmee ook de eerste zomerse dag. In 2025 de eerste warme dag op 8 maart met 20,0°C op het KNMI-station Deelen.
Voor Borculo op 28 maart 2017 ook de eerste warme dag van 2017. De vroegste eerste warme dag voor Borculo dateert van 17 maart 2004 met 22,2°C en de meest late op 13 mei 1992 met 22°C. In 2016 in Borculo op 3 april de eerste warme dag met 20,2°C, in 2018 en in 2019 lukte dat in beide jaren op 7 april met 22,2°C, in 2020 op 5 april met 20,6°C en in 2021 op 29 maart met 20,3°C. In 2022 in Borculo de eerste warme dag gelijk met landelijk de eerste warme dag en wel op 22 maart met ook 20,1°C.
In 2023 de eerste warme dag in Borculo op 22 april met 20,8°C. In 2024 in Borculo de eerste warme dag op 6 april met 24,8°C en in 2025 op 8 maart met 20,2°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide, wachten op eten kan soms lang duren.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
In 2017 in de nacht naar 28 maart kwam het op vier KNMI-stations in het noordoosten tot lichte vorst en dat waren Eelde, Heino, Leeuwarden en Nieuw Beerta. Aan de grond kwam het nagenoeg in het hele land tot vorst m.u.v. lokaal in het uitersten zuiden en noorden van het land. In de nacht naar 28 maart 2017 de laagste temperatuur van -1°C op de KNMI-stations Leeuwarden en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -4,4°C. Het KNMI-station Hupsel had -2,5°C aan de grond.
Op 28 maart 2016 in de ochtend langs de kust al af en toe windkracht negen en dat is stormkracht. In het binnenland werden de windstoten steeds zwaarder. In de loop van de dag kwam het langs de kust tot een volle windkracht negen en daarmee stond de paasstorm op de weerkaart. In het binnenland kwam het KNMI-station Volkel tot een windstoot van 82 kilometer per uur. In Borculo was de hoogste windstoot 61 kilometer per uur. Onderstaande foto maakte Corry van Hoogeloon uit Breda, ook met wisselvallig en onstuimig weer is er van tijd tot tijd vriendelijk weer.
In de nacht naar 28 maart 2015 de laagste temperatuur van -2,2°C op het KNMI-station Woensdrecht. Aan de grond op het KNMI-station Volkel de laagste temperatuur met -6°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,1°C in de weerhut en aan de grond tot -1,3°C.
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide van een kastanjeknop. Opvallend is dat de kastanje in het bos al bijna aan het uitlopen was, maar aan de rand van het open veld nog helemaal in knop.
In 2014 in de nacht naar 28 maart minimum-temperaturen van -0,2°C op het KNMI-station Woensdrecht tot 6,2°C op het KNMI-station Vlissingen. Het KNMI-station Woensdrecht was het enige KNMI-station met nog net lichte vorst in de weerhut. Aan de grond was het KNMI-station Gilze-Rijen de koudste met -1,3°C. Overigens kwam het alleen in Brabant en Zuid-Limburg tot grondvorst.
In 2011 in de nacht naar 28 maart landelijk al weer de zevende nacht met matige vorst op een KNMI-station in die maartmaand. Aan de grond had het KNMI-station Twente -9,8°C. In Borculo lichte vorst met -2,4°C en aan de grond -6°C.
In 2004 op 28 maart nog een koude nacht met -3,9°C op het KNMI-station Ell.
In 1995 viel op 28 maart nog een flink pak sneeuw, in de avond lag er in het Brabantse Heesch 12 centimeter.
In 1988 op 28 maart viel in de nachtelijke uren tot in de ochtend in Ulrum 18 millimeter aan neerslag, in Kollum 16 millimeter en in Dokkum 15 millimeter.
Op 29 maart 1971 op eerste paasdag werden we getrakteerd op een wit decor. Lokaal was er een sneeuwdek van vijf centimeter.
Op 28 maart 1968 op het KNMI-station Twente een maximum-temperatuur van 20,9°C na een nacht met een minimum-temperatuur van -1,4°C. Met andere woorden, een vorstdag en een warme dag en daarbij een amplitude (dagelijkse gang) van 22,3°C.
In 1922 op het inmiddels opgeheven KNMI-station Winterswijk van 28- t/m 30 maart elke dag sneeuw en op 31 maart her en der nog wat winterse neerslag.
In 1916 op 28 maart viel in Dwingeloo 19 millimeter aan neerslag, in Bruinisse en Zuid-Barge 18 millimeter. In Engeland woedde op 28 maart 1916 een sneeuwstorm.
Op 28 maart 1845 werd er overal in het land geschaatst en het was zelfs mogelijk om per ijsschuit over de Zuiderzee te gaan. De Zuiderzee is nu het IJsselmeer.
EERSTE WEERSATELLIET
Op 28 maart 1960 stond de lancering van de Tiros-1 op het programma. Het was de eerste weersatelliet die gelanceerd zou worden. Het doel was om de bewolking op aarde in beeld te brengen. De lancering werd echter op het laatste moment uitgesteld vanwege slecht weer. Uiteindelijk werd de satelliet op 1 april 1960 alsnog in een baan om de aarde gebracht.